IxD Boek Benyon H7 Flashcards

1
Q

Wat is een ‘requirement’?

A

Iets wat een product moet doen of een kwaliteit die een product moet hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 categorieën requirements zijn er?

A

1) Functional

2) Non-functional

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn functional requirements?

A

Wat het systeem moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn non-functional requirements?

A

Een kwaliteit die het systeem moet hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar staat MoSCoW voor?

A
  • Must Have
  • Should have
  • Could have
  • Want to have but won’t have this time around
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat ‘must have’ voor?

A

fundamentele benodigdheden die het systeem werkend en nuttig maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat ‘Should have’ voor?

A

zouden essentieel zijn als er meer tijd beschikbaar was, maar het systeem kan zonder deze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar staat ‘Could have’ voor?

A

Minder belangrijk, en kan weggelaten worden uit de huidige ontwikkeling van het prodcut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar staat ‘Want to have but won’t have this time round’ voor?

A

Kan later ontwikkeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zijn de designers van een systeem/product ook de gebruikers?

A

Nee. De (toekomstige) gebruikers waar ze mee samenwerken kunnen wel de uiteindelijke gebruikers zijn. Designers moeten ontwerpen voor de behoeften van andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten interviews zijn er te onderscheiden?(3)

A

1) Structured
2) Semi-structured
3) Completely unstructured

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertel wat structured interviews zijn

A

Vragen zijn voorhand bedacht, er kan niet doorgevraagd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vertel wat semi-structured interviews zijn

A

Vragen zijn voorhand bedacht, maar kunnen anders verwoord worden om flexibeler door te vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vertel wat completely unstructured interviews zijn

A

Vaak gebruikt wanneer weinig achtergrond informatie beschikbaar is. Er zijn voorbedachten vragen of onderwerpen vastgesteld, behalve het hoofdonderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een ‘think-aloud commentary’?

A

Gebruikers moeten stap voor stap iets uitvoeren en hardop nadenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom worden ‘questionnaires’ gebruikt?

A

Questionnaire zijn een manier om een grote groep mensen te enquêteren en de tijd/geld is niet aanwezig om al deze mensen te interviewen

17
Q

Wat zijn ‘probes’?

A

Probes zijn (collecties van) artefacten die vereisten, ideen of meningen uitlokken.

18
Q

Waarom worden ‘card-sorting techniques’ gebruikt

A

Card sorting wordt gebruikt om te begrijpen hoe mensen dingen rangschikken en classificeren.

19
Q

Welke 2 soorten ‘card-sorting’ zijn er?

A

1) Open: lege kaarten en deelnemers moeten objecten/acties invullen
2) Dicht: kaarten zijn al gecategoriseerd en deelnemers moeten objecten invullen

20
Q

Wat heeft observeren als voordeel op interviewen of enqueteren?

A

Bij een interview kan de deelnemer liegen omdat hij zich schaamt, dus iets anders voordoen dan het is. Bij een observatie zie je iets echt gebeuren zoals het is.

21
Q

Wat is een nadeel van observatie? (2)

A

1) De observant beschrijft iets vanuit zijn perspectief wat niet altijd even juist is.
2) De geobserveerde weet dat hij bekeken wordt en gedraagt zich anders dan in natuurlijke omstandigheden.