Inleidingrecht Sjd Flashcards
Bestuurstaak
Een taak van de overheid om het land te besturen. Zoals onderwijs, zorg, veiligheid en huisvesting
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Het geeft normen voor de wijze waarop de overheid haar bestuurstaak moet uitoefenen
Opschrift
Is de officiële naam van een regeling
Aanhef
Het stuk tekst dat voorafgaat aan de inhoudelijke regeling
Considerans
Hier komen de beweegredenen van de wetgever tot uiting: het laatste stukje van de aanhef
Corpus
Het lichaam van de regeling
Publicatie
Het openbaar maken van iets, een wet treedt in zijn werking als deze is gepubliceerd. Dit doen ze omdat iedereen die in NL verblijft de wet moet kennen.
Verschillende doelen van het recht
-conflicten oplossen
-de samenleving ordenen
-rust en rechtvaardigheid
-bescherming van de zwakken
-conflictbeheersing
-zelfontplooiing
-evenwicht tussen de belangen van de individu en die van de maatschappij
Verschillende indeling van het recht
-rechtsgebieden
-publiek en privaatrecht
-objectief of subjectief recht
-materieel of formeel recht
-nationaal of internationaal
Publiekrecht
Is een rechtshandeling tussen overheid en burger of bedrijf.
Het staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht horen bij publiek.
Privaatrecht
Is een rechtshandeling tussen burger en burger of burger en bedrijf
Verschillende rechtsgebieden
-strafrecht
-bestuursrecht
-staatsrecht
-burgerlijk recht
Recht indelen naar onderwerp
-vreemdelingenwet
-arbeidsrecht
Materieel recht
Gaat over de inhoud van regels
Formeel recht
Gaat over het handhaven van het materieel recht (procedures). Het formeel recht is pas van belang als het materieel recht is geschonden
Wetten in formele zin (formele wetgever) (WIFZ)
Wie heeft de wet gemaakt, is die gemaakt door de regering en de staten generaal samen, dan is het een wet in formele zin.
Wetten in materiële zin (WIMZ)
Het gaat over de inhoud van een rechtsonderwerp. Algemene regels die van toepassing zijn op een ieder. Algemene verbindende voorschriften die algemeen gelden/voor een ieder.
Bronnen van het recht
-de wet
-jurisprudentie
-de gewoonte
-internationaal verdrag
Bestuursorgaan
Overheidsorganen die een bestuurstaak hebben en bestuursbevoegdheden uitoefenen. (Art. 1:1 sub a en sub b Awb)
Belanghebbende
Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Alleen belanghebbende kunnen bezwaar maken en in beroep gaan tegen besluiten van bestuursorganen. (Art. 1:2 lid 1 Awb)
Algemeen bestuursrecht
Het reguleert hoe deze bestuursorganen hun bevoegdheden uitoefenen en beslissingen nemen.
Bijzonder bestuursrecht
Het behandelt de rechtsregels die specifiek gelden voor bepaalde gebieden, zoals milieurecht, sociaal zekerheidsrecht en onderwijsrecht
Geschreven beginsel
Verwijst naar een rechtsbeginsel dat expliciet is vastgelegd in de geschreven wetten.
(Zorgvuldig gelijkheid, vertrouwen, recht, evenredig)
Ongeschreven beginsel
Een rechtsbeginsel dat niet expliciet is vastgelegd in geschreven wetten. (Gewoonterecht, gerechtelijke uitspraken)
(Aangeleerde regels vanuit huis.)
Rechtbanken
11
Gerechtshoven
4
Hoge raad
1
Burgerlijke rechtspraak
Geschil, 2 burgers initiatief.
Partij=eiser verzoeker.
Wederpartij=gedaagde/verweerder
Strafrechtspraak
Openbare ministerie tegenover verdachte.
Bestuursrechtspraak
Bestuursorgaan tegenover burger, bedrijf en instelling
Grammaticale interpretatiemethode
Interpreteren op basis van de taalkundige betekenis van de tekst in de wet.
Wetshistorische interpretatiemethode
Interpreteren op basis van de ontstaansgeschiedenis van de wet.
Anticiperende interpretatiemethode
Interpreteren op basis van toekomstige wetgeving
Systematische interpretatiemethode
Interpreteren op basis van de plaats die het wetsartikel inneemt in de totale wet.
Teleologische interpretatiemethode
Interpreteren op basis van de maatschappelijke context waarin de wet functioneert.
Legaliteitsbeginsel
Een feit is niet strafbaar als het niet in het wetboek is opgenomen. Het moet worden vastgelegd in de wet. (Art. 1 strafrecht)
Algemeen deel van het strafrecht (Algemene bepalingen)
Het bevat voorschriften die op alle strafbepalingen van toepassing zijn,
zoals de verschillende deelnemingsvormen, de poging en de straffen en maatregelen. Boek 1 van het WvSr
Het bijzondere deel van het strafrecht (strafbepalingen)
Dit zijn beschrijvingen van verboden gedragingen met de maximumstraf erbij zoals: diefstal, verkrachting, moord en vernieling. Boeken 2 en 3 van het WvSr
Misdrijven
Rechtsdelicten, deze verboden gedragingen waarbij de rechtsorde wordt geschonden zoals: moord, verkrachting, vernieling en diefstal
Overtredingen
Wetsdelicten hebben vooral regelende ordenende functies. De gedragingen zijn strafbaar om wanorde te voorkomen zoals: verkeersregels
Opbouw van strafbepaling
Het is opgebouwd uit zinsdelen (bestanddelen). (Norm, kwalificatie, sanctie) voorbeeld: art. 310 Sr
Strafdoelen
- vergelding
- preventie
- speciale preventie
- generale preventie
- resocialisatie
- voorkomen van eigenrichting
Vergelding
De dader moet een vorm van een straf, leed, worden toegevoegd (dit kan voor het slachtoffer genoegdoening zijn)
Preventie
Het opleggen van een straf moet voorkomen dat het strafbaar feit nogmaals wordt gepleegd.
Speciale preventie
De dader afschrikken
Generale preventie
Andere mensen afschrikken een strafbaar feit te plegen.
Resocialisatie
De terugkeer van de dader in de samenleving mogelijk maken.
Voorkomen van eigenrichting
Het ontmoedigen en voorkomen dat individuen of slachtoffers zelf wraak gaan nemen.
Indeling burgerlijk wetboek
Boek 1 personen en familie recht
Boek 2 rechtspersonen
Boek 3 vermogensrecht in het algemeen
Boek 4 erfrecht
Boek 5 zakelijk recht
Boek 6 verbintenissen recht (algemeen)
Boek 7 bijzondere overeenkomsten (arbeid, huur, werk, koopovereenkomst)
Boek 7a bijzondere overeenkomsten
Boek 8 verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10 internationaal privaatrecht
Gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek
Het gaat van algemeen naar bijzonder
Dwingend recht
Wettelijke bepalingen waarvan NIET mag worden afgeweken door partijen. Ter bescherming van zwakkere partijen. Bijv. Huur, arbeid recht
Regelend recht
Regels in de wet waar partijen bij een contract van kunnen afwijken. Als beide partijen instemmen. Bijv. Loon doorbetaling of vakantie dagen. Het grootste deel van privaatrecht is regelend.
Verbintenis
Een verbintenis is een rechtsverhouding tussen twee personen, met als onderwerp een presentatie wat kan bestaan uit: doen, dulden of niet doen.
Doen
Leveren, bouwen, betalen en arbeid verrichten