Inleiding Flashcards

1
Q

Archivistiek in de voorbije decennia

A
  1. Archivistiek van hulpwet van de gesch naar autonome discipline
  2. Archivarissen geconfronteerd met digitale archieven, internationale standaarden voor ordenen en beschrijven, …
  3. nieuwe gebruikers: academische onderzoekers, rechtzoekende burgers, genealogen en het bredere publiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg de titel van dit vak uit

A

Praktijk zonder theorie is blind, theorie zonder praktijk is steriel. Zoals Terry Eastwood zegt “archival theory and archival practice are linked together by archival methodology. The three together constitute archival science.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Much ado about shelving

A

wet karakter van archivistiek is een gevoelig punt: ene beklemtonen de autonomie van hun discipline, de andere wijzen op ambachtelijk karakter; veel gedoe om wat neerkomt op opbergen en beschrijven van archiefbescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klassiek onderscheid in archivistiek, 5 tal grote domeinen

A

1) behoud en beheer
2) ordening en beschrijving
3) selectie
4) valorisatie en terbeschikkingstelling
5) hedendaags documentbeheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Archivistiek

A

wetenschap die de archiefbescheiden, archiefvorming, archiefbewerking, archieven in hun context, als ook de relatie tot aanverwante wetenschappen, faciliteiten rond bewaring en het gebruik van archieven en de geschiedenis daarvan bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Archivaris

A

persoon aan wie het beheer van archief wordt toevertrouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

archiefvorming

A

geheel van procedures en handelingen waarbij archiefbescheiden tot stand komen en in een archief worden opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

archiefvormer

A

een persoon, groep personen of organisatie die aan zelfstandige archiefvorming doet
basis van het archief
geeft zijn/haar naam aan het archief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

archief

A

geheel van archiefbescheiden, ontvangen of opgemaakt door een persoon, groep personen of organisatie
= procesgebonden informatie
= organisch gegroeid en vormt samenhangend geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

archiefstuk

A

document, ongeacht zijn vorm, naar zijn aard bestemd om te berusten onder de persoon, groep personen of organisatie die het heeft ontvangen of opgemaakt door middel van zijn/haar activiteiten, taken of ter handhaving van zijn/haar rechten

kleinste materiële eenheid binnen een archief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

collectie

A

als het niet voortvloeit uit je functie bv de stapel kranten die je elke week krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

documentaire verzameling

A

stukken die met een bepaald doel bijeengebracht zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

archiefbestanddeel

A

geheel van archiefbescheiden binnen een archief, bijeengebracht met een bepaald doel
in onderlinge samenhang bewaren + raadplegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

integriteit

A

vorm, inhoud en structuur bij raadpleging zijn gelijk aan de vorm, inhoud en structuur op het tijdstip dat het wordt ontvangen of opgemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

authenticiteit

A

is de eigenschap van een archiefstuk dat de integriteit vaststaat als gevolg van een controleerbare wijze van archiefvorming, overlevering, bewaring en raadpleging. De controleerbaarheid ligt in de aanwezigheid en de status van andere documenten die de context en de metagegevens van het archiefstuk waarborgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bestemmingsbeginsel

A

beginsel dat ieder archiefstuk deel uitmaakt van het archief waarin het bij ontvangst of opmaken is opgenomen

= herkomstbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

structuurbeginsel

A

beginsel dat een archief een geheel is met een structuur, bepaald door de archiefvorming

maakt van een archief een organisch geheel

=logica die de archiefvormer er heeft ingestoken

archivaris moet die structuur behouden voor de context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

archiefblok

A

1 of meer archieven en collecties of gedeelten ervan die als beheerseenheid in een archiefdepot zijn geplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

archiefbewaarplaats

A

archiefdepot of geheel van archiefdepots gebouwd en ingericht voor de blijvende bewaring van archiefbescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

archiefbeheer

A

wat de archivaris doet

geheel van normen, plannen, procedures en activiteiten gericht op de archiefvorming, archiefbewerking, beheer van archiefdepots, de daarin berustende archiefbescheiden en het beschikbaar stellen daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

statische fase

A

stukken die voor de archiefvormer niet meer nuttig zijn

dood/historisch archief, secundair archief

archief met permanente waarde (histo, jurid, admin) dat eventueel ook reeds voorwerp van selectie is geweest

In statische fase is archief in regel raadpleegbaar, anders heeft permanente bewaring geen zin, kan wel onttrokken zijn voor een bepaalde periode bv wegens vertrouwelijk karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

dynamische fase

A

=primair archief, levend archief

bescheiden die aangevuld worden of gebruikt worden bij administratieve afhandelingen van taken

moet ongeselecteerd bewaard worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

semi-dynamische fase

A

= primair archief

moet ongeselecteerd bewaard worden

archiefbescheiden worden niet meer gebruikt of aangevuld + geen rol meer bij admin afhandeling MAAR archiefvormer is nog steeds administratief verantwoordelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

semi-statisch archief

A

archief dat geen betekenis meer heeft voor de archiefvormer, niet op juridisch en admin vlak

bescheiden mogen geselecteerd worden, maar moet nog geschoond, geselecteerd en gecontroleerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

registratuurdienst

A

dienst belast met het in goede, geordende en toegankelijke staat bewaren van archiefbescheiden vOOr hun overbrenging naar een archiefbewaarplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

archiefschema

A

door archivaris opgesteld

schema voor de ordening van een statisch archief, bevat tenminste een systematisch overzicht van de archieven en archiefafdelingen omvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

archiefzorg

A

de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het archiefbeheer; verantw over regelingen betreffende het archiefbeheer en financiële, materiële en personele hulpmiddelen die noodzakelijk zijn
bv. college van schepen in een stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

archiefselectie

A

keuzes omdat niet alles kan/moet bewaard worden

keuzes na studie van archiefvorming, na overleg met archiefvormer, beroepsveld en archiefgebruikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

ordeningsplan

A

plan voor de ordening van een archief waarin de archiefvormer ten minste het ordeningsstelsel van iedere archiefindeling vermeldt

opgemaakt door archiefvormer

toont hoe de archiefbescheiden bij archiefvorming geordend en aangewend werden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

context van archiefstuk, archbestanddeel of archafdeling

A

geheel van admin-org, bestuurlijk-jurid en technische gegevens, waarbinnen de functie van het archstuk, bestanddeel of afdeling in relatie tot de activiteiten en taken van de archiefvormer moeten worden geïnterpreteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

context van een archief

A

geheel van admin-org, bestuurlijk-juri en technische gegevens waarbinnen activiteiten en de wijze van taakuitvoering van een archiefvormer moeten worden geïnterpreteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

metadata

A

gegevens die de karakteristieken van archieven en archiefbescheiden beschrijven

toont wnnr, waar, door wie en hoe docn zijn opgemaakt, verwerkt en beheerd en hun technische en logische structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

archivalisering

A

voorafgaand aan archivering

is volgens Eric Ketelaar: de bewuste of onbewuste keuze (bepaald door sociale en culturele factoren) om iets in aanmerking te laten komen voor archivering
bv. Wat verklaart de grote toename aan dagboeken in tijden van oorlog?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

fonds

A

een in dezelfde archiefbewaarplaats berustende groep gelijksoortige of verwante archieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

deelarchief

A

wordt gevormd door een min of meer zelfstandig onderdeel van die archiefvormer bv kabinetsarchief of commissiearchief. Het kan gaan om het archief van een rechtsopvolger, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

archiefafdeling

A

een onderdeel van een archiefbestand waarin groepen archiefbestanddelen worden samengebracht, die zich zodanig van de andere onderscheiden, dat zij de hoofdindeling van dat archiefbestand bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

rubriek

A

groep archiefbestanddelen die een zelfde of een verwant onderwerp betreffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

serie

A

archiefbestanddeel bestaande uit formeel gelijksoortige archiefbescheiden

= reeks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

aantekening

A

document van beperkte omvang waarin gegevens ter ondersteuning van het geheugen of voor latere verwerking worden vastgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

affiche

A

een document, gewoonlijk gedrukt op 1 zijde van een blad papier, dikwijls geïllustreerd, en opgesteld met de bedoeling iets aan te kondigen of aan te prijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

agenda

A

1) een register waarin in chronologische volgorde met behulp van een doorlopende nummering gegevens worden vastgelegd betreffende het inkomen, afdoen en uitgaan van archiefbescheiden
2) formulier waarin over een kalender- of dienstjaar per dag gegeven worden vastgelegd
3) document dat in een vergadering te behandelen onderwerpen en zaken bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

notarisprotocol

A

deel waarin minuten van akten zijn ingeschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

registers van burgerlijke stand

A

registers waarin akten van geboorte, huwelijk en overlijden worden opgetekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

vonnisboek

A

sententieregister in Ancien Régime; register waarin afschriften van vonnissen worden geregistreerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

akte

A

geschrift, opgemaakt om als rechtsgeldig bewijs van het daarin vermelde te dienen bv verkoopakte, testament, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

authentieke akte

A

een akte tot stand gekomen door een ambtelijk persoon en volledig bewijs opleverend bv schepenbrief, notariële akte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

apostille

A

een kantnotitie, inzake op een aan een overheid gezonden verzoekschrift, rekening, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

appointement

A

een rechterlijke beschikking op een verzoek of rekest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

begroting

A

een geschrift dat een raming van inkomsten en/of uitgaven bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

beschikking

A

een besluit, genomen door een overheidsorgaan betreffende een bijzonder geval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

besluitenlijst

A

lijst van de in 1 vergadering genomen besluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

bestek

A

een geschrift met een beschrijving van een uit te voeren werk, de daarbij te gebruiken materialen en de regeling der werkzaamheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

boedelbeschrijving

A

een staat van goederen en schulden van een boedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

brief

A

een geschrift naar de vorm bestemd om aan degene, aan wie het gericht is, iets mede te delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

briefwisseling

A

een serie van ingekomen brieven van 1 instelling, persoon of groep personen en minuten van uitgaande brieven, verzonden aan diezelfde instelling, persoon of groep personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

brievenboek

A

een deel waarin minuten van brieven ingeschreven zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

missive

A

ambtelijke brief, een officieel schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

kattebelletje

A

informeel briefje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

cartularium

A

register van akten, aangelegd door of vanwege degene die deze akten als bewijsstukken voor zijn rechten of gedenkstukken van zijn geschiedenis beschouwde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

circulaire

A

of omzendbrief is een brief aan meer dan 1 geadresseerde met dezelfde inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

contract

A

een overeenkomst ook de daartoe opgemaakte akte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

dagboek

A

een register waarin men:

a) chronologisch aantekening houdt van zijn handelingen of belevenissen
b) chronologisch de handelingen en voorvallen boekt die verandering veroorzaken in de grootte van het vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

diploma

A

a) een charter verstrekt door een soeverein

b) een formeel document dat een onderscheiding, graad, titel verleent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

dossier

A

geheel van archiefbescheiden ontvangen of opgemaakt door een instelling, persoon of groep personen bij de behandeling van 1 zaak bv medisch dossier, personeelsdossier, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

factuur

A

document waarin de geleverde goederen of verrichte diensten nauwkeurig zijn omschreven naar soort, hoeveelheid en prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

formulierboek

A

verzameling voorbeelden of modellen voor op te stellen akten, brieven en andere stukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

grootboek

A

register waarin inkomsten en uitgaven per post van de begroting worden geboekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

index

A

geschrift met een opgave van gegevens uit 1 of meer archiefbestanddelen in een andere volgorde dan die waarin zij in die bestanddelen voorkomen met verwijzing naar vindplaatsen

vaak op plaats, persoons, zaaknamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

indicateur

A

een agenda die bovendien de plaats van de stukken in het archiefbestand aangeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

ingekomen stukken

A

archiefbescheiden met diverse redactionele vormen die door een archiefvormer werden ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

inventaris

A

staat waarin bezittingen en schulden zijn opgenomen, gespecifieerd naar hoeveelheid en soort, al dan niet met de daaraan toegekende waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

journaal

A

a) dagboek
b) register waarin men in chronologische volgorde ontvangsten en/of uitgaven boekt om met behulp van die gegevens het saldo te kunnen bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

kaart

A

een gegeneraliseerde afbeelding op schaal van het aardoppervlak

onderscheid naar inhoud: topografische kaart, landkaart, …

onderscheid naar redactionele vorm: atlas, landmeterskaart, kaartboek, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

kasboek

A

dagboek waarin men ontvangsten en/of uitgaven in geld boekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

keure

A

a) wet verleend door de landsheer, bevattende allerlei vergunningen
b) politieverordening of plaatselijke verordening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

klapper

A

een alfabetische trefwoorden en/of naamindex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

kohier

A

een staat van in een bepaalde periode te innen belastingsaanslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

zettingboek

A

kohier waarin de aanslagen per belastingsplichtige staan opgetekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

kwitantie

A

een akte waarbij een bewijs voor ontvangst van gelden wordt geleverd
= reçu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

legger

A

a) staat van te ontvangen vaste inkomsten

b) staat of register van voor onbepaalde tijd vastgelegde gegevens betreffende onroerende goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

lijst

A

geschrift, houdende een rij gegevens, met controle en/of informatiedoeleiden bv prijslijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

mandaat

A

bevelschrift aan een rekenplichtig ambtenaar om een geldsom te innen of te betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

manuaal

A

register waarin gegevens betreffende inkomsten en/of uitgaven worden vastgelegd; registratie van inkomsten en uitgaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

cijnsboek

A

legger waarin de cijnsplichtigen behorend tot een heerlijkheid worden opgetekend en/of de ontvangen of te ontvangen cijnzen worden ingeschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

memorie

A

geschrift met een beschouwing of verhandeling over een bepaald onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

notulen

A

besluitvorming; het officiële verslag van de behandelende onderwerpen in een vergadering, bevatten ook beraadslagingen

87
Q

oorkonde

A

een in plechtige vorm opgestelde akte

88
Q

besluitenlijst of verslag

A

waarin slechts resoluties of besluiten vermeld worden, minder uitgebreid dan notulen

89
Q

overeenkomst

A

gezamenlijke verklaring van 2 of meer partijen dat zij wederzijds verplichtingen aangaan of beëindigen

90
Q

privilegie

A

oorkonde houdende een door de soeverein aan steden, gilden, … verleend bijzonder recht

91
Q

proces-verbaal

A

ambtshalve opgemaakt verslag van een handeling of een bevinding

92
Q

protocol

A

a) een deel waarin minuten van akten zijn ingeschreven
b) authentiek verslag, akte, van een gebeurtenis of handeling speciaal waar het niet bepaaldelijk een rechtshandeling geldt

93
Q

register

A

a) een archiefbestanddeel waarin gegevens rechtstreeks zijn vastgelegd
b) een archiefbestanddeel waarin afschriften van bescheiden of van gegevens uit bescheiden zijn opgenomen

94
Q

notitieregister

A

register waarin de bij een rechtbank ingekomen klachten worden opgetekend

95
Q

parochieregister

A

register opgesteld door de pastoor of zijn gemachtigde waarin in chronologische orde dopen, huwelijken en begrafenissen zijn opgetekend, of ook lijst van vormelingen

96
Q

schepenregister

A

protocol met akten verleden voor schepenen

97
Q

rekening

A

een staat waarin een bestuursorgaan verantwoording aflegt van zijn financiële handelingen over een bepaalde periode

98
Q

rekest

A

een verzoekschrift aan een bevoegd rechterlijk of bestuurlijk gezag

99
Q

rol

A

een verslag van de tijdens de zittingen van een gerecht gestelde processuele handelingen

100
Q

sententie

A

een uitspraak van rechtbank voor 1795

101
Q

staat

A

een document waarin gegevens in horizontale en verticale rijen zijn weergegeven

102
Q

stukken

A

verzamelterm voor archiefbescheiden met diverse redactionele vormen; stukken betreffende …

103
Q

testament

A

een akte waarin de uiterste wilsbeschikking wordt vastgelegd

104
Q

verbaal

A

een proces-verbaal van de tijdens 1 vergadering gestelde handelingen of genomen besluiten van een college, al dan niet met bijlagen

105
Q

verklaring

A

akte waarbij een persoon, groep personen of organisatie een uitspraak doet gericht op enig rechtsgevolg

106
Q

verordening

A

een besluit van een organisatie met openbaar gezag dat een algemeen bindende regeling omvat

107
Q

vonnis

A

uitspraak door de rechter ter voorlopige of definitieve beëindiging van een voor hem gebracht geding

onderscheid tussen eindvonnis en interlocutair vonnis

108
Q

erfgoed

A

verzamelbegrip, ruimer dan archief, slaat ook op kunstwerken, archeologische vondsten, verhalen, tradities, …

overgeleverd door vorige generaties, door huidige generatie ontsloten en bewaard en bestudeerd. Volgende generaties zullen opnieuw bestuderen en er nieuwe betekenissen aan hechten

109
Q

webdatabank ODIS

A

bevat authority-gegevens over organisaties, personen, families en archieven die door kadoc, amsab, advn en liberaal archief werden uitgebouwd

= contextuele databank over maatsch middenveld (vakbonden, pol partijen, jeugdverenigingen, …) en archief dat het heeft gevormd

110
Q

DAVID

A

Digitale Archivering in Vlaamse Instellingen en Diensten, samenwerking tussen stadsarchief antwerpen en ku leuven, vanaf 2004 eDAVID, expertisecentrum

111
Q

ambulant

A

dat iets niet plaatsgebonden is

112
Q

vorstelijke kanselarijen

A

beheer van domein, bewijzen van de rechten, justitie en continuïteit van het beleid

113
Q

bifurcatie

A

wnnr administratie uitbreidde van 1 naar meerdere secretariaten of wnnr registers inhoudelijk uitgesplitst werden. De series die op die manier tot stand kwamen, staan niet op zichzelf, maar verwijzen naar elkaar

114
Q

paradigmawissel

A

denkkader waarin de discipline zich in dialoog met maatschappelijke ontwikkelingen heroriënteerde

115
Q

pertinentiebeginsel

A

ordening naar onderwerp

116
Q

scholars of record keeping

A

Richard Cox

aandacht voor gesch van archvormer en archvorming; waarom kwamen bep documenten tot stand? Waarom werden ze bewaard en volgens welke procedures?

117
Q

Archival divide

A

Francis Blouin

historici en archivarissen groeien uit elkaar: historici worden niet meer met archief geconfronteerd en nie meer voornaamste bronnen voor hist onderzoek.

Archivarissen profileren zich niet meer als historici maar als informatiebemiddelaars

118
Q

Mal d’Archive

A

archieven in epistemologische discussie; vragen centraal:

  • wat wordt onthouden?
  • wat is kenbaar?
119
Q

Verne Harris

A

archieven dragen meerdere uiteenlopende betekenissen

120
Q

nieuwe archival turn

A

door discussie met postmoderne denkers + digitalisering; opslag en toegang tot info veranderde –> besef dat archieven niet enkel vindplaatsen zijn voor, maar ook voorwerp zijn van hist onderzoek

121
Q

archival intelligence

A

Elizabeth Yakel

1) kennis van werking en bevoegdheden van archiefvormers + inzicht in werkwijze archivarissen nodig om gericht en doeltreffend archiefonderzoek te kunnen doen
2) context is sleutelbegrip, want niet vertrouwd zijn met context =

  • onderzoekers verwaarlozen bepaalde archieven
  • informatie in archiefbescheiden wordt onvoldoende begrepen
122
Q

klassieke core business van archivarissen

A

analyse van proces- en contextgebondenheid van informatie

123
Q

van hulpwet naar autonome wet

A

1) massale archiefaangroei na woII : nadenken over selectie

2) ict-revolutie 1990 : uitdaging digitale duurzaamheid

124
Q

Muller, Feith en Fruin

A
  • Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven 1898; internationaal verspreid
  • grondslag voor Nl archiefterminologie
  • startpunt voor moderne archwet
  • handleiding is eerder codificatie want 100 best practices ipv vernieuwing
  • centraal staat bestemmings en structuurbeginsel
  • hadden ook al aandacht voor de context
  • beperking vooral focus op ordenen en beschrijven van statisch archief
125
Q

Lexicon of Archives Terminology

A

1964; ICA

geen standaardtaal

kritiek:
- te veel een vertaalwoordenboek
- te weinig rekening met archtradities in verschillende landen
- enkel in Frans gedefinieerd
- ontbreken terminologie over dyn archief, nieuwe infodragers, …

126
Q

PIVOT model

A

1994
bij archiefselectie wordt nadruk gelegd op functies en taken die aan basis lagen van archiefvorming en niet meer op de stukken zelf DUS context !

127
Q

archivistische contextinformatie

A

infor over de omstandigheden waarin archief ontstond en gebruikt werd

context cruciaal om archiefvorming te begrijpen

128
Q

verschriftelijking

A

vanaf 12de E

129
Q

nieuwe ontwikkelingen in de vroegmoderne tijd

A

15-18de E

1) belang van diplomatieke correspondentie en verslaggeving stijgt
2) koloniale expansie –> meer briefwisseling en rapporten
3) interventies van vorsten op verschillende maatsch terreinen –> nieuwe types documenten
4) dossiervorming wordt belangrijk door verschriftelijking van procedure zeker bij gerechtelijke archieven

130
Q

ICA

A

International Council on Archives, Internationale Archiefraad

= beroepsvereniging van archivarissen en vereniging van archiefdiensten

131
Q

archieven als lieux de mémoire

A

= plaatsen of voorwerpen waaraan de herinnering zich hecht, symbolische waarde voor de gemeenschap

! voor de collectieve id; archieven houden collectief geheugen levend

gaat breder dan enkel archieven: dagboek anne frank, anne frank huis, joodse kerkhoven; symbool voor holocaust

132
Q

archieven leggen nadruk op

A

1) verantwoording
2)bewijskracht
3) rol in democratische samenleving
4) gebruik voor onderzoek
= ontbreken bij erfgoed

133
Q

het records continuum

A

stukken worden bij hun ontstaan als archief behandeld, levensfase van archstuk doet er niet meer toe

onderscheid tusssen archivaris en records valt weg; archieven hebben levenscyclus en archivarissen moeten bij de volledige betrokken worden

134
Q

kadoc

A

documentatie- en onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving

135
Q

amsab

A

Archief en museum voor de geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging

136
Q

liberaal archief

A

centrum voor de geschiedenis van het vrije denken en handelen

137
Q

advn

A

archief-en documentatiecentrum voor Vlaams nationalisme

138
Q

amvc letterenhuis

A

archief en museum voor het vlaamse cultuurleven

139
Q

cava

A

centrum voor academisch en vrijzinnig archief

140
Q

dacob

A

documentatie- en archiefcentrum van Communistische beweging

141
Q

acquisitie

A

geheel van activiteiten van een archiefbeheerder gericht op het overnemen in bruikleen of in eigendom van archiefbescheiden in een archiefbewaarplaats

142
Q

overdracht

A

procedure waarbij de archiefbeheerder archbescheiden plaatst onder de verantwoordelijkheid van een andere archiefbeheerder

143
Q

overdrachtslijst

A

de staat der overgedragen archiefstukken

144
Q

neerlegging

A

procedure van overdracht van archief; procedure waarbij een openbare overheid de archbescheiden overdraagt aan het rijksarchief of in NL een zorgdrager van een overheidsorgaan de archbescheiden overdraagt aan de archbeheerder van een archbewaarplaats

145
Q

schenking

A

vindt er een overdracht van eigendomsrechten plaats

146
Q

bewaargeving

A

bij overdracht behoud de eigenaar zijn rechten

147
Q

collectieplan

A

een samenhangend geheel van criteria (inhoudelijk, chrolonogisch, geografisch) dat het collectieterrein van een archdienst afbakent

148
Q

archiefdossier

A

bevat het contract, briefwisseling, afspraken tussen archdienst en overdrager van archief, beschrijvingen, foto’s van de originele bewaartoestand van archief en de materiële staat en overdrachts en/of selectielijsten

149
Q

selectielijst

A

een systematische opsomming van categorieën archbesch die in aanmerking komen voor permanente bewaring of voor onmiddellijk of op termijn uit te voeren vernietiging

150
Q

bewaarniveau

A

als dezelfde informatie bewaard wordt op verschillende niveaus

het niveau van een archiefvormer van welke bij de selectie van archbestanddelen met dezelfde inhoud als de archbestanddelen van andere archvormers binnen of buiten dezelfde organisatie die bestanddelen blijvend bewaard worden, terwijl de onvereenkomstige archbestanddelen van de andere archvormers worden vernietigd

151
Q

bewaartermijn

A

periode, ingaande vanaf het jongste stuk van een dossier of vanaf het afsluiten van een zaak, die aanduidt tot wnnr archbescheiden bewaard moeten blijven

152
Q

PIVOT

A

= project invoering verkorte overbrengingstermijn

het selecteren van handelingen van overheid ipv selecteren bescheiden

153
Q

ISAD(G)

A

General international standard archival description

154
Q

waardering

A

Activiteit binnen de selectie waarbij door bestudering van de context van archiefbescheiden wordt bepaald welke categorieën archiefbescheiden voor tijdelijke dan wel blijvende bewaring in aanmerking komen, al dan niet onder toekenning van bewaartermijnen.

155
Q

ISAAr(CPF)

A

international standard archival authority record for corporate bodies, persons and families

156
Q

authority control

A

proces dat homogeniteit nastreeft van de metadata

157
Q

ISDF

A

international standard for describing functions

158
Q

EAD en EAC

A

encoded archival description en encoded archival context

159
Q

granulariteit

A

graad van detaillering

160
Q

beschrijving

A

van archbestanddeel is opsomming van de relevante beschrijvingselementen van dat bestanddeel

161
Q

beschrijvingselement

A

gegeven betreffende de context, de gesch en de inhoud van een archief, archafdeling, archbestanddeel en archstuk

162
Q

zaak

A

een in tijd begrensd complex handelingen betreffende een bepaald geval

163
Q

onderwerpsmap

A

archvormer brengt stukken en documentatie samen over een bepaald onderwerp

niet zelfde als dossier

164
Q

ontwikkelingsstadium

A

stadium waarin document verkeert tussen de eerste vastlegging in een ontwerp en de laatste vorm waarin het in 1 of meer archieven wordt opgenomen

165
Q

klad

A

ontwerp van een document bestemd voor uitwerking

166
Q

concept

A

ontwerp van document bestemd voor beoordeling, bewerking of vaststelling

167
Q

minuut

A

concept vastgesteld door bevoegd persoon of personen binnen organisatie van een archvormer

168
Q

net

A

archstuk gelijkluidend aan minuut in een vorm bestemd om te dienen voor kennisgeving en raadpleging

169
Q

expeditie

A

net bestemd voor een geaddresseerde

170
Q

afschrift, kopie

A

document gelijkluidend aan ander document waarnaar het is vervaardigd

171
Q

uittreksel, extract

A

afschrift van een gedeelte of van gegevens uit een document

172
Q

charter

A

niet als red vorm; stuk dat en akte bevat, vaak met zegel

173
Q

chirograaf

A

gedeelte van een vel papier dat oorspronkelijke twee of meer gelijkluidende akten bevatte, gescheiden op een aantal tekens dat daartoe de beoogde plaat van lossnijden is aangebracht

174
Q

katern

A

aantal in elkaar gevouwen of genaaide vellen papier

175
Q

deel

A

aantal katernen in boekvorm

176
Q

band

A

aantal in boekvorm samengevoegde stukken die afzonderlijk zijn ontstaan

177
Q

omslag

A

beperkt aantal stukken bijeengebracht in een erom heen gevouwen vel papier

178
Q

pak

A

omvangrijk aantal stukken bijeengebracht in een erom heen gevouwen vel papier

179
Q

ordening

A

het ordenen van een archbestand is een intellectueel proces waarbij archbescheiden op grond van het bestemmings -en structuurbeginsel wordt gerangschikt in een volgorde die een zo getrouw mogelijke afspiegeling is van de organisatiestruct en of functies of bevoegdheden van de archvormer

180
Q

ordeningsstelsel

A

door de archvormer bepaald systeem van ordening van archbescheiden binnen een archief

181
Q

resolutie

A

besluit

182
Q

transmissiebeginsel

A

f overgangsbeginsel is het beginsel dat bij overgang of overdracht van rechten of functies de archiefbescheiden, die op die rechten betrekking hebben of bij de uitoefening van die functies zijn ontstaan, deze overgang volgen.

183
Q

conglomeraat

A

archieven van verschillende herkomst

184
Q

brontypologie

A

determineren van vormen, belang van stukherkenning

185
Q

enquête

A

gerechtelijke onderzoeken op vraag van 1 van de partijen

186
Q

archievenoverzicht

A

een systematische opsomming van archiefbestanden en verzamelingen berustend in 1 of meer archbewaarplaatsen of in een deel van 1 archbewaarplaats

maken specifieke context van archieven als procesgebonden info zichtbaar

187
Q

archiefgids

A

geeft aan welke archbestanden en bestanddelen bruikbaar zijn voor een bepaald soort onderzoek

Werk voor archivarissen of historici?

kan gelinkt worden aan archievenoverzichten en inventarissen; meteen doorklikken zie vb p 180 website

188
Q

archiefinventaris

A

systematisch ingedeeld geheel van beschrijvingen van bestanddelen van een archief

in principe ontsluit 1 inventaris 1 archbestand

niet zelfde als plaatsingslijst of catalogus

189
Q

fondsinventaris

A

specifieke inventaris

verzamelinventaris van archieven behorend tot 1 archffonds

190
Q

deelinventaris

A

inventaris van afgebakende groep archbestanddelen binnen 1 archbestand

191
Q

analytische inventaris

A

beschrijft aantal bestanddelen met hogere graad van detaillering

192
Q

dossierinventaris

A

tussentijds aan te vullen toegang in dynamische fase van archvorming

193
Q

plaatsingslijst

A

staat met opsomming van archbestanddelen in een volgorde bepaald door de plaatsing in archbewaarplaats

194
Q

regestenlijst

A

een chronologisch ingerichte lijst regesten; analyses van akten

kerntaak van archivaris?

195
Q

broncommentaar

A

een beknopte verhandeling over de wijze van totstandkoming, ontwikkeling, kenmerken en gebruiksmogelijkheden van 1 bepaald type archbron

196
Q

typologische studie

A

grondige wet studie van de kenmerken en gebruiksmogelijkheden van een bepaald groep of soor archbesch

197
Q

catalogus

A

staat van beschrijvingen van documenten die geen archbesch zijn; ontsluit een verzameling

niet gelijk aan inventaris

198
Q

bronnenpublicatie

A

uitgeven van belangrijke bronnen

meest extreme vorm van toegankelijkheid

199
Q

authority control

A

gecontroleerd gebruik van trefwoorden en beschrijvingstermen

! voor red vormen

Bearman: red vormen = intellectual content descriptors als ze correct gebruikt worden, zijn ze de meest waardevolle aanwijzing voor categorieën info die de onderzoeker mag verwachten

200
Q

taxonomie

A

ontsluitingsvorm die uitgaat van een hiërarchisch georganiseerde gecontroleerde termenlijst

201
Q

thesaurus

A

onderscheidt nog andere relaties dan louter hierarchisch + voorkeursterm dan = authority file

202
Q

folksonomies

A

classificatie via social tagging; gebruikersgroep kent vrij gekozen trefwoorden toe om archbestanddelen te beschrijven

203
Q

georefereren

A

toekennen van geogr refentiepunten aan objecten zodat objecten op digitale kaart kunnen getoond worden

204
Q

GIS

A

geografisch informatiesysteem: waarmee gegevens over geogr objecten kunnen worden opgeslagen, beheerd, bewerkt en geanalyseerd

205
Q

authority fily

A

beschrijvingen van indextermen of normbeschrijvingen

206
Q

VIAA

A

Vlaams instituut voor audiovisuele archivering

207
Q

archiefreglement

A

regelt relatie tssn archiefvormende overheid en archdienst. De verantwoordelijkheden betreffende archzorg en archbeheer worden vastgelegd, hoe raadpleging verloopt, normen betreffende archruimte vastgelegd, …

208
Q

leeszaalreglement

A

regelt de relatie tussen de archdienst en de externe gebruiker; rechten en plichten van beide partijen

209
Q

externe bruikleen

A

verplaatsing van archieven voor externe doeleinden bv voor restauratie, reproductie, studie of tentoonstelling

210
Q

accountability

A

burger moet overheid ter verantwoording kunnen roepen; controle op politici en respect voor mensenrechten

bewaren en valoriseren van archives of terror nodig voor heropbouw van democratie

= belang van archieven

211
Q

acta

A

registratie van beslissingen

212
Q

documentatie

A

Verzameling documenten betreffende een feit of reeks feiten, bijeengebracht met een bepaald doel.

213
Q

contextinformatie

A

infor over de omstandigheden waarin archief ontstond en gebruikt werd