Inleiding Flashcards

1
Q

Definitie norm en wet

A
Norm= gedragsregel die vrijwillig wordt toegepast
Wet= norm die afgedwongen wordt door een overheid met een sanctie als je de wet niet naleeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Deontologie?

A
= plichtenleer van een bepaald beroep/ beroepsetheik
Regels ivm:
- waardigheid beroep
- praktische afspraken
- discretie (beroepsgeheim)
- protectionistische maatregelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soorten regels

A
  1. Beleefdheidsregels
  2. Spelregels
  3. Ethische regels
  4. Geloofsregels
  5. wettelijke regels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bronnen van het recht

A
  • Wet (in materiële zin)
  • Gewoonte
  • Rechtspraak
  • Rechtsleer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inbreuken

A
  • aquiliaanse aansprakelijkheid
  • contractuele aansprakelijkheid
  • strafrechtelijke aansprakelijkheid
    Inbreuken deontologie –> tuchtrechtelijke aansprakelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken tuchtrecht

A
  • Toepasselijk op specifieke (beroeps)groep
  • Vaak beperkte wetgeving
  • veel gewoontes en gebruiken
  • Beoordeling door gelijken
  • specifieke procedure
  • soms meerdere lokale tuchtinstanties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ethiek+ wat is de link?

A

Ethiek is tak binnen de filosofie die zich bezig houdt met de kritische reflectie over het juiste handelen of de wetenschap van de moraal

  • “het goede”
  • “het juiste”
  • “het rechtvaardige”
  • “het morele”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Deontologie vs bedrijfsethiek

A
Deontologie
- persoonlijke verplichtingen opleggen
- Verbonden specifieke beroepsbeoefenaar in -categorie
- Via ruchtrecht afdwingbaar
VS
Bedrijfsethiek
- Legt verplichtingen aan ondernemingen
- ongeacht uitgoefende activiteit
- juridisch niet afdwingbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beroepsethiek Onderdelen+ definitie

A

= professionele ethiek

  • Formele beroepsethiek
  • Informele beroepsethiek

Bezighouden met ethsiche vraagstelling met betrekking tot organisaties
Praktijkvak! Theorie over hoe ondernemingen moeten functioneren en welke morele normen mensen in een onderneming zullen hanteren en in acht nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het toepassen van ethiek en ethsiche regels op concrete terrien van de arbeids- en bedrijfswereld=

A

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
= continu verbeterinsproces waarbij ondernemingen vrijwillig op systematische wijze eco., milieu- en sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele bedrijfsvoering opnemen
People, Planet, Profit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Andere focus van bedrijfsethiek

A

Richt zich ook op cijfermatige en managamentsproces aspecten van het bedrijfsleven:
- boekhouden, rapportage, interne controle…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Deelaspecten bedrijfsethiek

A
  • corporate governance= deugdelijk bestuur
  • milieu
  • veiligheid en gezondheid werknemers…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bedrijfsethiek ondernemen+ doelstelling?

A

= intrinsiek als ethisch handelen beschouwd in Westerse vrije markteconomie
Ethiek van de ondernemer vaak beproefd door concurrentie of KT vooruitzichten

Doelstelling: win-winsituatie creëren voor verschillende partijen.
Vermijden: zero sum game
= winst voor de ene= verlies voor de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

MIddelen ter onderstuening van bedrijfsethiek

A
  • Wetgeving
  • Vakbondswerk
  • Ethische audit= analyse van niet-financiële effecten vd onderneming op alle belanghebbende partijen
  • Ethische labels
  • Bedrijfscodes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ehische audit: shareholder

A

Shareholdersanalyse: verscillende methodes voor indeling stakeholders;
Er zijn interne belanghebbende
Externe belanghebbenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ethische audit: Indeling1:

A

dreiging- samenwerkingsmatrix volgens Savage et al Bereidheid tot samenwerking

  • hoog
  • laag

Mate van dreiging

  • Hoog
  • Laag
17
Q

Ethische audit: indeling 2: intern extern, interface

A
  • Intern: bevinden zich binnen de organisatie
  • Extern: alle belanghebbenden van buitenaf
  • Interface=: belanghebbenden door middel van wet- en regelgeving een invloed uitoefenen op de organisatie
18
Q

Ethische audit: indeling : primair- secundair

A
  • Primair= belanghebbenden tot groot direct belang voor een organisatie
  • Secundair= geen direct belang bij de organisatie, maar wel van invloed op het bedrijf
19
Q

Waarom ethische labels niet correct?

A

Soms worden de bedrijven die ethische labels uitdelen, omgekocht door grote bedrijven om de labels toe te kennen aan hun bedrijf