Interactievormen Flashcards

1
Q

Wat zijn epifyten?

A

Planten die op andere planten groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn parasieten?

A

Organismen die gedurende een groot deel van hun levenscyclus in of op een ander organisme verblijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is commensalisme?

A

Het samenleven van twee verschillende organismen waarbij de ene een voordeel heeft en de andere er geen hinder van ondervindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is mutualisme?

A

Nauwe samenleving die wederzijds voordeel biedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een symbiose?

A

De samenleving tussen de organismen van verschillende soort is heel nauw en van lange duur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een antibiose?

A

Een relatie tussen twee verschillende organismen waarbij de ene de andere remt zonder er zelf duidelijk voordeel bij te hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een habitat?

A

De plaats die door een soort in een biotoop ingenomen wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een niche?

A

Een functie die een organisme binnen een ecosysteem inneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is natuurlijke flora?

A

Talrijke micro-organismen die in ons lichaam aanwezig blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat versta je onder besmetting?

A

Het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat versta je onder een infectie?

A

Wanneer de binnengedrongen ziekteverwekkende micro-organismen zich beginnen te vermenigvuldigen en de symptomen van de ziekte duidelijk worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is incubatietijd?

A

De tijd tussen het binnendringen van een ziekteverwekkende micro-organismen en het verschijnen van de eerste ziektesymptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een vaccinatie?

A

Daarbij wordt een verzwakte versie van een ziekteverwerker ingespoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een serum?

A

Dat zijn antistoffen die door een ander organisme worden aangemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly