kapitel 6 lernbox 1 2 3 en redemittel- sprechen Flashcards
1
Q
entweder- oder
A
of-of
2
Q
erst
A
pas
3
Q
der Fluss
A
de rivier
4
Q
sauber
A
schoon
5
Q
das schwimmbad
A
het zwembad
6
Q
sondern
A
(niet…) maar
7
Q
die Sprache
A
de taal
8
Q
der Urlaub
A
de vakantie
9
Q
der Wald
A
het bos
10
Q
die Welt
A
de wereld
11
Q
der Ausflug
A
het uitstapje
12
Q
egal
A
om het even
13
Q
faul
A
lui
14
Q
gefährlich
A
gevaarlijk
15
Q
gerade
A
net, op het moment, zojuist
16
Q
glauben
A
geloven
17
Q
die Insel
A
het eiland
18
Q
der See
A
het meer