Inleiding recht Flashcards
Periode 1
Bestuursrecht
Het rechtsgebied waarin regels worden gegeven voor de taak van de overheid om te zorgen voor een goede gang van zaken in onze samenleving.
Burgerlijk recht
Het rechtsgebied beschrijft de zakelijke en de familierelaties in het recht tussen natuurlijke personen en rechtspersonen.
Geschil oplossende functie
Rechtsregels met als doel om geschillen en conflicten op te lossen.
Internationaal recht
Het rechtsgebied dat regels geeft voor de verhoudingen tussen staten onderling.
Instrumentele functie
Deze regels zijn instrument voor de overheid om gedrag van burgers te beïnvloeden of om te bepalen op welke manier iets wordt gedaan in de samenleving.
Natuurlijk persoon
Persoon van vlees en bloed: een mens.
Rechtsfeiten
Gebeurtenissen, situaties en handelingen waardoor een rechtsgevolg ontstaat.
Rechtsgevolg
Gevolgen van het recht.
Rechtspersoon
Bedrijf, instelling of organisatie die zelfstandig rechten en plichten kan hebben.
Rechtsregels
Voor iedereen geldende regels gemaakt door de overheid en gehandhaafd door de rechter.
Rechtssubject
Drager van rechten en plichten.
Staatsrecht
Het rechtsgebied dat beschrijft hoe de Nederlandse staat is georganiseerd.
Rechtsregel kenmerken
Gemaakt door overheid
Geld voor iedereen
Strafrecht
Het rechtsgebied waarin op verboden gedrag straf is gesteld.
Constitutionele monarchie
De macht van de koning (monarch) wordt geregeld en beperkt door de Grondwet.