Kennismaking Flashcards

1
Q

Wat regelt de geneesmiddelenwet

A

De zaken rondom de productie, handel, het voorschrijven en verstrekken (distributie) van geneesmiddelen in Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De geneesmiddelenwet

A

Bestaat sinds 2007 en vervangt de WOG. Bevat voorschriften om een veilig gebruik van geneesmiddelen te bevorderen.
Hierin staat wat onder geneesmiddelen valt en wie deze mogen verhandelen/verkopen. Dit moet nu ook aan de Europese wetgeving voltooid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geneesmiddel

A

Een geneesmiddel is een substantie of samenstelling van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor:

  1. het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens
  2. Het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens
  3. Het herstellen, verbeteren en anderzijds wijzigen van fysiologische functies bij de mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kun je een geneesmiddel herkennen

A

Aan een RVG-nummer, met een aantal cijfers erachter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

RVG

A

Registratie Verpakte Geneesmiddelen. Dit houdt in dat het is geregistreerd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent het als er een RVG-nummer op staat

A

Het geneesmiddel is goedgekeurd nadat het nauwkeurig onderzocht is of werkt, veilig en van de goede kwaliteit is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

UR

A

Uitsluitend op recept (via een arts). Het gaat om medicatie met een verhoogd risico, waarbij alleen artsen kunnen bepalen of iemand dit wel of niet kan gebruiken. Deze geneesmiddelen vallen niet onder zelfzorggeneesmiddelen. Het kan gaan om een hogere concentratie van de werkzame stof of een grote verpakkingseenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

UA

A

Uitsluitend in de Apotheek. Het gaat om medicijnen met een bepaald risico. Hier hoort een goede begeleiding en voorlichting bij. Deze geneesmiddelen vallen wel onder zelfzorg. De groep heeft een minder (mild) risico, terwijl de concentratie van de werkzame stof nog hoog kan zijn. Het kan om een grotere verpakkingseenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

UAD

A

Uitsluitend bij Apotheek en Drogist. Risico’s van deze geneesmiddelen zijn laag, de concentratie van de werkzamen stof is lager en de verpakkingseenheid is vaak kleiner. Zonder (assistent-) Drogist mag dit niet verkocht worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

AV

A

Algemeen Verkoop. Medicijnen hebben een laag risico. Ze kunnen door de klant veilig en verantwoord worden gebruikt als men ze gebruikt volgens de adviezen in de bijsluiter. Naast een zeer laag risico bevatten deze producten een zeer lage concentratie van de werkzame stof of/en een zeer kleine verpakkingseenheid. Er geldt geen adviesplicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hulpstoffen of vulstoffen

A

Stoffen die zelf niet de (belangrijkste) werkzame stof zijn maar wel de (toediening-)vorm vasthouden. Ze hebben vaak zelf ook een werking en kunnen de werking soms versterken of verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor worden hulp- en vulstoffen gebruikt

A

Om de smaak te verbeteren, een bepaalde kleur te geven aan het geneesmidden, als bindmiddelen of bijvoorbeeld om van 5 mg werkzame stof een tablet te maken van 50 mg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar moet rekening mee gehouden worden wat betreft de geschiktheid om een geneesmiddel te gebruiken

A

Diabetes, verhoogde bloeddruk of zoutarm/zoutloos dieet (mag geen producten met Natrium - zit vaak in bruistabletten of bruisgranulaat) en de aandoening Fenylketonurie (mag geen Aspartaam - E951)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doe je als een klacht niet voor zelfzorg in aanmerking komt

A

Stuur de klant door naar de (huis)arts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van welke factoren hangt de werking van een geneesmiddel af

A

De werkzame stof en dosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten tussen een Drogist en een apotheker

A

Verschillen: De opleidingsduur, opleidingsniveau, andere soorten geneesmiddelen, bijhouden van gegevens en medisch advies, patiënten/klanten
Overeenkomst: voorlichting over geneesmiddelen, zijn beroepsbeoefenaars

17
Q

Welke geneesmiddelen biedt een apotheker aan

A

UR, UA, UAD en AV

18
Q

Welke geneesmiddelen mag een drogist verkopen

A

UAD en AV

19
Q

Welke producten worden er naast zelfzorggeneesmiddelen verkocht in een drogisterij

A

Medische hulpmiddelen en voedingssupplementen. Deze vallen onder de Warenwet

20
Q

Wat zijn medische hulpmiddelen

A

Middelen die de gezondheid kunnen ondersteunen. (bijv. rollator, pleisters en thermometer). Ook deze moeten aan bepaalde eisen voldoen.

21
Q

Hoe herken je een medisch hulpmiddel

A

CE-markering, zonder de afkorting UAD of AV

22
Q

Wat zijn de eisen voor een medisch hulpmiddel

A

Moet doeltreffend zijn.
Constructie en ontwerp moeten veilig zijn (zowel chemisch, fysisch en microbiologisch)
De productie moet gecontroleerd worden en gevalideerd zijn.
Er moet voldoende informatie beschikbaar zijn voor de gebruiker over het product

22
Q

Wat zijn de eisen voor een medisch hulpmiddel

A

Moet doeltreffend zijn.
Constructie en ontwerp moeten veilig zijn (zowel chemisch, fysisch en microbiologisch)
De productie moet gecontroleerd worden en gevalideerd zijn.
Er moet voldoende informatie beschikbaar zijn voor de gebruiker over het product

23
Q

Wat is een voedingssupplement

A

Een aanvulling app onze dagelijkse voeding. Het gaat hierbij om vitaminen, mineralen, maar ook stoffen zoals knoflook, artisjok, visolie of L-lysine.
Ze worden ook wel VMS (Vitamines, Mineralen en Sporenelementen) genoemd.

24
Q

Eigenschappen van een voedingssupplement

A

Een zin zoals: ”een evenwichtige voeding bevat voldoende vitamines” en “bedoelt als aanvulling op de voeding”.
Er staat een doseringsadvies en hoeveel je dan binnen krijgt en daarnaast een Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH)
Daarnaast heeft het bijsluiter.

25
Q

Wat is de warenwet

A

Nederlandse Warenwet is een raamwet waaraan een groot aantal uitvoeringsbesluiten zijn opgehangen. Bijna alle medische hulpmiddelingen en voedingsmiddelen vallen onder de Warenwet

26
Q

Natuurlijke grondstoffen in geneesmiddelen

A

Dit is een werkzame stof die uit de natuur komt. Ook deze stoffen kunnen herstellend werken op het lichaam, net als dat ze ook een negatieve werking kunnen hebben of zelfs gevaarlijk kunnen zijn.

27
Q

Homeopathische geneesmiddelen

A

Hierbij kunnen plantaardige, dierlijke en minerale grondstoffen gebruikt worden

28
Q

Hoe kun je homeopatische geneesmiddelen herkennen

A

Er staat een RVH (Registratie Van Homeopatische Geneesmiddelen) op de verpakking met een nummer erachter

29
Q

Wat is St. Janskruid

A

Een natuurlijk middel tegen milde tot matige depressieve klachten. De samenstelling hiervan varieert sterk. Sommigen zijn verkrijgbaar in de drogisterij (RVH-geregistreerd) en anderen alleen bij de apotheek (RVG-geregistreerd)

30
Q

Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van St. Janskruid

A

maag-darmklachten, huidproblemen, moeheid, rusteloosheid, duizeligheid, hoofdpijn, slapeloosheid, droge mond en
onder invloed van UV-straling van de zonnebank of zonlicht kan het huiduitslag en roodheid veroorzaken.

31
Q

Wanneer mag St. Janskruid niet gebruikt worden

A
  • men medicatie slikt na een orgaan-transplantatie of bij een auto-immuunziekte,
  • bloedverdunners gebruikt,
  • epilepsie heeft,
  • hartklachten of aandoeningen aan de luchtwegen,
  • bij maagzuurremmers als Omeprazol en
  • bij bepaalde soorten van “de pil”