Inleidende les Flashcards

1
Q

Definitie van psychologie

A

Psychologie is de wetenschappelijke studie over oorzaken en gevolgen van menselijk gedrag, en hoe die kennis toegepast kan worden in de psychologische hulpverlening en begeleiding van mensen in verschillende situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat het begrip ‘menselijk gedrag’

A
  • Direct waarneembaar gedrag (wat mensen doen)
  • Indirect waarneembaar gedrag (hoe men denkt en wat men voelt)
  • De biologische of neuropsycho- logische processen die aan de basis liggen van dat gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bestudeert de ontwikkelingspsychologie

A

de normale ontwikkeling van kind tot oudere
+
probeert achterstanden en stoornissen te beschrijven, te ebgrijpen en te verklaren

( verschil tssn normaal en afwijkend gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit wat bestaat de ontwikkelingspsychologie?

A
  1. De klassieke ontwikkelingspsychologie (de mijlpalen in je leven)
  2. De levenslooppsychologie (dingen die je meemaakt in je leven die je leven gaan beïnvloeden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de leeftijdscategorieën?

A
  • Prenatale periode
  • Babytijd (0-1)
  • Peutertijd (1-2)
  • Kleutertijd (3-6)
  • Lagere school (6-11)
  • Puberteit (11-14)
  • Adolescentie (14-18)
  • Jongvolwassenen (18-21)
  • Volwassenen (21+)
  • Ouderen (65+)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het belang van ontwikkelingspsychologische theorieën?

A
  • Voorzien kader om menselijk gedrag te observeren, te interpreteren en te voorspellen
  • Gefundeerd door wetsch. OZ
  • Combinatie van verschillende theorieën is nodig
  • Vormen stevige basis voor interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

twee filosofen over vroege denkbeelden over kinderen

A

John Locke en Jean-Jaques Rousseau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt John Locke over de ontwikkeling van kinderen

A
  • Tabula rasa: het kind is van nature niet goed/slecht, een onbeschreven blad
  • Nadruk op omgeving en opvoeding
  • Kind is passief en beschreven door anderen
  • Ontwikkeling als continu proces
  • Elementen in leertheoretische principes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt JJ Rouseau over de ontwikkeling van kinderen?

A
  • Kind is van nature goed, heeft neiging tot positieve ontwikkeling
  • Kinderen hebben een aangeboren morele zin
     Kind op slecht pad?  door invloed van volw/ natuurlijke ontwikkeling werd onderbroken
  • Opvoedingsfilosofie gebasseerd op eerbied vr natuurlijke ontwikkeling: Emile
  • Volwassenen als receptief, kind als actief
  • Ontwikkeling als discontinu proces
  • Maturatie: genetisch bepaald en natuurlijk ontwikkelingsverloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 6 wetenschappelijke visies op kinderen?

A
  • Psychodynamisch perspectief
  • Behavioristisch perspectief
  • Cognitief perspectief
  • Evolutionair perspectief
  • Systemisch perspectief
  • Behoefteperspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nature

A

genetische invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nurture

A

Ontwikkelingsgeschiedenis en actuele omgevingsinvloeden
* biologisch
* sociaal
* maatschappelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de zes klassieke theorieën van nature naar nurture

A
  1. evolutionair perspectief
  2. cognitief perspectief
  3. psychodynamisch perspectief
  4. behoefte perspectief
  5. behavioristisch perspectief
  6. systemisch perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fenotype

A

gezamelijke genetische invloeden X gedeelde X niet-gedeelde omgevingsinvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De Invloed van genen op complexe eigenschappen (intelligentie), persoonlijkheid, psychiatrische stoornissen wordt onderzocht door…

A

familieonderzoek
natuurlijke experimenten (zoals tweelingonderzoek en adoptieonderzoek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

concordantie

A

overeenkomst van categorale eigenschappen tssn bloedverwanten
bv. meisje of jongen, autisme of niet

17
Q

correlatie

A

overeenkomst van continue eigenschappen tssn bloedverwanten (varieert tssn 0 en 1)
bv. intelligentie