Inleiding Local Area Networks Flashcards
Wat zijn local area netwerken?
Local-area networks (LAN’s) zijn high-speed, low-error datanetwerken die een klein gebied afdekken.
LAN’s worden meestal gebruikt in een gebouw of campus en gaan niet over grote afstanden. Ze zijn relatief goedkoop om te ontwerpen en te onderhouden. LAN’s verbinden computers, printers en andere apparaten in een enkel gebouw of in een klein gebied.
Wat zijn LAN-standaarden?
LAN-standaarden definiëren de fysieke media en connectoren die worden gebruikt om het medium op de fysieke laag te verbinden en de manier waarop apparaten op de data-link-laag communiceren.
LAN-standaarden omvatten laag 1 en laag 2 van het OSI-model. Een voorbeeld van een LAN-standaard is Ethernet, deze staat ook wel bekend als 802.3.
Welke componenten zijn meestal op een LAN te vinden?
Typische LAN-onderdelen zijn:
- Computers: PC’s, servers, tablets
- Verbindingen: Netwerkkaarten, media
- Netwerkapparaten: Switches, routers access points
- Protocollen: Ethernet IP, ARP, DHCP
Wat is de logische topologie van Ethernet?
Bus-topologie.
Ethernet gebruikt een logische bus-topologie en tevens of een fysieke bus- of ster-topologie.
Wat zijn twee laag 1 netwerkapparaten
Twee soorten laag 1 netwerkapparaten zijn:
- Repeater: Herstellen de netwerksignalen, waardoor de signalen een grotere afstand op een netwerkmedium kunnen afleggen
- Hubs: Ook wel multiport repeaters. Hubs herstellen eveneens de netwerksignalen. Het belangrijkste verschil tussen een hub en een repeater is het aantal poorten dat een hub heeft. Een repeater heeft meestal twee poorten, terwijl een hub tussen de 4 en 48 poorten heeft.
Opmerking:
Bij Ethernet-netwerken, delen zowel hubs als repeaters de LAN-banbreedte. Alle apparaten beconcureren elkaar om de netwerkbandbreedte te gebruiken, maar slechts een enkel apparaat heeft op hetzelfde moment toegang tot het netwerk. Als er bijvoorbeeld 10 apparaten op een 100 Mbps hup zijn aangesloten, dan delen alle 10 de apparaten de 100 Mbps bandbreedte.
Wat zijn enkele netwerkapparaten die op de data-link-laag (laag 2) werken?
Bridges en switches zijn netwerkapparaten die op de data-link-laag werken. Beide apparaten nemen beslissingen welk dataverkeer wordt doorgestuurd of gedropt (filter) op basis van het MAC-adres. Logische netwerkadressen wordt niet op deze laag gebruikt.
Een bridge is meestal ontworpen om twee of meer LAN-segmenten te creëren en is met behulp van software geïmplementeerd.
Een switch is en hardware versie van een bridge, heeft veel meer poorten dan een brdge en is ontworpen om een hub te vervangen, terwijl hij tevens de voordelen van het filteren van een bridge heeft.
Wat is een LAN-segment?
Een LAN-segment is een netwerkverbinding met behulp van een enkele ononderbroken netwerkkabel.
Segmenten worden beperkt door de fysieke afstand omdat, na een bepaalde afstand, de datatransmissie zwakker wordt vanwege de ruis op de lijn en het afnemen van de signaalsterkte (demping).
Welke apparaten kun je gebruiken om een LAN-segment uit te breiden?
Met de volgende apparten kan een LAN-segment worden uitgebreid:
- Hubs
- Repeaters
- Bridges
- Switches
Hoe treden er collisions in een Ethernet-LAN op?
Collisions komen voor in een gedeeld (shared) LAN-segment wanneer twee apparaten op hetzelfde moment proberen te communiceren. In een shared Ethernet-segment kan slechts één apparaat op de kabel tegelijk zenden. Wanneer twee apparaten op hetzelfde moment proberen te zenden dan treedt er een collision op.
Wanneer er zich een collision voordoet, wordt er een ‘jam’-signaal door een werkstation verzonden. Een collision heeft effect op alle machines op het segment, niet alleen op de twee die botsen. Wanneer het jam-signaal op de kabel komt, kunnen de werkstations geen data meer versturen. Hoe meer collisions er op een netwerk voorkomen, des te trager wordt het. Dit komt omdat de apparaten de packets die botsen opnieuw moeten versturen.
Wat zijn collision-domeinen?
Een collision-domein is een set LAN-interfaces, waarvan de frames met elkaar kunnen botsen. Bijvoorbeeld, alle apparaten die op een hub zijn aangesloten bevinden zich in hetzelfde collision-domein.