introductie lean Flashcards

1
Q

vat de geschiedenis van lean samen

A
  1. eerst allemaal auto’s verschillend, hoge kosten, lange productietijd, lage productiesnelheid
  2. tom ford met zelfde auto’s. kortere doorlooptijd, hoge productie, uitwisselbare onderwerpen, laagopgeleide mensen.
  3. Alfred Sloan met meerdere lijnen auto’s, klantvraag meer soorten
  4. Toyota: combinatie van beide, continue vebetercultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontstaan lean + voordelen

A

door womack jones en roos:
toyota:
- betere kwaliteit
- minder opslag
- minder oppervlakte nodig
- minder uren
- minder fouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zegt toyota over opslag vs GM (general motors)

A

zo min mogelijk, zodaty medewerkers makkelijker face to face kunnen overleggen. geen ruimte voor voorraad. GM vind dit juist wel om auto’s te repareren en zorgen dat productie vloeit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5 basisprincipes ‘the toyota way’

A
  1. uitdaging: voor het in stand houden van een lange termijn visie
  2. teamwork
  3. respect: neem verantwoordelijkheid en vertrouw elkaar
  4. genchi genbetsu: go and see, keuzes gebaseerd op feiten (die je zelf hebt gezien)
  5. Kaizen: continu verbeteren, altijd imperfectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

teken het huis van toyota

A

boven: beste kwaliteiti, lage kosten, korte doorlooptijd
links: just in time
rechts: jidoka
onder: operationele stabiliteit
midden: flexibele, capabele, gemotiveerde mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef uitleg over het dak van huis van totyota

A

beste kwaliteit, laagste kosten, kortste doorlooptijd: verwijderen van verspillingen geeft een kortere productieflow (korte doorlooptijd). Doel van lean: KKD-driehoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de QCD-driehoek?

A

doel van lean, kwaliteit, kosten, doorlooptijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef uitleg over de vloer van het huis van toyota

A

operationele stabiliteit: standaard werk, Total productive maintanance, robuuste processen, visueel management, 5S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is standaard werk?

A
  1. takt tijd: snelheid waarmee producten gemaakt moeten worden om te voldoen aan de klantvraag
  2. werkvolgorde: volgorde waarin de taak afgemaakt moet worden
  3. standaard voorraad die nodig is om het proces soepel te laten voorlopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is total productive maintanance TPM?

A

dat alle machines altijd hun taak kunnen doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer is TPM total?

A
  1. als iedereen mee doet
  2. als de 6 verspillingen mee tegen worden gegaan
  3. dit de gehele cyclus gebeurt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de 6 verspillingen bij tpm?

A
  1. afval
  2. omsteltijd
  3. snelheidsverlies
  4. kleine stops
  5. uitvaltijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn robuuste processen?

A

standaard werk: capabel, betrouwbaar, herhaalbaar. basis voor verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is visueel management?

A

inzichtelijk maken van processen, zodat iedereen ze in kan zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de 5S?

A

schikken, sorteren, standadiseren, schoonmaken. in het midden: strikt opvolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is just in time? uit welke 3 bestaat het?

A

precies maken wat wanneer en hoeveel er nodig is. continue flow, pull systeem, heijjunka (gebalanceerde productie)

17
Q

wat is continue flow?

A

het zo continue mogelijk verplaatsen van het product door een serie van processtappen

18
Q

wat is het pullsysteem?

A

tegen overproductie. alleen op klantvraag. als er een blokje uitgehaald wordt, wordt alleen dat blokje weer opgevuld

19
Q

wat is heijunka/ gebalanceerde productie?

A

het levellen van productie. inplaats van eerst alleen a maken, dan alleen b en dan c, het juist door elkaar maken. tegenovergestelde van massaproductie

20
Q

wat is jidoka?

A

gaat over machines. ingebouwde kwalitiet door bijv. een waarschuingssysteem in een machine ipv iemand die de machine monitoort.

21
Q

waar bestaat jidoka uit?

A

foutbestendig door cyclus automatische stop, arbeid-machine efficentie, visuele controle (andon bord)

22
Q

wat is andon?

A

onderdeel van jidoka, visuele controles. het andon bord laat zien waar problemen in de productielijn zitten.

23
Q

wat zijn de 5 leanprincipes?

A

waarde, waardestroom, flow, pull, perfectie

24
Q

wat houdt het leanprincipe perfectie in?

A

hoge kwaliteit, lage kosten, binnen tijd dat de klant het wil en het product wat de klant vraagt. door minimanliseren van waste

25
wat is het kanomodel?
het oogpunt van de klant: 1. overtreffende verwachting 2. prestatie 3. basis karakteristiek 4. ergenissen
26
omschrijf: muda, mudi, muri
verspilling, ongelijke verdeling, overbelasting
27
wat zijn de 8 verspillingen?
transport, voorraad, beweging, wachten, overproductie, overproccesing, fouten, onbenut talent
28
wat betektn de doorlooptijd?
tijd van idee tot markt tot order tot geld. vooral gericht op de klantvraag.
29
wat zijn onderdelen van de doorlooptijd?
lage kosten, koopvoorraad, klant gerichtheid
30
wat zijn effecten van korte doorlooptijden?
lean filosofie: korte doorlooptijden= snelle anticipatie= hoge betrouwbarheid levering. lage voorraad, hoge cashflow