Intakegesprek Flashcards

1
Q

vertrouwensrelatie opbouwen: hoe doe je dat?

A

BASIS = er zijn voor de client, en dan pas “doen”

  • Actief engagement
  • Aansluiten op wat belangrijk is voor de ander
  • Eigen opvattingen en ideeen op de achtergrond houden
  • Authenticiteit en oprechte belangstelling, aandachtigheid, warmte, vriendelijkheid, mededogen, oprechtheid en nabijheid
  • Verwondering over het levensverhaal en betekenisgeving van de ander
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

BAP principe (vertrouwensrelatie)

A
  • Basisveiligheid: controle geven, duidelijke informatie geven, nagaan waarom iemand zich onzeker of angstig voelt, beschikbaar zijn,…
  • Actieve steun: steun bieden bij datgene waar echt behoefte aan is vanuit het perspectief van de pt
  • Persoonlijke ontmoeting: persoon van ct en HV staan voorop ; evenwaardigheid staat centraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definite intakegesprek

A

= een interactief proces dat loopt vanaf de aanmelding tot aan de start van de hulpverlening

  • info uitwisseling
  • vragen, problemen en wensen van de ZV beantwoorden
  • werkwijze: taken en mogelijkheden vd organisatie

Accent op:
- verkennen van problematische aspecten
- verkennen mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inhoud intakegesprek

A

persoonlijke gegevens
genogram
psychiatrische voorgeschiedenis
medische problemen
ANALYSE klachtengebied
ANALYSE gezond functioneren
Heteroanamnese
Gedragsobservaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

heteroanamnese

A

= als er info over de medische voorgeschiedenis en achtergrond van een pt gewonnen wordt bij een andere persoon dan de pt zelf spreekt men van een heteroanamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ANALYSE klachtengebieden

A
  • inhoud: wat houdt het probleem in?
    bv “wat begrijpt de pt onder ….” “wat is vaak?”…
  • Sinds wanneer/aanleidingen/oorzaken
    vb: waren er bepaalde oorzaken?
  • Ernst: Wat brengt de client op dit moment hier?
    vb: wat is je voornaamste reden om in opname te komen?
  • Uitlokkende factoren?
    vb: zijn er zaken die je klachten uitlokken of erger maken??
  • Wat is er al gedaan?
    vb: welke actief heb je reeds ondernomen om je klachten onder controle te krijgen?
  • Ziektetheorie? heeft de ct enig idee over de oorzaak/factoren die een rol spelen?
  • Behandeldoel?wat wil de ct bereiken met de behandeling?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ANALYSE gezond functioneren

A
  1. sociale vaardigheden
  2. sociaal netwerk
  3. rollen waarin men goed functioneert
  4. hobby’s
  5. vaardigheden/intellectuele mogelijkheden
  6. steunbronnen
  7. positieve ervaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vaardigheden: luisteren

A
  • verbaal, non verbaal en paralinguïstisch
    belangrijk: attent zijn op non verbale signalen: ‘hoe’ wordt iets gezegd
    belangrijk om gedragsobservaties te noteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vaardigheden: volgen en sturen

A

volgen: breed en open explorerende vragen
doorvragern op onduidelijkheden
inhaken
aanmoedigen
stiltes hanteren
indruk weergeven
samenvatten

Sturen:
gerichte vragen
doel vh gesprek benoemen
procedure aangeven
voorstellen doen
argumenteren
afremmen
nieuw onderwerp aansnijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vaardigheden: contretiseren, doorvragen

A

interpretatie vs concreet objectief observeerdbare gebeurtenis
= interpretaties die vpken moet uitnodigen tot concretiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly