Interne Toets Flashcards

1
Q

Nefritis na keelontsteking

A

IgA nefropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Allergie geassocieerd

A

IgE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bijwerking tybercostatica

A

Levertoxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vrouw uit Afrika met hoesten, koorts en afwijking in longen

A

Tuberculose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Therapie bij SIADH

A

Vochtrestrictie 1L/24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Maximale ophoging natrium

A

Acuut: 2 mmol/l/uur
Chronisch: 8 mmol/l/dag
Algemeen: nooit meer dan 10 mmol/l/dag, niet meer dan 18 mmol/l/eerste 48 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ATN vs prerenaal nierfalen

A

Urinenatrium

ATN 120

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Haemoptoe en nierfalen

A

Syndroom van Goodpasture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Adjudante chemo wordt gegeven tegen?

A

Micrometastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Therapie colon carcinoom

A

Ok + post ok chemo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anuscarcinoom is geassocieerd met

A

HPV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Splenomegalie met verhoogde leuko’s, laag hb en lage trombo’s

A

CCL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Amyloidose

A

Proteïnurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

COPD

A

GEEN bronchiaal ademgeruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Man met acuut ontstaan rectaal bloedverlies, ook acuut gestopt

A

Divertikel bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Maagulcus zonder NSAID gebruik

A

Helicobacter pylori radicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Behandeling acute pancreatitis door hypertriglyceridemie

A

Aderlating / triglyceride plasmaferese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Militair met afwijkende lipiden waarden

A

Familiaire gecombineerde hyperlipidemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hypernatriemie

A

Absoluut water tekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom ace remmer bij systolische hypertensie

A

Voorkoming CVA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke stollingsfactoren worden geremd door vit K antagonisten

A

Factor 2, 7, 9, 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Alcoholabuses met Wernicke encefalopahie

A

Vit. b12 tekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Tse-tsé vlieg

A

Trypanosomiasis (slaapziekte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Behandelduur UWI man

A

7 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hyponatriemie bloed

Hypernatriemie urine

A

SIADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hypokaliemie

A

Ecg veranderingen, paralyse, thabdomyolyse

Misselijkheid, braken, diarree, ileus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

ECG met hoog QRS complex, hoe behandelen

A

Dagibatran / DOAC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Philadelphia chromosoom wijst op

A

CML

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

JAK 2 mutatie

A

Polycystemia Vera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Therapie resistente hypertensie, welke test volgt

A

Aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hyper of hypokaliemie

Welk aanvullend onderzoek

A

Ecg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Pt met chr nierinsufficientie. Nu op seh met POB, misselijkheid, braken en PTA depressie

A

Uremie —> spoeddialyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Incubatietijd dengue

A

4-15 dgn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Hormonen hypofyse voorkwab

A
Groeihormoon
TSH
ACTH
FSH/LH
prolactine
MSH
endorfine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hormonen hypofyse achterkwab

A

Neurohypofyse:

ADH
Oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Anti emmetica stimuleert

A

Prolactine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Asymptomatischr AF

Welke behandeling ter preventie trombo embolisch event

A

DOAC / dagibatran

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Waarom bestraalde bloedproducten

A

Voorkoming graft vs host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Vrouw met sepsis en heparine

A

Diffuse intravasale stolling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Beleid astma bronchiale bij gebruik van B2 agobiar + ICS

A

Leukotrienantagonist zoals montelukast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Transmissieroutes virale hepatiden

A
Hepatitis A : feco oraal
B besmette lichaamsvloeistoffen
C direct bloed contact
D bloed en seksueel contact
E feco oraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

SIADH

A

Veel adh productie dus houdt veel
Vocht vast maar gering zoutverlies

EUVOLEMISCH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Oude man met polyfarmacie en pijn in epigastio en duizeligheid en vallen. Welke medicatie stop je?

A

Naproxen en nitrazepam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Snachts hogere bloeddruk dan overdag. Welk ao?

A

Polysomnografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

PTT 11.3 (normaal)
INR 1 (normaal)
aPTT 53,45 (verlengd)!

Past bij:

A

Heparine gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Meest voorkomende aangeboren immuundeficientie

A

SCID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q
COPD exacerbaría met bloedgas:
Ph 7,28
Pco2 12
Po2 7
Be+ 10
A

Acute om chronische respiratoire insufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Waartussen maak je onderscheid met gramkleuring

A

S aureus en E coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Welk orgaan is niet aangetast door DM

A

Gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Behandeling polycythemia Vera

A

Aderlaten / flebotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Zwangere met hypertensie van 23 jaar. Welke medicatie?

A

Methyldopa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Maaghevel met daling serum K, wat verwacht je van urine K

A

Verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Anti ds-DNA en ANA wijzen op

A

SLE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Anti rnp positief

A

Mixed connective tissue disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Pneumonie niet opknappend op normale Ab, blijft hoesten en afvallen

A

Tuberculose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Pt met pancreatitis en cholangeocarcinoom, vit K suppletie zorgt niet voor inr verlaging. Hoe kan dat?

A

Vit K kan niet oraal worden opgenomen door pancreasinsufficientir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

PO2 stijgt niet op O2 suppletie

A

Shunting

58
Q

Wat geef je direct bij bevestigd trombosebeen

A

LMWH of DOAC

59
Q

screening hepatocellulair carcinoom

A

Echo lever

60
Q

Ao bij 52 jarige vrouw met knobbeltje in de borst

A

Mammografie

61
Q

Man met stress, lichte icterus, mild verhoogd bili

A

Ziekte van Gilbert

62
Q

Pijnlijk dik been met verdenking DVT. Wat doe je

A

D dineer

Echo

63
Q

Meest voorkomende verwekker pneumonie

A

S pneumoniae

64
Q

Onderscheid pneumonie met bacteriële verwekker of viraal

A

Kan niet obv anamnese en lo

65
Q

Klapvoet + holtevorming long

A

Granulomatose polyangiitis

66
Q

Oude vrouw polyfarmacie

Nu duizelig en spraakstoornissen

A

CVA

67
Q

Risicoschatting vallen

A

Vallen in voorgeschiedenis

68
Q

Man met B2 maagresectie. Welk onderzoek is niet meer mogelijk.

A

Ercp

69
Q

Snel progressieve immuungemedieerde glomerulonefritis

Wat is de eerste stap

A

Plasmaferese

70
Q

Dropgeinduceerde hypertensie

A

Hypokaliemie

71
Q

Plasmacellen produceren

A

IgG, IgM en IgA

72
Q

Hoog LDL en hoog bili

A

Cholestatische bilirubine verhoging

73
Q

Meest voorkomende hypofysetumor

A

Prolactinoom

74
Q

Morbus Sheehan

A

Geen tumor maar necrose van hypofyse na bloedverlies bij een bevalling

75
Q

Wat veroorzaakt P falciparum

A

Dodelijke variant malaria

76
Q

N meningitidis is

A

Gram NEGATIEF

77
Q

Vaststellen M Crohn

A

Calciproteine verhoogd

78
Q

Pijnlijke teen bij lisinopril

A

Jicht -> dus Ace remmer stoppen

79
Q

Contra indicatie van ACE remmer

A

Raynaud

80
Q

Geen risico voor borstkanker

A

HPV besmetting

81
Q

Screening hereditair non polyposis coloncarcinoom

A

Coloscopie

82
Q

56 jarige man met gemetastaseerd pancreasca. Ligt merendeels op bed en is 10 kg afgevallen. Er wordt niet gestart met chemo, waarom?

A

WHO 3

83
Q

Welke behandeling wordt nooit gegeven bij coloncarcinoom maar wel vaak bij rectumcarcinoom?

A

Radiotherapie

84
Q

Wat is waar over tuberculose

A

4 middelen 2 maanden, daarna nog 2 middelen voor 4 maanden

85
Q

Eerste keus Ab bij CAP

A

Amoxicilline

86
Q

Anti hbs positief
Anti HBC negatief
Hbsag negatief
Hbeag negatief

A

Vaccinatie tegen hepatitis b

87
Q

wat past niet in de diagnose acute hiv infectie

A

Verhoogd aantal trombocyten

88
Q

Patiënt met transpireren en toegenomen ringmaat.
IGF-1 verhoogd

Welk aanvullend onderzoek is geïnduceerd om acromegalie vast te stellen

A

Orale glucose tolerantie test

89
Q

30 jarige vrouw met panhypopituitarisme, ontstaan na gecompliceerde bevalling. Hoe heet dit syndroom?

A

Syndroom van Sheehan

90
Q

Wat is de kans dat bij een patiënt met een eerste idiopqtbische DVT een onderliggende maligniteit kan worden aangetoond?

A

5%

91
Q

43 jarige gezonde vrouw heeft hypertensie en spontane hypokaliemie. U denkt aan mineralocorticoide hypertensie en laat plasma renine activiteit en aldosteron bepalen. Beiden blijken verlaagd. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de hypertensie?

A

Dropgebruik

92
Q

Mannelijke patiënt van 57 met overgewicht (BMI 35) met nuchter glucose 5.7 en plasma triglyceriden 1,7. Buikomvang is 106cm, er is geen sprake van hypertensie. Van welke ziekte is er sprake en welke behandeling?

A

Obesitas —> afvallen

93
Q

32 jarige vrouw met ernstige vetstofwissingsstoornis.
Lo: geen eruptieve xanthomen, maar wel huidlijnxanthomen in handpalmen.
Lab: totaal chol 10,9 (verhoogd)
Ldlc 4,9 (verhoogd) TG 5,4 (verhoogd) hdl 0,9 (onderrand normaal) apoB 0,8 (normaal)

Meest waarschijnlijke diagnose en diagnostische stap?

A

Familiaire dysbetalipoproteinemie

—> apoE genotype bepalen

94
Q

Man met klapvoet, moeheid, bloederige korsten in z’n neus, heesheid en niet productieve hoest met 3kg afvallen

A

Granulomatose met polyangiitis

95
Q

Wat is de functie van CD4+ T-cellen?

A

T-helper cellen die oa Bcellen aanzetten tot differentiatie en antilichaam productie en activatie van macrofagen en cytotoxische T cellen

96
Q

Welke cel is verantwoordelijk voor fagocytose?

A

Monocyt

97
Q

Welk percentage van de gezonde bevolking is ANA positief?

A

10%

98
Q

63 jarige vrouw heeft sinds 2 weken meer klachten van hoesten, opgeven van groen sputum en dyspnoe d’effort. Geen koorts. Vorig jaar 3x zelfde episode gehad, toen hield antibiotica goed. Welke werkdiagnose overweegt u nu?

A

COPD —> door ontsteking geexacerbeerd

99
Q

Verdenking longembolie kan worden uitgesloten indien?

A

Lage uitkomst beslisregel en normale D dineer waarde

100
Q

Man 40 jaar, nooit gerookt. Sinds enkele maanden hoesten en ook kortademig, piepende ademhaling. U denkt aan astma bronchiale. Ondanks ICS en b2agonisten houdt hij klachten. Wat voeg je toe?

A

Leukotrieenreceptorantagonist

101
Q

18 jarige student geneeskunde had als kind astma, laatste 5 jaar geen last meer van gehad. Nu na ‘griepje’ lichte mate benauwdheid tijdens roeitraining en als er terookt wordt op feestjes. Putjes salbutamol werken goed. Wat is de oorzaak van de benauwdheid?

A

Belemmering expiratoire Cloe —> expiratoire wheezing

102
Q

30 jarige man met zuurbranden zonder allarmsymptomen of passageklachten. Wat doe je?

A

Start PPI 40 mg 1dd

103
Q

Wat geeft Child pugh score aan?

A

1- en 2 jaarsoverleving

104
Q

Welke ziekte is geassocieerd met IBD?

A

PSC primair scleroserende cholangistis. Ook auto-immuun

105
Q

Overgang van duodenum naar jejunum?

A

Ligamentum van Treitz

106
Q

Wat is behandeling tav osteoporose bij fractuur?

A

Bifosfanaat, calcium en zn vit D

107
Q

Dementerende pt met verwardheid en onrust. Temp 37.8 met urineretentie. WD uwi met delier.
Wat is het juiste beleid tav delier, naast CAD en antibiotica?

A

Haldol laagste dosering ivm dementie

108
Q

Henoch-schonlein is IgA vasculitis die leidt tot purpura. Welk symptoom pas bij deze aandoening?

A

Artritis van kleine gewrichten

109
Q

Een thalassemie kenmerkt zich door:

A

Microcytaire anemie

110
Q
25 jarige vrouw met lichte icterus en dyspnoe op SEH. 
Lab: 
hb 2,8
Mcv 70
Reticulocyten 0,7%
Leuko normaal
Trombo normaal
LDH 1900

Wat zie je wss in het bloeduitstrijk?

A

Hemolytische anemie —> Sferocyten

111
Q

Na Crush letsel op IC. Dag 2 oligurie met donkere urine. Urinestick + voor ery’s

A

Myoglobunirie reageert ook op urinestick en duidt op spierafbraak

112
Q

Maaghevel na ok, laag kalium. Wat verwacht je van urine kalium

A

Verhoogd

113
Q

35 jarige man op SEH met hemoptoe en hypertensie. Serumkreatinine is 350 mmol/l

Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

A

Syndroom van Good Pasture

114
Q
Pt met diabetische nefropathie met adequate medicatie heeft de volgende controles:
Rr/ 135/70 
Kreta klaring 40
Eiwit 0,86
Hba1c 60

Welke medicamenteuze behandeling is aangewezen ter bescherming vd nierfunctie?

A

Start nifedipine of amlodipine

115
Q

Splenomegalie bij myelofibrose

A

Extramedullaire hematopoese

116
Q

Doorslaggevende diagnostiek macroadenoom

A

MRI hypofyse

117
Q

Missende medicatie bij oude man met oa hypertensie, loopt met wandelstok

A

Omeprazol

118
Q

Behandeling SIADH

A

Vochtrestrictie

119
Q

Behandeling centrale diabetes insipidus

A

Vasopressie

120
Q

Minst waarschijnlijk nefrotisch syndroom

A

Interstitiele nefritis

121
Q

Nierinsufficientie bij endocarditits

A

Renale oorzaak

122
Q

Polymyalgia rheumatica

A

Klachten passen niet bij PMR

123
Q

Meest voorkomende verwekker endocarditis bij gezonde mensen

A

Streptokokken

124
Q

Verschil delier vs dementie

A

Delier: wisselend bewustzijn
Dementie: bewustzijn ongestoord, cognitiestoornis

125
Q

Hemolytische anemie

A

Sferocyten

126
Q

Geen optie voor ovulatiesuppressue bij premenopauzale vrouw

A

Tamoxifen

127
Q

Nabloeding bij kiesextractie

A

Ziekte van von Willebrand

128
Q

Welke medicatie bij laatste levensfase starten

A

Eigen voorkeur

129
Q

Erysipelas

A

Scherp begrensd, meestal groep A streptokok

130
Q

Vrouw met zwangerschapswens en goed gereguleerde SLE

A

Anti-fosfolipiden antistoffen

131
Q

M. Crohn, begonnen met azathioprine

A

Na 2 wkn leverfunctie en beenmergsupressie onderzoeken

132
Q

Man met prostaatca en botmeta’s komt nu met buikpijn en verwardheid

A

Hypercalciemie

133
Q

Wat prik je bij microcytaire anemie

A

Ferritine

134
Q

Hoeveel % bij positief fecaal occult bloed test heeft coloncarcinoom?

A

5-10%

135
Q

Vrouw met hypertensie, hypokaliemie, laag plasma renine en laag aldosteron

A

Drop geinduceerde hypertensie

136
Q

Beste benadering nierfunctie

A

24 uur kreatinineklaring

137
Q

Antigypertensivum bij DM2 positief met microalbuminurie

A

ACE remmer

138
Q

Alcoholabuses met wernicke encefalopathie

A

Tekort vit B1

139
Q

Bij welke ziekte ontwikkelt zich uiteindelijke pulmonale hypertensie

A

Chronische bronchitis met hypoxemie

140
Q

Acromegalie diagnose stellen door

A

IGF-1 en glucose stimulatie