India Flashcards
1
Q
ligging
A
- zuiden Azië
- GMT +5.30
- beste reistijd= okt-mei -> vooraf goed gepland -> uitgewerkte groepsreis = het beste
2
Q
4 natuurlijke regio’s
A
- himalaya + NO-bergland
- N-indische laagvlakte
- deccanplateau
- kustlaagland
3
Q
klimaat
A
tropisch moessonklimaat
3 hoofdseizoenen
- okt-mar: koel + drogg
- mar-juni: warm+droog
- juni-okt: moessonregens + warm
-> hoe meer naar het N, hoe korter het regenseizoen
4
Q
Accommodatie
A
- internationale hotelketens & plaatselijke hotels
- omgebouwde paleizen
- weinig jeugdherbergen
- ongedierte
- bij lokale mensen thuis
- huisboot
- toeristen bungalows
TAX:
- expenditure tax: 10% hotels, 15% restaurants
- luxury tax: overnachting zonder ontbijt = 3-15%
- service tax -> 15%
5
Q
vervoer
A
- luchtvaart: verschillende internationale luchthavens
-> plaatselijke luchthaventax, bagagedragers fooi - treinen: tekort aan treinen & personeel
- wegen: L rijden, chaos
state highways: voor deelstaten
national highways: voor het land algemeen - taxi’s, driewielers -> prijs vooraf afspreken + fooi
- rivierscheepvaart= enkel voor toeristen
6
Q
wetenswaardigheden
A
- gastvrijheid, behulpzaam
- veel bedelaars
- gn toiletten overal
- hindoeisme
- munt= rupee
- hindi
- fooien voor alles en nog wat
- folklore-avonden/ poppen theater
- gn handenschudden -> namaste met gevouwen handen
- kastensysteem
- buikloop