Kaput 2 Voc Flashcards
1
Q
Murus
A
Muur
2
Q
Cura
A
Zorg
3
Q
Tergum
A
Rug
4
Q
Princeps
A
Princip-is m. Voornaamste, keizer
5
Q
Appelare
A
Aanspreken, noemen
6
Q
Interogare
A
Vragen, ondervragen
7
Q
Intrare
A
Binnengaan
8
Q
Ornare
A
Versieren, in orde brengen
9
Q
Debere
A
Moeten, verschuldigd zijn
10
Q
Inquit
A
Zegt hij/zij
11
Q
Iterum
A
Bijwoord
Opnieuw
12
Q
Sic
A
Bijwoord
Zo
13
Q
Autem
A
Voegwoord
Maar, echter
14
Q
Amare
A
Amo
Beminnen, houden van
15
Q
Monere
A
Moneo
Waarschuwen