is marathon lopen gezond? Flashcards
Deze tekst gaat over het lopen van een marathon. Is een hardloopwedstrijd van ruim 42 kilometer wel gezond?
1
Q
openbaar (voor iedereen toegankelijk)
A
public
2
Q
public
A
openbaar (voor iedereen toegankelijk)
3
Q
toegankelijk
A
accessible
4
Q
accessible
A
toegankelijk
5
Q
een aantal vragen
A
a number of questions
6
Q
a number of questions
A
een aantal vragen
7
Q
een geweldige ervaring
A
a great experience
8
Q
a great experience
A
een geweldige ervaring
9
Q
een hardloopwedstrijd
A
a running competition
10
Q
a running competition
A
een hardloopwedstrijd
11
Q
een afstand van 42 kilometer
A
a distance of 42 kilometers
12
Q
a distance of 42 kilometers
A
een afstand van 42 kilometer
13
Q
viel dood neer
A
fell down dead
14
Q
fell down dead
A
viel dood neer
15
Q
aangekomen
A
arrived
16
Q
arrived
A
aangekomen
17
Q
blijkt telkens weer uit onderzoek
A
research proves time and again
18
Q
research proves time and again
A
blijkt telkens weer uit onderzoek
19
Q
telkens weer
A
time and again / again and again
20
Q
time and again / again and again
A
telkens weer
21
Q
blijken
A
to prove / turn out
22
Q
to prove / turn out
A
blijken
23
Q
het blijkt dat
A
it turns out that
24
Q
it turns out that
A
het blijkt dat
25
hoge leeftijd
old age
26
old age
hoge leeftijd
27
niet voor niets
not for nothing
28
not for nothing
niet voor niets
29
maagdarmproblemen
gastrointestinal problems
30
gastrointestinal problems
maagdarmproblemen
31
blessures
injuries
32
injuries
blessures
33
hartfalen
heart failure
34
heart failure
hartfalen
35
lijkt een marathon niet bepaald een gezonde bezigheid
running a marathon doesn't exactly seem like a healthy activity
36
bepaald
certain, specific, definite
37
certain, specific, definite
bepaald
38
een bezigheid
an activity
39
an activity
een bezigheid
40
de mens is niet gebouwd op het lopen van een marathon
humans are not built to run a marathon
41
hater
hater
42
het skelet kan niet urenlang gedreun verdragen
the skeleton cannot tolerate hours of pounding
43
gedreun
pounding
44
pounding
gedreun
45
verdragen
to endure / tolerate
46
to endure / tolerate
verdragen
47
alsof
as if
48
as if
alsof
49
het verhaal over
the story about
50
the story about
het verhaal over
51
niet waar
not true
52
not true
niet waar
53
echt waar
really and truly
54
really and truly
echt waar
55
volgens
according to
56
according to
volgens
57
storten zich
throw themselves
58
throw themselves
storten zich
59
een versinzel
a fabrication / fiction
60
a fabrication / fiction
een verzinsel
61
onderzoek
research
62
research
onderzoek
63
een hardloper tijdens het rennen knieen en enkels belast met vier tot vijf keer zijn eigen lichaamsgewicht
while running a runner burdens their knees and ankles with four to five times their own bodyweight
64
belasten
to tax / burden
65
to tax / burden
belasten
66
oplopen tot
to rise to
67
des te groter de kans
the greater the chance
68
the greater the chance
des te groter de kans
69
wat dat betreft
in that regard
70
in that regard
wat dat betreft
71
dat heeft gelijk
that is right
72
that is right
dat heeft gelijk
73
voorbereiding
preparation
74
preparation
voorbereiding
75
zich
themselves / oneself / itself / himself / herself
76
themselves / oneself / itself / himself / herself
zich
77
toch
yet / still / nevertheless
78
yet / still / nevertheless
toch
79
hij heeft zeer goed voorbereid
he has prepared very well
80
he has prepared very well
hij heeft zeer goed voorbereid
81
langdurig
long lasting
82
long lasting
langduring
83
een ongezond imago bezorgen
to give an unhealthy image
84
bezorgen
to deliver
85
to deliver
bezorgen
86
het menselijk lichaam
the human body
87
the human body
het menselijk lichaam
88
vooraf
in advance
89
in advance
vooraf
90
uitgekiend
clever
91
clever
uitgekiend
92
voedingspatroon
diet
93
diet
voedingspatroon
94
uitputting voorkomen
prevent exhaustion
95
uitputting
exhaustion
96
exhaustion
uitputting
97
voorkomen
to prevent
98
to prevent
voorkomen
99
de inname van vocht
the intake of fluid
100
the intake of fluid
de inname van vocht
101
vochtig
damp
102
damp
vochtig
103
vochtigheid
humidity
104
humidity
vochtigheid
105
maag en darmen
stomach and intestines
106
stomach and intestines
maag en darmen
107
met moeite verwerken
to process with difficulty
108
to process with difficulty
met moeite verwerken
109
voldoende
sufficient
110
sufficient
voldoende
111
meedoen
to participate
112
to participate
meedoen
113
onvoldoende
insufficient
114
insufficient
onvoldoende
115
overbelast
overloaded
116
overloaded
overbelast
117
een overbelast hart
an overloaded heart
118
klachten
complaints
119
complaints
klachten
120
erger
worse
121
worse
erger
122
maar het kan ook erger
but it could be worse
123
but it could be worse
maar het kan ook erger
124
125
zo werd
thus became
126
thus became
zo werd
127
opgeschrikt
startled
128
startled
opgeschrikt
129
fatale hartstilstand
fatal cardiac arrest
130
fatal cardiac arrest
fatale hartstilstand
131
deelnemer
participant
132
participant
deelnemer
133
schatting
estimation
134
estimation
schatting
135
roepen
to call / cry / shout
136
to call / cry / shout
roepen
137
dat roept vragen op
the raises questions
138
regelmatig
regularly
139
regularly
regelmatig
140
bewegen
move
141
move
bewegen
142
juist
just / correct
143
just / correct
juist
144
beschermen
to protect
145
to protect
beschermen
146
vaatziektes
vascular diseases
147
vascular diseases
vaatziektes
148
plotselinge
sudden
149
sudden
plotselinge
150
inspanning
effort
151
effort
inspanning
152
een totaal gebrek aan
a total lack of
153
a total lack of
een totaal gebrek aan
154
gevaarlijk
dangerous
155
dangerous
gevaarlijk
156
bijvoorbeeld
for example
157
for example
bijvoorbeeld
158
vaststellen
to establish
159
to establish
vaststellen
160
ongeveer
about / approximately
161
about / approximately
ongeveer
162
werden getroffen door
were affected by
163
een infarct
a heart attack
164
a heart attack
een infarct
165
wellicht
perhaps
166
perhaps
wellicht
167
keuring
inspection
168
inspection
keuring
169
keuringsdienst
inspection service
170
inspection service
keuringsdienst
171
waarde
value
172
value
waarde
173
behoren
should / ought / must
174
should / ought / must
behoren
