kennis Flashcards

1
Q

5 beloftes bij decentralisatie

A

1) integrale aanpak van problemen
2) preventief werken
3) kostenbesparingen
4) maatwerk
5) eigen regie en zelfredzaamheid bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de zes werelden van waarde waaruit mensen hun handelen proberen te legitimeren?

A

1) huiselijke waarde (persoonlijke relaties)
2) civiele waarde (gelijkheid)
3) industriële waarde (efficiëntie)
4) geïnspireerde waarde (creativiteit)
5) waarde van markt (competitie)
6) waarde van roem (legitimatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

governance

A

het uitvoeren van beleid, de controle op deze uitvoering, de verdeling van macht en de gedragsregels en principes van een organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

feeling rules

A

wat men denkt (niet) te moeten voelen op basis van verschillende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

framing rules

A

gaat in op het cognitieve, interpretatieve frame waarin gevoelens worden geplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

retreating/modest state

A

overheid trekt zich terug en laat burgers zelf beslissingen nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

greedy state

A

overheid is actief bezig met het beïnvloeden van gedrag van burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 dimensies van een paradigmashift

A

1) waarden, aannames en principes over aard van werkelijkheid, rol van de staat en sociale rechtvaardigheid
2) overeenstemming over het probleem dat overheidsinterventie vereist is
3) ideeën over welke beleidsdoelstellingen moeten worden nagestreefd
4) ideeën over geschikte beleidsstrategieën om deze doelen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verzorgingsstaat –> participatiesamenleving (3 stappen)

A

1) beperken van vermogen van de overheid om maatschappelijke problemen aan te pakken
2) gedeelde belangen tussen overheid en samenleving creëren
3) overheid moet burgers stimuleren om zich te gedragen naar gestelde norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de 3 paradigma’s

A

1) entitlement paradigma
2) workfare paradigma
3) activation paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

entitlement paradigma

A

overheid heeft verantwoordelijkheid naar burgers toe
- armoede verminderen
- sociale steun is een recht wat beschikbaar moet zijn voor alle burgers
probleem: economische onzekerheid, armoede & ongelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

workfare paradigma

A

burgers moeten eigen verantwoordelijkheid nemen
- beperkte ondersteuning
- ongelijkheid hoort bij het leven
- werken in ruil voor sociale steun
probleem: afhankelijkheidscultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

activation paradigma

A

overheid biedt kansen en middelen om burgers zelf verantwoordelijkheden te laten nemen
- tussenweg beide paradigma’s
- zwakken beschermen en burgers begeleiden naar eigen verantwoordelijkheid
- gelijke kansen voor iedereen
probleem: weinig motivatie om te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beleidsparadigma

A

een raamwerk van ideeën wat de beleidsdoelen moeten zijn en de beleidsinstrumenten die ervoor nodig zijn om de problemen op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

complexiteit van paradigmawisseling in praktijk

A

1) conflicterende beleidsparadigma’s: incommensurabiliteit
2) padafhankelijkheid: geen blanco begin, verleden beïnvloedt keuzes
3) dubbele decentralisatieparadox: overheid wil controle houden op… & schaalvergroting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

responsabilisering

A

overheid probeert de burgers te betrekken zodat zij zich verantwoordelijker gaan voelen voor bepaalde taken, die in eerste instantie bij de overheid liggen. Burgers worden ingezet om doelen van de overheid te bereiken.

17
Q

empowerment talk

A

we doen het samen, help de overheid. Als iets fout gaat, is de overheid eindverantwoordelijk.

18
Q

responsibility talk

A

je moet participeren, dat is de norm. Als iets fout gaat, ligt het aan de burger.

19
Q

waarom is burgerparticipatie belangrijk?

A

1) belang van democratische besluitvorming: responsibilisering + burgers ervaren consequenties
2) belang van effectieve besluitvorming: ervaringskennis als aanvullende kennisbron
3) patiëntgerichtheid als onderdeel van kwaliteit van zorg: inzicht krijgen in wat patiënten belangrijk vinden

20
Q

waarom is participatie een hoera-woord?

A

hoera-woorden zijn moeilijk tegen in te gaan vanwege hun positieve ondertoon. Hierdoor wordt er vaak niet kritisch gekeken naar bijvoorbeeld de ervaringen in de praktijk.

21
Q
A