Kernconcepten ST3 Flashcards

1
Q

Vorming

A

Het proces van verwerving van een bepaalde identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verhouding

A

De manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden
en de manier waarop samenlevingen vorm geven aan deze verschillen.
Het verwijst ook naar de onderlinge betrekkingen tussen staten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verandering

A

De richting en het tempo van de ontwikkelingen in de samenleving
en de mogelijkheden en onmogelijkheden deze te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Socialisatie

A

Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen toebehoren.
Het proces bestaat uit: opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Identiteit

A

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en andere voorhoudt, dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon
en dit beeld is afgeleid van zijn perceptie van de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cultuur

A

Het geheel van voorstellingen, opvattingen, uitdrukkingsvormen, waarden en normen
die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ideologie

A

Een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden.

Meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhouding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Macht

A

Het vermogen om hulpbronnen in te zetten
om bepaalde doelstellingen te bereiken
en de handelingsmogelijkheden van anderen te vergroten of te beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gezag

A

Macht

die als legitiem beschouwd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociale institutie

A

Complex van min of meer geformaliseerde regels

Die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Politieke institutie

A

Complex van min of meer geformaliseerde regels
die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociale cohesie

A

Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben
door het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid van elkaars welzijn en de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rationalisering

A

Het proces van ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken
en van het doelgericht inzetten van middelen
om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Individualisering

A

Het proces waarbij individuen

in toenemende mate hun zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Institutionalisering

A

Het proces waarbij een complex van min of meer geformaliseerde regels
vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen
die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Democratisering

A

Het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen
door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht.

17
Q

Staatsvorming

A

De institutionalisering van een politieke macht

tot een staat.

18
Q

Acculturatie

A

Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit
dan die cultuur waarin iemand is opgegroeid.

19
Q

Samenwerken

A

Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen
om hun handelen op elkaar af te stemmen
voor een gemeenschappelijk doel.