Infecties Van De Urinewegen Flashcards

1
Q

Welke infectie is veelvoorkomende bij de lagere urinewegen?

A

Cystitis = blaasontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke symptomen komen voor bij een cystitis?

A
  • pijnlijk, branderig of stekend gevoel bij het urineren
  • frequenter urineren en in kleinere volumes
  • veranderd uitzicht en geur van de urine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke infectie is het meest voorkomend bij de hogere urinewegen?

A

Een nierbekkenontsteking = pyelonephritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de symptomen bij een pylonephritis?

A

Dezelfde klachten als bij een cystitis
+
- pijn in de rug of flank
- koorts
- misselijkheid
- bij ouderen: verwardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk type infectie zijn cystitis en pyelonephritis?

A

Bacteriële infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke MO zijn verantwoordelijk voor een cystitis en een pyelonephritis?

A
  • Escherichia Coli
  • Pseudomonas Aeruginosa
  • Enterococcus spp.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke bevolkingsgroep komt een cystitis meer frequent voor? Met welke reden?

A

Bij vrouwen:
- anatomie
- Hormonale invloed: de hormoonspiegels en de menstruatiecyclus zorgen voor het gevoeliger maken van de mucosa voor infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan ook een oorzaak zijn van een cystitis? Hoe noemen we dit type infectie?

A

Een katheter (sonde) = nosocomiale infecties
—> een sonde is een autostrade voor MO. De urine loopt via de binnenkant van de katheter uit het lichaam, maar de bacteriën die aan de wand gehecht zitten blijven achter. Deze kunnen een infectie veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van welke oorsprong zijn de MO die een cystitis en pyelonephritis veroorzaken? Leg uit

A

Van fecale oorsprong: de bacteriën bevinden zich op de huid van het rectum en kunnen via de ureter de blaas bereiken. Bij het ledigen van de blaas verlaten de MO de blaas. In sommige gevallen blijven er nog een aantal MO achter in de blaas die een blaasontsteking kunnen veroorzaken .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 2 kenmerken van een cystitis?

A

Het is een zelflimiterende infectie waarbij de infectie verdwijnt na 1 of 2 weken.
Maar wel kans op recidief van de symptomen: eens een blaasontsteking gehad, zal deze veel frequenter optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bevolkingsgroepen hebben risico op complicaties bij een cystitis?

A
  • kinderen < 12 jaar
  • zwangerschap
  • mannen: blaasontsteking komt minder frequent voor, maar complicaties treden meer op
  • anatomische afwijkingen van de nieren of de urinewegen
  • patiënten met een onderliggende aandoening zoals diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke manier gaan we een cystitis behandelen en waarom? Wat kan er extra gebeuren?

A

We behandelen met een antibioticatherapie aangezien de klachten sneller zullen verdwijnen.
Er kan gebruik gemaakt worden van een ‘uitgesteld voorschrift’: de arts schrijft een voorschrijft voor, maar de patient mag deze maar gaan afhalen na 4 dagen afhankelijk of de symptomen verergeren of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de eerste keuze antibiotica en wat is een alternatief bij cystitis?

A

Nitrofurantoïne
—> alternatief: fosfomycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom gebruiken we nitrofurantoine als een eerste keuze AB bij cystitis?

A

Het AB wordt via de urine uitgescheiden. We vinden in de urine en in de blaas dus hoge concentraties van het antibioticum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met welke AB behandeld men kinderen met een cystitis?

A

Nitrofurantoine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Met welk AB worden patiënten met een gecompliceerde cystitis behandeld?

A

Nitrofurantoine, behalve tijdens de laatste weken zwangerschap omdat er een verhoogd risico is op complicaties. Dan behandelen we met fosfomycine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Met welk AB behandelen we een cystitis bij hoogbejaarden en bij patiënten met een nierinsufficiëntie?

A

Trimethoprim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Aan welke patiënten wordt nooit nitrofurantoine toegediend voor de behandeling van cystitis?

A

Aan patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie en bij G6PD-deficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Met welk AB behandelen we een pyelonephritis?

A

Ciprofloxacine of levofloxacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke antibiotica worden gebruikt voor de behandeling van pyelonephritis in geval van resistentie tegen ciprofloxacine en levofloxacine?

A

Cotrimoxazol, amoxi-clav

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Op basis van wat wordt het onderscheid gemaakt tussen een cystitis en een pyelonephritis?

A

Pyelonephritis is een zeer ernstige aandoening die mogelijks levensbedreigend is. Op basis van de behandeling wordt een onderscheid gemaakt:
- cystitis: nitrofurantoine en fosfomycine
- pyelonephritis: ciprofloxacine, levofloxacine en indien resistentie: cotrimoxazol en amoxi-clav

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welk niet-farmaceutisch middel kan gebruikt worden als preventief middel tegen blaasontstekingen? Wat kan men besluiten?

A

Veenbessen: het zou preventief werken urineweginfecties.
—> de bewijslast is laag - het kan niet gebruikt worden ter preventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de gelijkenis tussen cystitis en pyelonephritis?

A

Ze worden veroorzaakt door dezelfde bacteriën namelijk:
- in 80% van de gevallen: Escherichia Coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bij welke 3 groepen van mensen is er wel bewijs dat de preventieve middelen helpen tegen cystitis?

A

Bij kinderen
Bij mensen die een blaaschirurgie ondergaan hebben
Bij vrouwen met frequentie urineweginfecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke bacterie veroorzaakt Chlamydia?

A

Chlamydia trachomatis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke bacterie veroorzaakt Gonorroe?

A

Neisseria gonorrhoeae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welk MO veroorzaakt syfilis?

A

Treponema Pallidum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welk MO veroorzaakt een genitale herpes?

A

Herpes simplex virus 2
= HSV-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welk virus veroorzaakt HPV?

A

Humaan papillomavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Welk virus veroorzaakt HIV?

A

Humaan immunodeficientiëntievirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Welk MO veroorzaakt een trichomonase? Welk type MO is het?

A

Een parasiet = trichomonas vaginalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welke SOA is de belangrijkste binnen de bacterie veroorzakende SOA’s?

A

Chlamydia door Chlamydia trachomatis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welke trend zien we in België met betrekking tot SOA’s tussen 2002 tot 2016?

A

Een stijgende trend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Op welke manier gebeurt de transmissie van een seksueel overdraagbare aandoening?

A

Met seksueel contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Welke factoren beschouwd men als risicogedrag voor transmissie van soa? In welke bevolkingsgroepen is dit risicogedrag het grootst?

A
  • meerdere partners
  • geen condoom gebruiken
  • partner niet verwittigen in geval van SOA

=> bij mannen die seks hebben met mannen (MSM), bij sexwerkers en bij intraveneuze druggebruikers (IVD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is de meest frequente SOA in België? Door welke bacterie wordt deze veroorzaakt?

A

Chlamydia
> chlamydia trachomatis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Welke transmissieroutes gebruikt chlamydia?

A
  • seksueel contact
  • perinatale overdracht naar de foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is het gevolg van een perinatale transmissie bij chlamydia?

A

Het ontstaan van een neonatale conjunctivitis
= ontsteking van de ogen bij een pasgeboren baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Hoe kan men de stijgende prevalentie verklaring van chlamydia tussen 2002 en 2015?

A

Een stijgende bewustwording van de soa => meer testen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

In welke leeftijdscategorie en in welke bevolkingsgroep komt chlamydia het meest voor?

A

Bij vrouwen tussen de 15 en 19 jaar en 20 en 24 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Met welke factor steeg de prevalentie van chlamydia tussen 2002 en 2015?

A

met een factor 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat zijn de symptomen bij mannen met chlamydia?

A

Urethritis = ontsteking van de urether

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat zijn de symptomen van chlamydia bij een vrouw? Wat gebeurt er indien onbehandeld?

A

Cervicitis = ontsteking van de baarmoederhals
=> kan indien onbehandeld aanleiding geven tot bekkenontstekingssyndroom PID (Pelvic Inflammatory Disease)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat is het probleem bij een chlamydia besmetting?

A

60% van de geïnfecteerde vrouwen en 30% van de geïnfecteerde mannen blijven asymptomatisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Met welke factor steeg de prevalentie van Gonorroe tussen 2002 en 2016?

A

Met een factor 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Welke leeftijdscategorie en welke bevolkingsgroep wordt het vaakst getroffen door gonorroe?

A

Mannen tussen de 20 en 39 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Via welke 2 transmissieroutes gebeurt overdracht van gonorroe?

A

Seksueel contact en perinataal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat zijn zowel de primaire als de secundaire symptomen van gonorroe bij de man?

A
  • primair: een etterende urethritis
  • secundair: prostatitis en steriliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Hoe wordt een etterende urethritis nog genoemd bij gonorroe?

A

Druiper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat zijn zowel de primaire als de secundaire symptomen van gonorroe bij de vrouw?

A
  • primair: cervicitis
  • secundair: PID of eileiderontsteking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Welke aandoening treedt op wanneer er een perinatale transmissie gebeurt is van gonorroe of chlamydia?

A

Neonatale conjunctivitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Hoe wordt een urethritis behandeld?

A
  1. Empirisch (op basis van waarneming zonder diagnose): doxycycline, ceftriaxon

Wanneer een onderscheid gemaakt is tussen gonococcen of chlamydia:
- gonococcen: ceftriaxon
- chlamydia: doxycycline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Hoe wordt een PID behandeld?

A

Ceftriaxon, doxycycline en metronidazole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Met welke factor steeg de prevalentie van syfilis tussen 2002 en 2016?

A

Met een factor 20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Welke leeftijdscategorie en welke bevolkingsgroep wordt het vaakst getroffen met syfilis?

A

Mannen tussen 20 en 59 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Op welke manier gebeurt een initiële besmetting met syfilis?

A

Via seksueel contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Wat is het ziekteverloop van syfilis indien onbehandeld?

A

Er zal een initiële besmetting optreden met syfilis via seksueel contact: de MO groeien initieel op de plaats van infectie.
Er treedt een PRIMAIRE SYFILIS op waarbij een huidletsel waar te nemen is dat we een chancre noemen.
Na verdere verspreiding in het lichaam krijgen we een SECUNDAIRE SYFILIS: hierbij krijgen we huiduitslag op andere plaatsen in het lichaam dan de initiële infectie plaats.
Indien verder onbehandeld spreken we van een LATENTE SYFILIS waarbij in de meeste gevallen er geen extra complicaties optreden. De bacterie blijft latent in het lichaam aanwezig. Maar in 30% van de gevallen gaat men over tot het TERTIAIRE SYFILIS waarbij er cardiovasculaire en neurologische complicaties optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Op welke manier wordt syfilis behandeld?

A

Met een eenmalige IM injectie van benzathine benzylpenicilline:
- bij primaire en secundaire syfilis
- vroeg latente syfilis minder dan 1 jaar onbehandeld

Met 3 shorts van benzathine benzylpenicilline op dag 1, 8 en 16 voor laat latente syfilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Wat is een fluor vaginales?

A

Een term die gebruikt wordt voor een niet-bloederige vaginale afscheiding die volgens de patient afwijkt voor wat voor haar gebruikelijk is wat betreft de hoeveelheid, kleur en geur.
= een gewijzigd verhoogde vaginale afscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat zijn de symptomen van een fluor vaginalis?

A

Jeuk, branderig of pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Door welke bacteriën kan een fluor vaginales veroorzaakt worden? Welke zijn wel een seksueel overdraagbare infectie en welke niet?

A
  • bacteriële vaginose en Candida vaginitis => geen SOI
  • Trichomonas vaginalis => wel SOI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Wat kan een oorzaak zijn door een infectie met Candida vaginitis?

A

Aan vaginale dysbiose door het gebruik van breedspectrum antibiotica die de bacteriën afdood die normaal gezien in de vagina aanwezig zijn. Er worden melkzuurbacteriën afdood die helpen bij het creeeren van een zure omgeving waar Candida normaal niet kan uitgroeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Waarom is het belangrijk om een onderscheid te makken tussen de SOI en niet SOI?

A

Omdat het gevolgen heeft of je al dan niet de partner mee zal behandelen:
- bij SOI - partner wel mee behandelen
- bij NIET SOI - partner niet mee behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Op welke manier behandelen we een bacteriële vaginose en Candida vaginitis?

A

Met antibiotica om de klachten te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Welke antibiotica gebruiken we voor de behandeling van bacteriële vaginose?

A

Metronidazole
Clindamycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Welke antibiotica worden gebruikt voor een candida vaginitis?

A

Miconazole, butoconazol, enticonazol of fluconazol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Welke symptoom treedt er op bij een herpes genitalis?

A

Blaasjes op en rond de geslachtsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Wat kan een gevolg zijn van herpes genitalis?

A

Een latente infectie met opstoten: het virus is latent aanwezig in het lichaam en onder bepaalde omstandigheden wordt het opnieuw geactiveerd waarbij de symptomen opnieuw optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Op welke manier wordt herpes genitalis behandeld?

A

Met antivirale middelen: aciclovir en valaciclovir

70
Q

Op welke manier werkt het aciclovir en valaciclovir?

A

Ze inhiberen het viraal DNA polymerase

71
Q

Welke 2 aandoeningen kan het humaan papillomavirus (HPV) veroorzaken?

A
  • genitale wratten
  • baarmoederhalskanker
72
Q

Wat is een synoniem voor genitale wratten?

A

Condylomata acuminata

73
Q

Welke types HPV veroorzaken de genitale wratten?

A

Types 6 en 11 in 90% van alle genitale wratten

74
Q

Hoeveel verschillende types HPV bestaan er?

A

Meer dan 100

75
Q

Wat zijn Onco-virussen?

A

Virussen die kanker kunnen veroorzaken door de normale proliferatie van cellen te verstoren.

76
Q

Welke types HPV veroorzaken baarmoederhalskanker?

A

Types 16 en 18 in 74% van de gevallen

77
Q

Bij welke andere kankers is HPV nog betrokken?

A

Bij hoof- en nekkankers

78
Q

Welke vaccin wordt gebruikt tegen HPV?

A

Gardasil 9

79
Q

Wat is de actieve component in het gardasil 9 vaccin tegen HPV?

A

L1 eiwit van 9 verschillende types HPV (een eiwitvaccin) dat geproduceerd werd in gistcellen door middel van recombinante RNA technologie

80
Q

Hoeveel toedieningen gebeuren er van het vaccin tegen HPV?

A

2 toedieningen op 9 en 15 jaar

81
Q

Welke andere types HPV zijn betrokken bij baarmoederhalskanker?

A

Type 31, 33, 45, 52 en 58

82
Q

Waarvoor staat de afkorting AIDS?

A

Acquired ImmunoDeficiency Syndrome

83
Q

Welk type infectie is AIDS?

A

Een virale seksueel overdraagbare aandoening

84
Q

Door welk virus wordt AIDS veroorzaakt?

A

HIV

85
Q

Waarvoor staat HIV?

A

Humaan papillomavirus

86
Q

Op welke manieren kan AIDS verlopen?

A
  • asymptomatisch: patient ervaart geen symptomen
  • ernstige immunodeficientie
  • ernstige oppertunistische infecties: deze zijn een eerste indicatie voor AIDS
  • kanker
87
Q

Op welke manier verloopt het ziekteproces van aids?

A
  1. Een initiële infectie met HIV
  2. Een acute fase waarbij het aantal CD4+ T-helpercellen drastisch daalt en het aantal virussen in het lichaam stijgt.
  3. Een latente fase: we zien dat het aantal CD4+ T-cellen stabiliseert en het aantal virussen in het lichaam laag zijn. Deze fase kan jaren aanhouden
  4. De CD4+ T-helpercellen zullen onder een drempelwaarde vallen (deze is afhankelijke van persoon tot persoon). Vanaf hier zien we symptomen optreden.
88
Q

Wat is AIDS?

A

= een verlaging van het aantal CD4+ T-helpercellen waardoor er geen of een sterk verminderde immuunrespons is. Het lichaam heeft niet meer de mogelijkheid om te reageren op infecties.

89
Q

Welke infectie is een eerste indicatie aan AIDS?

A

Tuberculose

90
Q

Op welke manier gebeurt de behandeling van aids? (Algemeen) Hoe werken ze?

A

anti-HIV middelen = anti-virale middelen
—> combinatie gebruiken om op die manier resistentieontwikkeling te vermijden.

De anti-virale middelen gaan de virusreplicatie onderdrukken waardoor het immuunsysteem tijd heeft om zich te herstellen, er minder opportunistische infecties optreden en een vermindering is van transmissie.

91
Q

Wat gebeurt er niet bij de behandeling van HIV?

A

Een volledige eradicatie (volledig elimineren) van het HIV virus

92
Q

Op welke 3 manieren kan AIDS voorkomen worden?

A
  1. Condoom gebruik
  2. Pre-exposure Profylaxis (PrEP)
  3. Post-exposure profylaxis (PEP)
93
Q

Wat betekent pre-exposure profylaxis?

A

Het preventief toedienen van HIV-remmers

94
Q

Wat betekent post-exposure profylaxis?

A

Profylactische behandeling na een accidentele blootstelling

95
Q

Dus: welke aandoeningen vallen er onder de SOA’s? Via welk MO worden ze veroorzaakt en welk type is de infectie?

A
  1. Chlamydia: Chlamydia Trachomatis => bacteriële infectie
  2. Gonorroe: Neisseria Gonorrhoeae => bacteriële infectie
  3. Syfilis: Treponema pallidum => bacteriële infectie
  4. Herpes genitalis: HSV-2 => virale infectie
  5. Genitale wratten: HPV => virale infectie
  6. Baarmoederhalskanker: HPV => virale infectie
  7. AIDS: HIV => virale infectie
  8. Fluor vaginalis => bacteriële infectie
96
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak/ transmissie route van een huidinfectie?

A

Directe introductie van het organisme in het epitheel via:
- wonde
- haarfollikel

97
Q

Wat is een 2de manier hoe een huidinfectie optreedt?

A

Invasie van het MO uit de bloedsomloop via bv. Respiratoire systeem

98
Q

Wat is een folliculitis?

A

Een infectie van de follikel

99
Q

Door welk MO wordt een folliculitis veroorzaakt?

A

Staphylococcus aureus

100
Q

Op welke manier zorgt S. aureus voor een infectie van de haarfollikel?

A

S. Aureus vindt zich onder de vorm van een commensaal op de huid. Hier vormt het geen probleem. Het vormt wel een probleem wanneer S. aureus via de haarschacht naar dieper gelegen weefsel dringt waar een immuunreactie ontstaat.

101
Q

Waar in de huid veroorzaakt S. aureus folliculitis?

A

In het subcutane weefsel.

102
Q

Wat is het gevolg van een infectie met S. aureus?

A

Het veroorzaakt een abces = zweertje.

103
Q

Onder welke 2 vormen kan een abses voorkomen indien het minder kleinschalig is?

A
  1. Furunkel: het aangetaste oppervlak is groter en de bacteriën zijn dieper doorgedrongen in het weefsel.
  2. Karbonkel: meerdere naburige follikels zijn aangetast op een relatief klein oppervlakte.
104
Q

Wat is een synoniem van een furunkel?

A

Een steenpuist: de etter kan niet verwijderd worden

105
Q

Wat is een synoniem voor karbonkel?

A

Negenoog

106
Q

Hoe wordt een folliculitis behandeld?

A

Zowel de kleinschalige zweertjes als de ernstige vormen (furunkel en karbonkel) zijn zelflimiterend.
Soms is chirurgie nodig of een lokale desinfectie

107
Q

Wat is Impetigo?

A

= een infectie van de epidermis

108
Q

Wat is een synoniem van impetigo? Waarom?

A

Krentenbaard: de huiduitslag zal zich manifesteren op de onderkant of zijkant van het gezicht

109
Q

Door welke MO wordt impetigo veroorzaakt?

A

S. Aureus en streptococcen

110
Q

Op welke manier wordt impetigo behandeld? (Onderscheid)

A
  1. Oppervlakkige letsels: lokale behandeling met fusidinezuur
    —> MRSA: mupirocine
  2. Uitgebreide letsels of systemische symptomen: flucloxacilline
111
Q

Wat is cellulitis?

A

Ontsteking van de diepere huidlagen van de dermis en subcutaan weefsel

112
Q

Wat is erysipelas?

A

Oppervlakkerige infectie van de dermis in vergelijking met cellulitis

113
Q

Door welke MO worden cellulitis en erysipelas veroorzaakt?

A

Groep A streptococcen (S. pyogenes) en staphylococen

114
Q

Welke type infectie is folliculitis?

A

Bacteriële infectie

115
Q

Welke type infectie is impetigo?

A

Bacteriële infectie

116
Q

Welk type infectie is cellulitis en erysipelas?

A

Bacteriële infectie

117
Q

Wanneer gaan we cellulitis en erysipelas behandelen met AB en welke gebruiken we?

A

Wanneer er een vrij groot oppervlakte aangetast is
= flucloxacilline

118
Q

Hoe ontstaat acne vulgaris?

A

Het is geen infectieziekte opzich: het wordt veroorzaakt door een overtallige sebum (talg) productie waardoor de talgklieren geblokkeerd gaan zitten.
Deze sebumproductie wordt veroorzaakt door hormonale invloeden (puberteit).
Er wordt keratine afgezet in de follikel.

Er treedt accumulatie op van het sebum door een blokkering van de talgklieren: dit is een vetrijk en anaeroob medium waar niet alle MO in kunnen nestelen en groeien.

119
Q

Welk MO is verantwoordelijk voor acne vulgaris? Welk type MO is het?

A

Cutibacterium acnes: bacterie

120
Q

Welke vormen van acne worden onderscheiden?

A

Milde acne
Matige acne: 2 vormen
Ernstige acne

121
Q

Hoe wordt de milde vorm en de minste erge vorm van middelmatige vorm van acne genoemd?

A

Comedonen

122
Q

Hoe behandelen we comedonen?

A

Geen antibiotica toedienen

123
Q

Wat zijn comedonen (kenmerken)?

A

Worden gekenmerkt door het feit dat de afsluiting van de haarfollikel donkergekleurd is.

124
Q

Welke trend zie je bij de verschillende vormen van acne?

A

Hoe ernstiger de vorm van acne, hoe meer inflammatie en hoe meer proliferatie van MO.

125
Q

Hoe noemt men de 2 ernstige vormen van acne?

A

Papel en pustel

126
Q

Hoe worden de papels en pustels behandeld? Leg uit

A

Met een antibioticatherapie:
Benzoylperoxide voor 3 tot 6 maand waarbij men effect zou zien na 6 weken.

=> wanneer er geen effect is na 6 weken: toevoegen van 1% clindamycine

Indien een lokale behandeling weinig effect heeft:
- doxycycline
- minocycline

127
Q

Waarom wordt AB gebruikt voor de behandeling van papels en pustels?

A

Het voorkomt huidbeschadiging en littekenweefselvorming

128
Q

Door welk type micro-organismen worden mycosen veroorzaakt?

A

Schimmels en gisten

129
Q

Welk symptoom is typisch bij mycosen?

A

Tinea = ringworm: een ringvormig letsel op de huid

130
Q

Door welke MO worden mycosen veroorzaakt? Welke behoren tot deze klasse?

A

Dermatofieten:
- trichophyton rubrum
- T. Mentagrophytes

131
Q

Op welke 2 manieren kan een mycose zich manifesteren?

A
  • op de voet: atleetvoet
  • nagel = onychomycose
132
Q

Wat veroorzaakt een tinea?

A

Keratinolyse: afbraak van keratine

133
Q

Op welke manier worden schimmelinfecties van de huid behandeld?

A

1) recente infectie en/ of weinig uitgebreid
- 2% miconazol - lokaal: 2 keer per dag tot 1 week na de symptomen

2) recidieve infectie:
- 150 mg/week fluconazol gedurende 6 weken => oraal

3) therapiefalen;
- itraconazol
- terbinafine

134
Q

Op welke manier wordt onychomycosen behandeld?

A
  • voeten: Terbinafine
  • handen: Itraconazol
135
Q

Wat is intertrigo?

A

Huidbeschadiging op een plaats waar veel huidplooiingen zijn zoals tussen vingers

136
Q

Hoe wordt intertrigo behandeld?

A

Isoconazole

137
Q

Door welke bacteriën wordt de ziekte van Lyme verzoorzaakt? Hoe wordt het nog genoemd hierdoor?

A

Bacteriën van het genus borrelia
= borreliose

138
Q

Welke 3 kenmerken worden gegeven aan ziekte van Lyme?

A

Erythema chronicum migrans:
- roodverkleuring
- kan chronisch worden
- je ziet een verandering van symptomen

139
Q

Via welk dier wordt de ziekte van Lyme veroorzaakt?

A

Door een tekenbeet: het is niet de teek zelf die zorgt voor de ziekte maar enkel wanneer tijdens het bijten de bacterie borrelia doorgegeven wordt.

140
Q

Wat zijn de symptomen van ziekte van Lyme

A

Initieel zijn de symptomen lokaal: een kring thv de huid
=> wanneer deze symptomen zich systemisch gaan verspreiden: griepachtige symptomen zoals spierpijn en koorts.

141
Q

Hoe wordt de ziekte van Lyme behandeld:

A
  • indien de teek verwijderd wordt binnen de 24-48h: geen AB behandeling
  • AB indien erythema of systemische symptomen: doxycycline en amoxicilline
142
Q

Door welke virus worden wratten veroorzaakt?

A

Humaan papilloma virus type 2 en 4

143
Q

Op welke lichaamsdelen komen wratten vnl voor?

A

Handen en voeten

144
Q

Wat zijn 2 oorzaken van wratten?

A
  • epidermale hyperplasie: uitgroeien van de cellen op de epidermis
  • hyperkeratose: extreme productie van keratine dat zorgt voor de hardheid
145
Q

Hoe worden wratten behandeld?

A

Niet via antibiotica - ze verdwijnen vaak spontaan na 6 tot 24 maand.
—> soms worden ze verwijderd via salicylzuur of wegvriezen

146
Q

Door welke virus wordt herpes simplex veroorzaakt? Wat wordt er gevormd?

A

HSV-1
=> veroorzaakt koortseblazen

147
Q

Waar bevinden de koortseblazen zich bij een primaire infectie met HSV-1?

A

Buitenzijde van de lippen, tandvlees, huid en mond

148
Q

Hoe worden koortseblazen behandeld?

A

Ze zijn zelflimiterend en verdwijnen na 1 week: ook het huidletsel verdwijnt spontaan

149
Q

Onder welke stimuli gaat het HSV-1 virus geheractiveerd worden?

A

Zon, stress, hormonale invloeden en koorts

150
Q

Hoe worden koortseblazen genoemd?

A

Herpes labialis

151
Q

Waar wordt het HSV-1 latent opgeslagen?

A

Nervus trigeminus

152
Q

Welke cellen zijn een doelwit van HSV-1?

A

De epitheelcellen in de huid

153
Q

Wat is een synoniem voor herpes zoster?

A

Varicella

154
Q

Door welk virus ontstaat herpes zoster?

A

Varicella zoster virus

155
Q

Welk symptoom treedt op bij een primaire infectie met varicella zoster virus? Geef 2 synoniemen

A

Windpokken = waterpokken = chicken pox op aangezicht en bovenlichaam

156
Q

Wat zijn de secundaire symptomen dat optreden bij varicella?

A

Zona, zoster of gordelroos

157
Q

Op welke manier wordt het varicella zoster virus binnengebracht?

A

Via het respiratoir systeem

158
Q

Wat zijn de symptomen van windpokken?

A

Enkel jeuk: weinig last

159
Q

Hoe gaan we windpokken behandelen?

A

Niet
—> enkel bij patiënten met een verminderde weerstand

160
Q

Hoe gaan we zona behandelen?

A

Aciclovir en valaciclovir = antivirale middelen

161
Q

Wat is meningitis?

A

= hersenvliesontsteking

162
Q

Welke aandoeningen behoren allemaal tot de infecties van huid? Welk type infectie zijn ze? En door welk MO worden ze veroorzaakt?

A
  1. Folliculitis: S. aureus => bacteriële infectie
  2. Impetigo: S. aureus en streptococcen => bacteriële infectie
  3. Cellulitis en erysipelas: S. Pyogenes en stafylococcen => bacteriële infectie
  4. Acné vulgaris: Cutibacterium acnes => bacteriële infectie (secundair)
  5. Herpes simplex: HSP-1 => virale infectie
  6. Mycosen + onychomycosen + intertrigo: dermatofieten, nl. trichophyton rubrum en T. Mentagrophytes => schimmelinfectie
  7. Ziekte van Lyme: genus borrelia => bacteriële infectie
  8. Wratten: HSV type 2 en 4 => virale infectie
  9. Varicella (windpokken en zone, zoster, gordelroos): Herpes zoster virus => virale infectie
  10. Mazelen en rebella (rode hond)
163
Q

Wat is een synoniem voor hersenvliezen?

A

Meninges

164
Q

Waar liggen de hersenvliezen?

A

Tussen de schedel en de hersenen

165
Q

Welke oorsprong kan meningitis hebben?

A

Zowel bacterieel, als viraal als fungaal

166
Q

Welke kenmerkende symptomen zijn er bij meningitis?

A

Nekstijfheid
Lichtgevoeligheid
Hoofdpijn

167
Q

Welk type meningitis is de meest ernstige?

A

Bacteriële meningitis: geeft de meest ernstige symptomen

168
Q

Op welke manier gebeurt de transmissie van de bacteriën die meningitis veroorzaken?

A
  • van persoon tot persoon
  • perinataal
  • voedsel dat gecontamineerd is met Listeria
169
Q

Hoe noemt men een meningitis die veroorzaakt wordt door Neisseria?

A

Neisseria meningitidis: kan de bloed-hersen barrièren passeren en een infectie in de hersenen veroorzaken

170
Q

Wat is de eerste stap in het infectieproces van Neisseria?

A

De sprong maken van het nasofaryngeaal epitheel naar het bloed. Vanuit de bloedbaan de BHB passeren wat vrij zeldzaam gebeurd.

171
Q

Wat is een kenmerkend symptoom bij Neisseria meningitidis?

A

Petichien: kleine puntvormige bloedingen thv de huid

172
Q

Wat is een negatief gevolg van bacteriële meningitis?

A

Dood