Kapitel 20 exid Flashcards
1
Q
zünachst
A
aanvankelijk
2
Q
bezüglich
A
wat betreft
3
Q
durchaus
A
beslist
4
Q
unbedingt
A
per se
5
Q
tatsächlich
A
inderdaad
6
Q
allerdings
A
echter
7
Q
mitunter
A
af en toe
8
Q
freilich
A
natuurlijk
9
Q
hingegen
A
daarentegen
10
Q
dennoch
A
toch
11
Q
ja
A
immers
12
Q
immerhin
A
tenminste
13
Q
stattdessen
A
in plaats daarvan
14
Q
gegebenenfalls
A
indien nodig
15
Q
gefälligst
A
op z’n minst
16
Q
allemal
A
zeer beslist
17
Q
nachträglich
A
achteraf
18
Q
sofern
A
op voorwaarde dat
19
Q
längst
A
al lang
20
Q
bisher
A
tot nu toe
21
Q
bislang
A
tot dusverre
22
Q
recht
A
behoorlijk
23
Q
umso
A
des te
24
Q
etwa
A
bijvoorbeeld
25
ohnehin
sowieso
26
jeweils
telkens
27
allenfalls
hoogstens
28
ehe
voordat
29
offensichtlich
duidelijk
30
anscheinend
vermoedelijk
31
offenbar
blijkbaar
32
angeblich
kennelijk
33
geradezu
gewoonweg
34
zudem
bovendien
35
halt
gewoon
36
keineswegs
volstrekt niet
37
daher
daarom
38
demnach
derhalve
39
deswegen
daarom
40
somit
dus
41
oder
of
42
indem
door te
43
also
dus
44
ziemlich
tamelijk
45
irgendwie
op een of andere manier
46
jedoch
echter
47
sogar
zelfs
48
trotzdem
desondanks
49
falls
indien
50
außerdem
bovendien
51
das heißt
dat wil zeggen
52
eben
juist
53
gerade
net
54
etwa
ongeveer
55
schließlich
ten slotte