KA's 1-17 Flashcards

1
Q

KA 1

A

de levenswijze van jagerverzamelaars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

KA 2

A

het ontstaan van landbouw en landbouwsamenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

KA 3

A

het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

KA 4

A

De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

KA 5

A

de groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

KA 6

A

de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

KA 7

A

de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

KA 8

A

de ontwikkeling van het Jodendom en het Christendom als eerste monotheïstische godsdienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

KA 9

A

het ontstaan en de verspreiding van de Islam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

KA 10

A

De vrijwel volledige vervanging in West-europa van de agrarische-urbane cultuur door een zelfvoorzienend agrarische cultuur, georganiseers via hofstelsel en horigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

KA 11

A

het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

KA 12

A

de verspreiding van het Christendom in geheel Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

KA 13

A

de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarische-urbane samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

KA 14

A

de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

KA 15

A

Het begin van staatsvorming en centralisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

KA 16

A

het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.

17
Q

KA 17

A

de expansies van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.