Kennistoets Flashcards

1
Q

Wie is bij beide ( zelfstandig en instelling ) het aanspreekpunt en met wie stem je af met crisissituaties.

A

de praktijkbegeleider is eerste aanspreekpunt en licht hierbij ALTIJD de supervisor/opleiding in over je handelen omdat de opleiding uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid draagt voor jouw opleiding en daarmee jouw stage-proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke mogelijkheden als stagiair om stage te lopen.

A

a. Je loopt stage bij een PST die een eigen praktijk heeft.
b. Je loopt stage in een instelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreek je van een crisissituatie

A

Er is een crisissituatie wanneer er sprake is van direct (levens-)gevaar voor je cliënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doe je bij een acute crisis situatie van een client?

A
  • Bij acute crisissituatie en directe dreiging van suïcidaliteit: direct melden bij huisarts of huisartsenpost. Zo nodig cliënt bij je houden tot de melding is doorgekomen bij betreffende
    instantie.
  • Wel altijd bij cliënt aangeven dat je een melding gaat doen.
  • Melding liefst met toestemming van de cliënt doen. Geeft hij geen toestemming, dan ben je
    verplicht toch de melding bij huisarts of huisartsenpost te doen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer niemand bereikbaar is, supervisor, PB, of opleiding, wat mag je als stagiair nog doen in een crisis situatie ?

A

➔ Wanneer noch de praktijkbegeleider noch de opleiding bereikbaar is, neem dan zelfstandig
contact op met de huisarts en geef duidelijk aan dat je een stagiair bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe beoordeel ik in stage een cliënt

A

Via afwegingskader document op drive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan ik in stage een crisis situatie voorkomen?

A

➔ Loop zorgvuldig het afwegingskader door om te kijken of een cliënt past binnen de doel
groep van de PST en of deze niet te zwaar is voor een stagiair.
➔ Bij rode vlaggen: geen traject met deze cliënt beginnen.
➔ Wanneer tijdens het traject rode vlaggen verschijnen of wanneer je een niet-pluis gevoel
ontwikkelt bij een cliënt: dit direct bij je praktijkbegeleider én je supervisor melden.
➔ Wanneer dergelijke situaties bewust niet bij de opleiding gemeld worden, is niet de oplei-
ding maar de student aansprakelijk voor deze situatie (juridisch gesproken gaat het hierbij om opzettelijk of bewust roekeloos handelen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

moet iedere zorg- of hulpverlener een meldcode bezitten en waarom

A

Ja:
waarop hij terug kan vallen bij vermoedens van kindermishandeling en/of huiselijk geweld.
Bij incidenten weet je hoe te handelen en kun je achteraf ook verantwoorden hoe je gehandeld hebt en waarom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voordelen van de meldcode?
En sinds wanneer is de meldcode verplicht?

A

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers
van jeugdhulpinstellingen.

Sinds 1 juli 2013 zijn professionals verplicht de meld code te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor welke 6 organisaties is de meld code verplicht?
ezelsbruggetje GOKMJJ

A
  • gezondheidszorg;
  • onderwijs;
  • kinderopvang;
  • maatschappelijke ondersteuning;
  • jeugdhulp;
  • justitie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voor welke organisatie is de meldcode
niet verplicht?

A

De verplichting geldt niet voor vrijwilligersorganisaties. Deze organisaties mogen na tuur-
lijk wel zelf een stappenplan opstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 5 stappen moeten er in je meldcode staan?
Ezelsbruggetje: SOGWB

A

Stap 1: In kaart brengen van signalen.
Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis (het advies en
meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling). Of een deskundige op het gebied van letselduiding. Overleggen met je praktijkbegeleider en supervisor!
Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd Veilig thuis raadplegen.
Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.

Als hulpmiddel heeft de overheid een basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling op-
gesteld. Dit model kunt u gebruiken bij het ontwikkelen van een meldcode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is het verplicht een eigen meldcode te ontwikkelen

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is er per 1 januari 2019 de afwegingskader bij stap 5 toegevoegd?

A

Het doel hiervan is dat (vermoedens van) ernstig huiselijk geweld en ernstige kindermishandeling bij Veilig Thuis bekend zijn. En dat Veilig Thuis een veiligheidstoets kan uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee vragen moet de hulpverlener zich per 1 januari 2019 zich afvragen bij stap 5.

A

● Moet ik (het vermoeden van) ernstig huiselijk geweld of kindermishandeling melden?
● Is het mogelijk hulp te bieden of te organiseren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar meld je ernstige kindermishandeling of ernstig huiselijk geweld

A

Bij veilig thuis. Veilig Thuis kan een veiligheidstoets uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar staat WGBO voor?

A

Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de WGBO? En valt de PST onder deze wet?

A

De WGBO ligt aan de basis van
alle zorgverlening. In de WGBO staan de rechten en plichten van de cliënten die zorg krijgen. De in
steek van deze wet is in eerste instantie medisch en dit is te zien aan de gebruikte terminologie.
➔ Als psychosociaal therapeut val je onder deze wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar gaat de WGBO over?

A

de WGBO over de relatie tussen patiënt/cliënt en zorgverlener.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een belangrijk begrip in de WGBO?

A

Een belangrijk begrip in de WGBO is ‘informed consent’. Zorgverleners mogen alleen han-
delen als zij toestemming hebben van de cliënt. De cliënt moet begrijpen waarvoor hij toestemming geeft: hij moet goed geïnformeerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent informeel consent?

A

De cliënt moet begrijpen waarvoor hij toestemming geeft: hij moet goed geïnformeerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

waarop moet de relatie gebaseerd zijn tussen een patiënt en een arts of andere hulpverlener

A

Op wederzijds vertouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar moet de patiënt over geïnformeerd worden bij informeer consent in de WGBO?
Ezelsbruggetje DARR

A

● het doel van het onderzoek of de behandeling;
● de aard van het onderzoek of de behandeling;
● de te verwachten resultaten en
● de mogelijke risico’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Val je als stagiair onder de WGBO?

A

ja want je verleent immers zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de WTZA?

A

de Wet toetreding zorgaanbieders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Sinds wanneer is de WTZA?

A

1 januari 2022

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is het hoofddoel van de zorgkwaliteit?

A

Een verbetering van de zorgkwaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wie houdt er toezicht op de toetredingsregels van de WTZA?

A

De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat houdt de meldplicht WTZA in en waarvoor is het bedoeld?

A

De meldplicht houdt in dat nieuwe zorgaanbieders zich eenmalig moeten melden, zodat deze aanbieders in beeld zijn ten behoeve van het risico gestuurde toezicht van de
Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ).
De meldplicht is tevens bedoeld om nieuwe zorgaanbie-
ders beter bewust te maken van de landelijke (kwaliteits-)eisen die aan de zorgverlening zijn gesteld
en hun verantwoordelijkheid hiervoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waarvoor is de meldplicht wtza bedoeld?

A

Bewust wording en de verantwoordelijkheid van de landelijke kwaliteitseisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hoe werkt de meldplicht voor de WTZA?

A

Startende zorg- en jeugdhulpaanbieders moeten zich sinds 1 januari 2022 melden. Door de melding
krijgt de IGJ alle aanbieders beter in beeld. Tegelijk worden aanbieders met gerichte communicatie
meer bewust gemaakt van de bestaande (kwaliteits-)eisen.
Voor bestaande zorg- en jeugdhulpaanbieders geldt een overgangsperiode van zes maanden nadat
de Wtza in werking is gegaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat zijn de 15 voorwaarden van de WTZA

A
  1. (Veilig) incidenten melden
  2. Meldcode huiselijk geweld/kindermishandeling
  3. Klachtenregeling
  4. Cliëntmedezeggenschap
  5. Zorgdossiers en zorgplan
  6. Beschikbaar en deskundig personeel
  7. Vergewisplicht en verklaring omtrent gedrag (VOG)
  8. Afspraken met onderaannemers en vrijwilligers
  9. Voorbehouden en risicovolle handelingen
  10. Opleidingsplan
  11. Uitsluitingscriteria
    Richtlijnen, crisissituaties, meldcode, wetgeving en PDCA-cirkel 11
  12. Onvrijwillige zorg of dwang
  13. Medicatiebeleid
  14. Administratie-, declaratie-, informatie-eisen en goed bestuur
    15.Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is KMS

Ezelsbruggetje PFFOP

A

kwaliteitsmanagementsysteem.

Een KMS is een structuur waarbinnen je alles hebt
vastgelegd en dat zorgt voor het waarborgen en verbeteren van je bedrijfsvoering. Alle bedrijfspro-
cessen die een relatie hebben met kwaliteit, vallen onder kwaliteitsmanagement.

Binnen een kwaliteitsmanagementsysteem breng je dus allerlei zaken in kaart zoals:
* procedures,
* functies,
* te gebruiken formulieren,
* opleidingsplannen etc.
* Een PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) is, net als een audit, onlosmakelijk verbonden aan een KMS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

welke dingen breng je allemaal in kaart bij de KMS.
Noem 5 dingen ( PFFOP)

A
  • procedures,
  • functies,
  • te gebruiken formulieren,
  • opleidingsplannen etc.
  • Een PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) is, net als een audit, onlosmakelijk verbonden aan een KMS.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat betekent PDCA

A

PDCA-Cyclus in het Therapeutisch Traject
Plan (Intake + Behandelplan opstellen): Beoordelen of de cliënt binnen competenties valt.
Do (Uitvoeren van Interventies): Therapiesessies met planmatige aanpak.
Check (Evaluatie): Voortgang checken en eventueel bijstellen.
Act (Afronden/Verwijzen): Beëindigen van traject of starten nieuwe cyclus.

36
Q

Wat is de RBCZ

A

Het is het kwaliteitsregister in Nederland waar HBO-opgeleide therapeuten zich kunnen registreren. Een RBCZ-gekwalificeerde therapeut moet jaarlijks aan strenge kwaliteitseisen voldoen zodat jij als cliënt zeker bent van goede zorg.

37
Q

Waar staat RBCZ voor

A

Register Beroepsbeoefenaren Complementaire Zorg

38
Q

WKKGZ

A

de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

39
Q

Wanneer aanmelden wtza

A

Melden is mogelijk vanaf drie maanden voordat je begint met de zorgverlening.

40
Q

Waarin zijn de rechten van minderjarige uitgewerkt en wanneer ?

A

De rechten van minderjarigen zijn de afgelopen decennia op internationaal niveau uitgewerkt, onder andere in het Verdrag inzake de rechten van het kind dat in 1989 door de Verenigde Naties werd aanvaard.

41
Q

Vertel over de rechten voor een kind tot 12

A

Bij kinderen tot 12 jaar is de toestemming van de ouders/voogden vereist. Toestemming
van het kind is niet nodig, maar deze heeft wel recht op informatie. De arts moet de voor-
lichting afstemmen op het bevattingsvermogen van het kind.

42
Q

vertel over de rechten van een kind van 12-16

A
  • Bij jongeren van 12 tot 16 jaar is de toestemming van de ouders/voogden en van de jon-
    gere zelf vereist. In twee uitzonderingsgevallen is de toestemming van alleen de jongere voldoende.
    ● als het niet behandelen van de jongere voor hem ernstig nadeel oplevert (denk aan
    geslachtsziekte, vaccinatie) hoeven de ouders over de behandeling niet te worden in
    gelicht.
    ● als de behandeling de weloverwogen wens is van de jongere (denk aan abortus, vac-
    cinatie). In dit geval dient de arts in principe wel met de ouders/voogden te overleggen, maar het goed hulpverlenerschap kan met zich meebrengen dat zij over de be-
    handeling niet worden geïnformeerd. Ook in deze leeftijdscategorie dienen de jongeren naar hun bevattingsvermogen te worden geïnformeerd over de behandeling.
43
Q

Waar staat AVG voor

A

Vanaf 25 mei 2018 is de nieuwe wet AVG van kracht. AVG staat voor Algemene Verordening Gegevensbescherming.

44
Q

waar gaat de verordening AVG over

A

Deze verordening gaat over de privacy-rechten van mensen en de toegenomen verantwoordelijkheid van organisaties hierin.

45
Q

Noem een paar, 5, grote lijnen in de AVG? ezelsbruggetje VBBCZ

A
  • Dataminimalisatie: verzamel alleen de informatie die je nodig hebt.
  • Leg vast met welk doel je bepaalde informatie verzamelt en hoe lang je deze bewaart.
  • Leg vast hoe je deze informatie hebt beveiligd.
  • Communiceer persoonlijke informatie via de mail niet meer dan nodig.
  • Zorg bij het communiceren van persoonlijke informatie via de mail dat je versleuteld ver
    zendt. Dit kan o.a. via een persoonlijke digitale ID-code. Hierover moet de ontvanger dan
    ook beschikken.
46
Q

Waar mag je whatsapp voor gebruiken?

A

Gebruik deze media voor puur zakelijke informatie-uitwisseling zoals het bevestigen of
afzeggen van afspraken.

Zodra het gaat om inhoudelijke zaken, kan dit via dergelijke me dia gemakkelijk tot misverstanden leiden. Bespreek persoonlijke zaken dan ook in een persoonlijk gesprek.

47
Q

Waar staat WKKGZ voor

A

WKKGZ (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) van kracht. Deze wet schrijft voor dat alle zorgaanbieders aangesloten moeten zijn bij een geschillencommissie.

48
Q

Wat regelt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?
Noem vier punten.

A

Een betere en snelle aanpak van klachten
Zorgmedewerkers kunnen veilig incidenten melden
Cliënt krijgt sterkere positie –> recht op goede informatie
Uitbreiding meldplicht zorgaanbieders

49
Q

Wat is het doel van de WKKGZ
ezelsbruggetje: OOLV

A

Doel van de Wkkgz is
dan ook:
* openheid over klachten en
* ongewenste gebeurtenissen
* en ervan leren.
* Om zo gezamenlijk de zorg te verbeteren.

De wet vervangt de wetten Kwaliteitswet Zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector.

50
Q

Helpt een beroepsvereniging bij de WKKGZ

A

Een goede beroepsvereniging biedt mogelijkheden om via je lidmaatschap te voldoen aan de verplichtingen rond deze wet.

51
Q

val je als stagiair onder de wet WKKGZ?

A

Alleen als je een vergoeding vraagt voor je gesprekken dat meer is dan de onkostenvergoeding.

52
Q

wat is PDCA-cyclus

A

De PDCA-cyclus geeft op therapeut-niveau aan, hoe je als therapeut het proces stuurt, regelmatig evalueert en het proces steeds bekijkt op de geformuleerde en (al dan niet behaalde) behandeldoelen.

53
Q

waar staan de letters PDCA cyclus voor en benoem wat het is in een therapeutisch traject

A

P: Plan –> Intake + opstellen Behandelplan (Plan)
D: Do –> Interventies (Do)
C: Check –> Na 5 sessies evaluatie (Check)
A: Act –> Afronding/verwijzing of opnieuw starten cyclus (Act).

54
Q

Intake, Vertel over de huisarts bij de intake

A

Het verdient sterke voorkeur om de cliënt zijn huisarts te laten inlichten over het traject dat hij bij jou doorloopt.
Bij intake altijd gegevens huisarts inventariseren en vastleggen in dossier.

55
Q

welke wetten gaan van start bij de intake?

A

Zodra je met de intake start, zijn de WKKGZ, AVG en de WGBO van toepassing.

56
Q

moet een behandelplan ondertekend worden?

A

Cliënten dienen het Behandelplan te ondertekenen voor akkoord.

57
Q

Wat is een hypothese?

A

Een hypothese is een stelling die nog niet bewezen is.

58
Q

Waar geeft de hypothese een inschatting van?
Ezelsbruggetje AEOF

A
  • de aard en de ernst van de problemen (verschijnselen);
  • mogelijke oorzaken;
  • beïnvloedende factoren die het probleem in stand houden.
59
Q

Aan welke mogelijke 10 factoren denk je bij het opstellen van de hypothese?

A
  • Persoonlijke Ontwikkeling
  • Medische gegevens
  • Gezinssituatie
  • Sociaaleconomische status
  • Sociale netwerk (of het ontbreken daarvan)
  • Maatschappelijke ontwikkelingen
  • Persoonlijkheidsstructuur
  • Genetische / biologische factoren
  • Levensovertuiging
  • Balans draagkracht – draaglast. Dit punt is belangrijk als je weet dat iemand tot nu toe goed heeft
    gefunctioneerd. Er is nu blijkbaar iets in één van beide veranderd. Je kunt dan de neiging hebben om
    heel ver terug te gaan in de geschiedenis, maar de cliënt heeft iemand nodig die in het hier en nu meekijkt.

Zijn de factoren gerelateerd aan de hulpvraag?

60
Q

mag ik diagnose stellen in mijn behandelplan?

A

Hoe verwoord ik dit in mijn behandelplan? Dus geen angststoornis (je mag daartoe niet
diagnosticeren), maar wel ‘angstproblematiek’.

61
Q

Welke hulpbronnen kan de client zelf inzetten?

A

Naast de therapie zijn er uiteraard andere hulpbronnen voor de cliënt. Door met hem te bespreken hoe hij deze kan/gaat inzetten, vormen ze een integraal onderdeel van de therapie.

Je kunt hierbij denken aan:
- Personen uit het netwerk van de cliënt;
- Sport;
- Lichaamsbeweging;
- Kunst;
- Muziek;
- Schrijven;
- Hobby’s;
- Etc.

62
Q

wat zijn de verplichtingen in crisissituaties?

A

⮚ Zorg dat je weet hoe te handelen in crisissituaties.
⮚ Zorg ervoor dat je praktijk in het bezit is van een meldcode.

63
Q

wat moet er in het dossier?

A

In het dossier moeten in ieder geval de basisgegevens opgenomen
worden. Dit zijn onder meer de bevindingen bij lichamelijk en psychiatrisch onderzoek, de dia-
gnose, de ingestelde behandeling, de voortgang van de behandeling, het anesthesie- en opera-
tieverslag, belangrijke laboratoriumuitslagen, verwijs- en ontslagbrieven, röntgenfoto’s, verpleegkundige rapportages, aantekeningen van gesprekken en bevindingen van vroegere hulpverleners of geraadpleegde deskundigen. Ook de informatieverstrekking en uw afgegeven verklaringen
moeten in het dossier worden opgenomen.

64
Q

hoe wordt er omgegaan met klachten in het dossier?

A

Over het algemeen blijven ook klachtafhandeling en aansprakelijkheidstelling **buiten **het medisch dossier.

Hiervoor worden aparte dossiers aangelegd door een onafhankelijke klachtencommissie en de direc-
tie.

65
Q

Hoe lang moet een dossier opgeslagen worden?

A

De algemene bewaartermijn van een medisch dossier is 20 jaar. Na afloop van de bewaartermijn
moet het dossier vernietigd worden.

66
Q

Vertel over veilig opslaan dossiers en de wet.

A

Zorg voor het veilig opslaan van gegevens. Per 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevens-
bescherming (AVG) van toepassing. Vanaf die datum geldt dezelfde privacywetgeving voor de hele Europese Unie. De AVG vervangt de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

67
Q

Wat is de inhoud van de dossiers?

A

Inhoud van de dossiers
➔ Maak van elke sessie een verslag. Dit kunnen, als je meer ervaring krijgt, ook steekwoorden
zijn.
–> Wanneer een cliënt zaken in beeld neerzet of wanneer je andere creatieve vormen gebruikt, kun je hiervan -na toestemming van de cliënt- een foto maken en deze opnemen in het dossier.

68
Q

vertel over het taalgebruik bij de dossiers

A
  • Gebruik objectieve taal.

Niet: ‘Mevrouw ziet er depressief uit’. Maar: ‘Mevrouw zegt dat ze somber is.’ - Gebruik al-
leen bekende, algemeen erkende afkortingen.

  • Gebruik formele en geen informele taal, die ook multidisciplinair toegankelijk is.
  • Gebruik geen termen die specifiek bij onze opleiding horen, maar gebruik het vakjargon uit
    de zorg. ‘Ballingschap, terug naar het hart’ etc., zijn geen termen die algemeen in de zorg
    gebruikt worden.
69
Q

Hoe evalueer je met de client?

A

Evalueren kan op verschillende manieren:
- Mondeling tijdens de sessie.

  • Je kunt de 5e sessie een evaluatieformulier meegeven en dit de 6e keer mee terug laten ne-
    men. Je laat de cliënt kiezen of hij dit tijdens de sessie wil bespreken of niet.
  • Gemeenten kunnen bepaalde eisen stellen aan je (tussentijdse) evaluaties.
  • Zie voor een voorbeeld formulier het Formulier nulmeting en evaluatie op Drive.
70
Q

Hoeverre is het verplicht om de huisarts een brief te schrijven?

A

In de Jeugdwet en WMO is
vastgelegd dat dit verplicht is. Huisartsen geven aan dat ze dit nauwelijks lezen. Om dit op
te lossen kun je je cliënt ‘verplichten’ aan het eind van het traject naar de huisarts te gaan.
De huisarts maakt aantekeningen tijdens het consult en daarmee komt dit stuk in het dos-
sier van de cliënt.

71
Q

Bij twijfel over crisissituatie, toerekeningsvatbaarheid cliënt, de te kiezen hypothese en behandeling,
etc.: wat doe je???

A

➔ Altijd overleggen met je praktijkbegeleider én supervisor!
➔ Overleg met een collega en leg dit overleg vast in het dossier.

72
Q

In het geval van vakantie: wat doe je??

A

➔ De Beroepsvereniging eist dat je vervanging hebt geregeld zodat een cliënt in een noodsi-
tuatie daar terecht kan.

73
Q

Waar staat IGJ voor?

A

Inspectie Jeugd en gezondheid

74
Q

Deze 7 stappen zet je ALTIJD, ongeacht er een melding bij de IGJ is gedaan bij een suïcide (poging)

A
  1. Ga na wie de nabestaanden zijn en neem contact op.
  2. Licht de huisarts en eventuele ketenpartners van de cliënt in .
  3. Doe onderzoek en betrek hierbij zo mogelijk relevante informatie verkregen van nabestaanden
    en ketenpartners.
  4. Bespreek de suïcide(poging) in de intervisiegroep en maak hiervan een verslag.
  5. Neem de suïcide(poging) c.q. suïcidaal op in je eigen AVG-systeem voor veilige incidentmelding
    (vim)
  6. Noteer alles goed in het dossier. Beschrijf ook deze stappen.
  7. Zorg voor jezelf en zoek hulp wanneer nodig. Bespreek dit met je supervisor.
75
Q

Wat voor stappenplan doorloop je om na te gaan of je wel of niet moet melden bij de IGJ ?

A

Wel/niet melden bij de IGJ?
8. Doe onderzoek en meld alleen als sprake is van een calamiteit conform de definitie uit de Wkkgz, dat wil zeggen:
* geslaagde suïcide die samenhangt met de kwaliteit van zorg, óf
* suïcidepoging met ernstig schadelijk gevolg voor de cliënt die samenhangt met de
kwaliteit van zorg, óf
* bij twijfel? Meld dan toch.
9. Termijnen voor eerste onderzoek, melding en aanvullend onderzoek met rapportage:
* eerste onderzoek: maximaal 6 weken gerekend vanaf het moment dat u weet van de
suïcide (gedrag/poging), om vast te stellen of er wel of geen sprake is van een
calamiteit;
* melding: binnen 3 werkdagen nadat duidelijk is dat het om een calamiteit gaat;
* aanvullend onderzoek en rapportage op verzoek IGJ: maximaal 8 weken nadat IGJ je
daarom vraagt
10. Licht de nabestaanden, huisarts en andere ketenpartners in over de (mogelijke) melding en
betrek hen zo mogelijk bij het onderzoek
11. Noteer alles goed in het dossier en sluit af.

76
Q

De definitie van een calamiteit is:

A

‘een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg en die tot de dood van een cliënt of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid.’

77
Q

Wat is ‘ kwaliteit van zorg’?

A

Niet elke suïcide staat in verband met de kwaliteit van de zorg. Voor gevallen van suïcides waarbij dit wél aan de orde is, verwijst de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op haar website naar voorbeelden genoemd in de ‘Handreiking uniforme meldingsroute suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel’ (GGZ Nederland e.a., 2011). De handreiking is geschreven voor ggz-instellingen, maar ook te gebruiken door jou als vrijgevestigde behandelaar. Volgens deze handreiking zijn ‘tekortkomingen in de kwaliteit van de zorg in geval van suïcide’:
* onvoldoende risicotaxatie en/of toezicht op de cliënt;
* onvoldoende volgen van multidisciplinaire behandelrichtlijnen (mdr), waaronder de mdr
diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag;
* onvoldoende overdracht, communicatie en/of samenwerking in de keten;
* onvoldoende volgen van professionele en/of interne richtlijnen en procedures: hiermee wordt bedoeld de vakinhoudelijke normen, bijvoorbeeld voor de inschatting van een suïciderisico of een werkafspraak om risicocliënten vóór een vakantie over te dragen.

78
Q

wat zijn tekortkomingen in de kwaliteit van zorg ?

A

Volgens deze handreiking zijn ‘tekortkomingen in de kwaliteit van de zorg in geval van suïcide’:
* onvoldoende risicotaxatie en/of toezicht op de cliënt;
* onvoldoende volgen van multidisciplinaire behandelrichtlijnen (mdr), waaronder de mdr
diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag;
* onvoldoende overdracht, communicatie en/of samenwerking in de keten;
* onvoldoende volgen van professionele en/of interne richtlijnen en procedures: hiermee wordt bedoeld de vakinhoudelijke normen, bijvoorbeeld voor de inschatting van een suïciderisico of een werkafspraak om risicocliënten vóór een vakantie over te dragen.

79
Q

Hoe ziet een compleet dossier eruit na suïcide?

A

Een compleet dossier is heel belangrijk. Noteer in het dossier:
* aard en toedracht van de suïcide (wettelijk verplicht);
* het tijdstip en de namen van de betrokken zorgverleners (wettelijk verplicht);
*de overwegingen op basis waarvan de suïcide al dan niet als calamiteit kan worden beschouwd;
* welk onderzoek ernaar gedaan is;
* welke informatie je hebt verstrekt, aan wie en waarom.

80
Q

Wat wordt er bedoeld met suïcidaal gedrag

A

Met suïcidaal gedrag worden zowel mislukte als voltooide zelfdodingspogingen bedoeld. Suïcidaal gedrag heeft uiteenlopende oorzaken en vaak is er niet één specifieke oorzaak aan te wijzen.

81
Q

Noem de drie stappen in de handleiding? Handleiding gespreksvoering en werkwijze in geval van
uitspraken/uitingen suïcide

A

Stap 1: De situatie in kaart brengen in gesprek met de cliënt, ouders en (professionele)
derden
Stap 2: Beslissen; zelf oppakken of doorverwijzen?
Uitvragen van gedachten over suïcide en mogelijke ambivalentie:

82
Q

Noem de vier stadia en aan wie je moet doorverwijzen

A
  • Stadium 1: lichte mate van suïcidale ideatie (vluchtige gedachten aan zelfdoding, maar nog niet nagedacht over een plan. Hij kan nog aan andere dingen denken, zoals familie en vrienden en wil veel liever leven dan sterven).
    Actie: aard problemen verder uitzoeken en daarna samen met cliënt (en ouders/verzorgers)
    beslissen voor passende hulp. Eventueel veiligheidsplan maken.
  • Stadium 2: ambivalenties zijn sterk aanwezig (cliënt wil zowel doodgaan als leven, suïcidaliteit is sterk impulsief gekleurd en uitgebreide plannen zijn niet gemaakt).
    Actie: overleg huisarts
  • Stadium 3: ernstige mate van suïcidale ideatie (voortdurend gedachten en beelden van
    zelfdoding, voelt zich wanhopig en denkt nergens anders meer aan, uitgebreid plan en
    voorbereidingen zijn gemaakt, maar kan de zelfdoding nog enige tijd uitstellen).
    Actie: contact huisarts/crisisdienst GGZ
  • Stadium 4: zeer ernstige mate van suïcidale ideatie en preoccupatie (cliënt is wanhopig, kan nergens anders meer aan denken, heeft geen oog voor de consequenties voor de achterblijvers en heeft uitgebreid plan klaarliggen. Mogelijkheid tot contact maken is zeer moeilijk.
    Actie: contact huisarts/crisisdienst GGZ
83
Q

Noem de vier stadia van suicide

A

1: licht
2: ambivalent
3: ernstig
4: zeer ernst

84
Q

Noem de vier wetten, wat het betekent en hun ingangsdatum

A

WGBO (Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst): Richt zich op de rechten en plichten van cliënten. ( ingangsdatum 1-4-1995)
WTZA (Wet toetreding zorgaanbieders): Voorwaarde voor zorgaanbieders met 15 eisen voor zorgkwaliteit. (ingangsdatum: 01-01-22)
AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming): Regels voor privacybescherming van cliënten. ( ingangsdatum: 25 mei 2018 )
WKKGZ (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg): Klachtenregeling en kwaliteit van zorg. ( ingangsdatum 1–1-2016 )

85
Q

Welke wijziging is er per 1-1-2019 toegevoegd aan het afwegingskader van stap 5 in de meldcode?

A

Door deze wijziging verandert stap 5 van de meldcode. Vanaf 1 januari 2019 stelt de hulp verlener zich dan 2 vragen:

● Moet ik (het vermoeden van) ernstig huiselijk geweld of kindermishandeling melden?
● Is het mogelijk hulp te bieden of te organiseren?