investeringsselectie methoden Flashcards
1
Q
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
A
Gemiddelde EBIT / gemiddelde geinvesteerd vermogen X 100%
2
Q
Terugverdienperiode
A
Investering / cashflow (alle vrij kasstromen bij elkaar optellen
3
Q
Interne rentabiliteit
A
waar de netto contante waarde op 0 uitkomt (SOM alle vrije kasstromen)
4
Q
Netto contante waarde
A
Vrije kasstroom / (1+rendementseis)^jaar
5
Q
Vrije kasstromen
A
Resultaat na belasting + afschrijvingen - investering + desinvestering