Kapitel 1 I Lektion 2 Du --> Nl Flashcards
1
Q
Bis
A
Tot
2
Q
Ein Bisschen
A
Een Beetje
3
Q
Der Nachname
A
De Achternaam
4
Q
Ohne
A
Zonder
5
Q
Schon
A
Al
6
Q
Seit
A
Sinds
7
Q
Üben
A
Oefenen
8
Q
Der Vorname
A
De Voornaam
9
Q
Weil
A
Omdat
10
Q
Zuerst
A
Eerst