K2 L6 Flashcards
1
Q
Op maandag
A
Am Montag
2
Q
Maandag
A
Der Montag
3
Q
Dinsdag
A
Dienstag
4
Q
Woensdag
A
Mittwoch
5
Q
Donderdag
A
Donnerstag
6
Q
Vrijdag
A
Freitag
7
Q
Zaterdag
A
Samstag
8
Q
Zondag
A
Sonntag
9
Q
Door de week
A
Unter der woche
10
Q
In het weekend
A
Am Wochenende
11
Q
Vorige week
A
Letzte Woche
12
Q
Volgende week
A
Nächste Woche