Inburgering Flashcards

Vragen

1
Q

waar woont u

A

In woon in Polen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar woont u familie

A

Mijn familie woont in Oekraïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom wilt u naar Nederland komen

A

Ik wil naar Nederland komen voor mijn partner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer bent u geboren

A

Ik ben geboren op 9 Maart 1998

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer wilt u naar Nederland gaan

A

Ik wil in Maart naar Nederland gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet u graag met uw familie

A

Ik lunch graag met mijn familie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet u graag met uw vrienden

A

Ik eet graag met mijn vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet u in het weekend

A

Ik doe niets in mijn vrije tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet u op een feestdag

A

Ik doe niets op een feestdag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat drinkt u graag

A

Ik drink graag sinaasappelsap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat eet u s’avonds

A

Ik eet s’avonds pasta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat eet u s’ochtends

A

Ik eet s’ochtends soep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gaat u morgen doen

A

Ik ga morgen niets doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat hebt u geleerd op school

A

Ik heb taal geleerd op school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat hebt u gisteren gedaan

A

Ik heb gisteren niets gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is uw adres

A

Mijn adres is Wambyerzycka 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is uw telefoonnummer

A

Mijn telefoonnummer is 729604398

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat kookt u graag

A

Ik kook graag pasta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat vind u van de Nederlandse taal

A

Ik vind de Nederlandse taal moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat vind u van Nederland

A

Ik vind Nederland leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat vind u van Nederlandse mensen

A

Ik vind de Nederlandse mensen leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat voor kleren draagt u vaak

A

Ik draag vaak t-shirts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat voor kleren vind u mooi

A

Ik vind t-shirts mooi

24
Q

Wat voor werk wilt u doen

A

Ik wil graag in een winkel werken

25
Q

Wat wilt u graag leren in Nederland

A

Ik wil graag de taal leren in Nederland

26
Q

Welke dag is het vandaag

A

Het is vandaag

27
Q

Welke dieren vindt u leuk

A

Ik vind katten leuk

28
Q

Welke kleuren vind u mooi

A

Ik vind rood mooi

29
Q

Welke maand is het nu?

A

Het is nu December

30
Q

Welke talen spreekt u

A

Ik spreek 5 talen

31
Q

Wie helpt u met Nederlands leren

A

Mijn partner helpt mij met Nederlands leren

32
Q

Wie wonen bij u in huis

A

Mijn vriendin en vriend wonen bij mij in huis

33
Q

Bij wie gaat u wonen in Nederland

A

Ik ga met mijn partner in Nederland wonen

34
Q

Hoe bent u hier gekomen

A

Ik ben hier gekomen met de bus

35
Q

Hoe gaat het met u

A

Het gaat goed met mij

36
Q

Hoe gaat u naar uw werk

A

Ik ga naar mijn werk met de bus

37
Q

Hoe laat begint u met werken

A

Ik begin met werken om 8 uur

38
Q

Hoe laat gaat u s’avonds naar bed

A

Ik ga s’avonds naar bed om 10 uur

39
Q

Hoe laat is het nu

A

Het is nu 6 uur

40
Q

Hoe laat stopt u met werken

A

Ik stop met werken om 5 uur

41
Q

Hoe laat wordt u ‘s ochtends wakker

A

Ik word ‘s ochtends wakker om 6 uur

42
Q

Hoe vaak bent u al in Nederlands geweest

A

Ik ben al 3 keer in Nederland geweest

43
Q

Hoe vaak kijkt u tv

A

Ik kijk nooit tv

44
Q

Hoe vaak luistert u naar de radio

A

Ik luister nooit naar de radio

45
Q

Hoeveel broers en zussen hebt u

A

Ik heb geen broers en zussen

46
Q

Hoeveel dagen in de week werkt u?

A

Ik werk 5 dagen in de week

47
Q

Hoeveel jaar school hebt u gehad

A

Ik heb 10 jaar school gehad

48
Q

Hoeveel kinderen hebt u

A

Ik heb geen kinderen

49
Q

Hoeveel talen spreekt u

A

Ik spreek 5 talen

50
Q

In wat voor huis gaat u wonen in Nederland

A

Ik ga in een appartement wonen in Nederland

51
Q

In welk land bent u geboren

A

Ik ben in Oekraïne geboren

52
Q

In welke plaats gaat u wonen in Nederland

A

Ik ga in Rotterdam wonen

53
Q

Mt hoeveel mensen werkt u

A

Ik werk met 2 mensen

54
Q

Naar welke muziek luistert u graag

A

Ik luister graag naar rock

55
Q

Waar bent u geboren

A

Ik ben geboren in Oekraine

56
Q

Waar heeft u Nederlands geleerd

A

Ik heb op school Nederlands geleerd

57
Q
A