inleiding Flashcards

1
Q

Wat is er specifiek aan de economische wetenschap?

definitie economische wetenschap

A

de economische wetenschap bestudeert hoe we keuzes maken bij het inzetten van schaarse middelen om onbeperkte behoeften te voldoen en dus hoe we omgaan met dit keuzeprobleem (economisch probleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

indeling van de behoeften

A

primaire behoeften= fysiologisch of levensnoodzakelijk (needs)
secundaire behoeften=
materiële behoeften= kunnen worden bevredigd met materiële middelen
immateriële behoeften= vb. geneeskundig onderzoek, verzekeringscontract,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schaarse goederen of economische goederen

uitleg

A

Middelen hebben nut om behoeften te voldoen.
Voor veel van die middelen is er een markt waarin een gevraagde hoeveelheid, aangeboden hoeveelheid en prijs tot stand komt. Als die goederen en diensten gratis zouden zijn, zou er een tekort aan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vrije goederen

A

Niet-schaarse goederen noemen we vrije goederen goederen. Je kan er vrij over beschikken (lucht die we inademen, de zee of in te zwemmen…).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nut

A

goederen en diensten waarmee je een behoeften kan voldoen hebben een nut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

middelen

wat zijn middelen?

A

goederen en diensten waarmee de behoeften kunnen worden voldaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

schaars goed/ economisch goed

extra

A

de gevraagde hoeveelheid is groter dan de beschikbare hoeveelheid als het product gratis zou zijn

de totale behoefte is groter dan de beschikbare hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

economische agenten

A

consumenten, producenten en overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

allocatieprobleem/allocatie wetenschap

A

verklaart hoe schaarse middelen aan talrijke behoeften worden toegewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bestudeert de economie ook?

A

1) allocatieprobleem
2) distributieprobleem
3) stabilisatieprobleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verdelings- of distributieprobleem

A

hoe je de voordelen die je haalt uit de inzet van middelen kan spreiden over je samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stabilisatieprobleem

A

hoe je aan een goed beheer van schaarse middelen doet door je beschikbare middelen optimaal aan te wenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welvaart

A

de mate waarin behoeften kunnen worden bevredigd met de beschikbare middelen. Om welvaart van een land te meten wordt er gebruik gemaakt van een maatstaf zoals het bbp, totale hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten (kwantitatieve meetbare grootheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

economische wetenschap: welvaart

A

De economische wetenschap houdt zich bezig met welvaart (= beschikken over schaarse middelen om behoeften te kunnen voldoen > markt, prijs, hoeveelheden…) en werkt met meetbare grootheden (bruto binnenlands product, jaarlijkse groei van de economie…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

economische wetenschap: welzijn

A

de economische wetenschap richt zich niet op welzijn (= welbevinden, tevredenheid, geluk,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

micro-economie

A

verklaart hoe individuele gezinnen en bedrijven hun allocatieprobleem oplossen, hun keuzes maken en hoe ze op markten met elkaar interageren.

gedrag en beslissingen van individuele economische agenten. vb. markten, prijzen, hoeveelheden,…

17
Q

macro-economie

A

economische grootheden van een gehele markt (gewest, land, werelddeel)

bestudeert de economische verschijnselen op het niveau van een gans land of regio
vb. groei, inflatie, werkloosheid,…

18
Q

wat is het verschil tussen “de gevraagde hoeveelheid” en “de totale behoefte”?

A

de gevraagde hoeveelheid is een functie van de prijs: als de prijs hoog is, wordt er minder gevraagd en omgekeerd. De behoefte aan een product of een dienst is niét afhankelijk van de prijs ervan

19
Q

Is (Coca-cola) een economisch goed?

A

Ja. Het is niet in overvloed verkrijgbaar.
Het is een goed dat moet worden
geproduceerd, waarvoor een markt is, met
een gevraagde en een aangeboden
hoeveelheid, en waarvoor een prijs ontstaat.
Je noemt het ook een schaars goed

20
Q

wat meet het BNG?

Bruto nationaal geluk

A

Meet het welzijn: de mate waarin mensen
tevreden zijn, zich veilig voelen. Gaat na of er
politieke vrijheid is, weinig criminaliteit…
Het is daarom geen economische term;
economen houden zich enkel met welvaart bezig

21
Q

wat meet het BBP?

Bruto binnenlands product

A

Meet de welvaart van een land: de mate waarin behoeften kunnen worden bevredigd met de beschikbare middelen. Het is daarom wel een economische term. Een econoom houdt zich enkel bezig met welvaart

22
Q

economisch proces/ economische verschijnselen

A

productie, verdeling, consumptie