Jurisprudentie

Question 1

Airey/Ireland

Answer 1

Recht op gratis bijstand in burgerlijke zaken o.g.v. art. 6 en 8 EVRM, anders geen effectief recht tot toegang tot het Hof en geen toegankelijke procedure.

Question 2

Capuano/Italië

Answer 2

Schending van redelijke termijn art. 6 lid 1 EVRM, want:
- vertraging had worden kunnen voorkomen door ingrijpen van de rechter
- overlijden van raadsman was niet te wijten aan eiseres

Question 3

Heesakkers/Voets

Answer 3

Rechter moet nagaan of in een consumentenovereenkomst een oneerlijk beding staat onder Richtlijn 93/13 EEG. Zo ja, dan moet beding worden vernietigd, tenzij de consument zich hiertegen verzet.

Question 4

Ebecek/Stichting Trudo

Answer 4

De regels van dwingend recht zijn gelijk aan de regels van openbare orde, dus ook deze regels moeten ambtshalve getoetst worden.

Question 5

De Nieuwe Woning/De Staat

Answer 5

Rolrichtlijnen zijn bindend o.g.v. algemene beginselen van behoorlijke rechtspraak. HR mag dus handelingen, arresten, vonnissen en beschikkingen vernietigen indien ze in strijd zijn met rolrichtlijnen.

Rolrichtlijnen vallen dus onder ‘recht’ in zin van art. 79 RO.

Question 6

Priore Medical/Van der Laan

Answer 6

art. 120 Rv geeft limitatieve mogelijkheden om roldatum te wijzigen. Je mag de roldatum maar 1 keer uitstellen, ook als je meerdere keren een legitieme reden hebt.

Question 7

Pots/Van den Hoek

Answer 7

Bij fout in betekening kan gebrek hersteld worden door toestemming wederpartij. Toestemming is af te leiden van:
1) wederpartij komt opdagen
2) Wp voert enkel principale verweren

Question 8

Grapendaal/Nationale Nederlanden

Answer 8

Het wachten op second opinion valt niet onder limitatieve mogelijkheden ex art. 120 Rv

Question 9

Staat/Van Galen

Answer 9

Excepties zijn verweermiddelen die ertoe strekken dat de rechter op grond van regels van processuele aard, niet tot beoordeling van rechtsbetrekking in geschil kan komen

Question 10

Vries/Gemeente Voorst

Answer 10

Rechter mag terugkomen op zijn eerdere eindbeslissing, mits er gebleken is dat de eindbeslissing juridisch of feitelijk onjuist is.

Question 11

Ciba Geigy/Voorbraak

Answer 11

Andersluidend oordeel in bodemgeschil staat er niet aan in de weg dat eenmaal verbeurde dwangsommen verschuldigd blijven.

Question 12

M’Barek/Van der Vloodt

Answer 12

Geldvordering bij voorraad toegewezen in kort geding, vereisten:
1) vordering op gedaagde voldoende aannemelijk?
2) Voldoende spoedeisendheid?
3) Restitutierisico

Question 13

Dispasa Europe/Huyton

Answer 13

Rechter moet ambtshalve de documentatie toetsen en partijen voldoende tijd geven om ernaar te kijken. Door wijzen van tussenvonnis kunnen partijen zich hierover uitlaten en is er voldaan aan beginsel van hoor- en wederhoor

Question 14

Molenbeek/Begeer

Answer 14

Bepalingen over beslag die gelden voor IE-zaken zijn ook toe te passen op niet IE-zaken

Question 15

VNP/Havrij

Answer 15

Aanbod van getuigenbewijs valt ook onder beginsel hoor- en wederhoor.

Question 16

TFS/NS

Answer 16

Vereisten omkeringsregel:
1) Normschending en norm beschermt tegen specifiek gevaar
2) Gevaar is ingetreden

Question 17

Waarheidsplicht

Answer 17

art. 21 Rv: bewust verzwijgen van relevante feiten kan fataal zijn voor een vordering of verweer.

Question 18

Nannini/SFT

Answer 18

Vernietiging arbitraal vonnis enkel:
1) motivering ontbreekt
2) Enige steekhoudende verklaring voor desbetreffende beslissing ontbreekt

Question 19

Staat/Princeville

Answer 19

art. 31 Rv, rectificatie: Rectificatie staat wel open als er sprake is van een overduidelijke procedurefout.

Question 20

De Vries/Gemeente Voorst

Answer 20

Eisen van goede procesorde brengen met zich mee dat de rechter, aan wie gebleken is dat een eerdere door hem gegeven eindbeslissing juridisch of feitelijk onjuist is, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid gekregen hebben zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van deze eindbeslissing om te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak doet.

Question 21

Wertenbroek qq/Van den Heuvel & Van Vlerken

Answer 21

art. 347 lid 1 Rv: Grieven die niet bij memorie van grieven of memorie van antwoord zijn ingesteld, worden niet behandeld door de rechter. 2 uitzonderingen:
1) Met toestemming van de wp
2) Aanpassing van de feiten

Question 22

X/LTO Noord Verzekeringen BV

Answer 22

Nieuw verweer is niet per se nieuwe grief.

Incidenteel beroep is zelfstandig ten opzichte van het principale beroep.

Question 23

B/F

Answer 23

Indien je verweer voert dat van invloed had kunnen zijn op bindende eindbeslissing dan had je dit verweer eerder moeten voeren. Het is dan in strijd met de goede procesorde om na die bindende eindbeslissing en de kaderafbakening dat verweer alsnog te voeren.

Question 24

Bokalis/Fugro

Answer 24

Berusting indien je geen rechtsmiddel meer gaat aanwenden.

Een persbericht is mededeling aan derde en niet aan procespartij, en dus ook geen berusting.

Berusting kan alleen plaatsvinden middels mededeling aan procespartij.

Question 25

Van Berkel/Tribosa

Answer 25

Beslag op toekomstige huurpenningen uit een bestaande huurovereenkomst is mogelijk

Question 26

Taams/Boudeling

Answer 26

Het is mogelijk dat iemand wordt uitgelokt tot het geven van een klap. Of er sprake is van uitlokking hangt af van alle relevante omstandigheden van het geval.

Question 27

3 typen vonnissen

Answer 27

1) condemnatoir vonnis: veroordeling. Vereist uitvoering.
2) Declaratoir vonnis: vaststellen rechtstoestand. Vonnis kan vervolgens gebruikt worden om schadevergoeding te krijgen
3) Constitutief vonnis: beëindigd, wijzigt of stelt bepaalde toestand in het leven.

Question 28

Van der Graaf/Van der Voort

Answer 28

Voor stuk van deelvonnis wat eindvonnis is, ga je in appel binnen de gewone termijn van 3 maanden na deelvonnis. Hier geldt de appelbeperking van art. 337 lid 2 Rv dus niet.

Question 29

Ajax/Reule

Answer 29

Eis in hoofdzaak kan ook een kort geding zijn. Indien de eis in hoofdzaak niet op tijd wordt ingediend, vervalt het beslag.

Question 30

Forward/Huber

Answer 30

blokkerende werking – uitgangspunt is dat beslag kleeft aan een goed (zaaksgevolg).