Infrastructuur en voertuigmanagement Flashcards

1
Q

Hoe kunnen wij in Europa de wegen onderscheiden?

A

Door E, A, N en S-wegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn S-wegen?

A

Stadsroutes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn A-Wegen

A

Nederlandse snelwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn N wegen?

A

Nederlandse hoofdwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn E-wegen

A

Europese verbindingswegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke bewegwijzeringen corresponderen met de routekaarten?

A

Afslagnummers, industrieterreinen en wijknummers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat filevorming?

A

Als gevolg van overbelasting op een bepaald traject

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Als de infrastructuur niet meegroeit met de toename van het vervoer ontstaan er ……..

A

Knooppunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel wegbeheerders kennen wij in Nederland?

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke wegbeheerders kennen wij in Nederland?

A

Rijkswaterstaat, Provincies, Gemeenten, Waterschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke wegen onderhoudt Rijkswaterstaat?

A

De A en N wegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke wegen onderhoudt de Provincie?

A

De autowegen tussen woonkernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke wegen onderhoudt de gemeente?

A

Lokale wegen binnen de bebouwde kom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke wegen onderhouden de Waterschappen?

A

Wegen over dijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de kerntaak van een taxionderneming?

A

Personenvervoer tegen betaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarvan geeft het dienstrooster een goed beeld van?

A

Het aantal werknemers, parttime en/of fulltime dat werkgevers in dienst moet hebben om het vervoersaanbod tijdig en adequeaat op te vangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Van welke inventarisatie kan een capaciteitsplanning worden gemaakt?

A

Door het aanbod in verschillende soorten vervoer te inventariseren en door het diffirentieren naar de verschillende tijden of dagdelen per dag doordat de vrag op een zondag bijvoorbeeld af zal wijken naar de vraag van vervoer op een doordeweekse dag

18
Q

Waarop kunnen navigatiesystemen een belangrijke bijdrage leveren?

A

Op het besparen van kosten

19
Q

Welke kosten aan de auto worden gerekend tot aftersales?

A

Onderhoud en reparatie

20
Q

Onder welke vorm van kosten worden brandstofkosten, banden en chauffeurskosten toegerekend?

A

Exploitatiekosten

21
Q

Juist of onjuist. Preventief onderhoud betekent dat wanneer een onderdeel defect is geraakt, hersteld of vervangen moet worden.

A

Onjuist

22
Q

Juist of onjuist: Correctief onderhoud is onderhoud dat dient ter voorkoming van problemen

A

Onjuist

23
Q

In welke vorm van onderhoud heeft de gebruiker vooral een rol?

A

In het preventieve onderhoud

24
Q

In welke onderhoudsvorm heeft de werkplaats een belangrijke taak?

A

In het preventieve en correctieve onderhoud

25
Q

Welke vorm van onderhoud voert het deskundig personeel normaliter uit?

A

Correctief onderhoud

26
Q

Waarom wordt tegenwoordig het correctief onderhoud veelal uitbesteed?

A

Doordat de investeringen en kosten hoog zijn vanwege milieueisen, gereedschappen, training van personeel door voortschrijdende technische innovatie.

27
Q

Waarom mag je voor onderhoud naar zowel onafhankelijke als merkgerelateerde dealers toe gaan?

A

Door Europese regelgeving

28
Q

Waarvoor dient de Groepsvrijstelling verordening EU 1400/2002?

A

Zaken die betrekking hebben tot de relatie tussen fabrikant, handelaar, reparateur en gebruiker/consument

29
Q

Waar verschaft de regeling EU verordening 1400/2002 duidelijkheid over?

A

Dat fabrikanten niet langer mogen bedingen dat een dealer maar één merk mag voeren.

30
Q

Wat zijn er met betrekking tot onderhoud en reparatie vastgelegd in de EU verordening 1400/2002?

A

Wanneer er sprake is van originele onderdelen, wanneer onderdelen gelijkwaardig zijn, wie verantwoordelijk is voor gevolgen van inferieure kwaliteit, wanneer er garantie op onderhoud is en wanneer niet, hoe een erkende reparateur te herkennen is en waar hij aan moet voldoen en wat zijn rechten en plichten zijn en welke productgarantie hij mag bieden, wat er verstaan wordt onder een onafhankelijke reparateur en hoe het zit met productgarantie

31
Q

Wat is het verschil tussen erkende en niet erkende reparateurs?

A

Niet-Erkende reparateurs zijn onafhankelijke garagebedrijven, onafhankelijke bij reparatie en onderhoud betrokken bedrijven en indirect betrokken bedijven zoals uitgevers van technische handboeken, distributeurs van reservedelen, fabrikanten van gereedschappen en bedrijven die zich bezighouden met testen en controleren van dienstverlening of het geven van technische training. Erkende reparateurs zijn reparateurs al dan niet verbonden aan verkoopbedrijven die voldoen aan de door de fabrikant gestelde eisen. Fabrikanten zijn vrij in het opstellen van deze eisen.

32
Q

Wat staat er in artikel 82 van de EU verordening 1400/2002?

A

Het voorkomen van misbruik van een dominante situtaie. Fabrikanten zijn bijvoorbeeld niet toegestaan de kosten voor een training of een handboek hoger te maken voor niet erkende reparateurs dan voor zijn eigen erkende reparateurs

33
Q

Door wie worden de kwaliteitseisen van originele onderdelen vastgesteld?

A

Door de fabrikant

34
Q

Door wie worden reserveonderdelen gemaakt?

A

Door toeleveranciers van de fabrikant

35
Q

Hoe moeten kwalitatief gelijkwaardige onderdelen kenbaar worden gemaakt?

A

Door middel van een certificaat

36
Q

Noem zeven bronnen van de voertuigadministratie

A

Tachograafschijven, planningsafdeling, rittenstaten, chcklist voor controles zoals vermelden van geconstateerde gebreken en ondernomen actie, brandstofregistratie, olieverbruikregistratie, black box

37
Q

Wat is op een stamkaart van een voertuig te vinden?

A

Welke onderdelen en componenten op het voertuig gebruikt zijn

38
Q

Welke gegevens bevat kenteken deel 1 (1A) van het voertuig?

A

De technische gegevens

39
Q

Welke gegevens bevat kenteken deel 2 (1B) van het voertuig?

A

De gegevens van de eigenaar / houder van het voertuig

40
Q

Wanneer ontvang je een vrijwaringsbewijs?

A

Zodra je het voertuig hebt verkocht.

41
Q

Wanneer is er sprake van onderstuur?

A

Als de wagen rechtdoor wil gaan

42
Q

Wanneer is er sprake van overstuur

A

Als de wagen de neiging heeft uit te breken aan de achterkant