In Samenspraak Flashcards

1
Q

Onze school ligt in de gemeente________

A

Herent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De deelgemeentes zijn:

A

Winksele, Veltem-Beisem, Herent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De geemente ligt in de provincie ______ die deel uitmaakt van het ________ gewest.

A

De geemente ligt in de provincie ____Vlaams-Brabant____ die deel uitmaakt van het ___Vlaams_____ gewest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De buurgemeentes zijn:

A

Bertem, Kortenberg, Leuven, Haacht, Kampenhout, Rotselsaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel gewesten zijn in ons land?

A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De drie gewesten zijn:

A

Vlaams Gewest, Waals Gewest, Brussels Hoofstedelijk Gewest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel Gemeenschaapen zijn in ons land?

A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De drie gemeenschappen zijn:

A

Vlaamse, Franstalige, Duitstalige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

West-Vlaanderen

A

Brugge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oost -Vlaanderen

A

Gent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Antwerpen

A

Antwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Limburg

A

Hasselt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vlaams-Brabant

A

Leuven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waals-Brabant

A

Waver (Wavre)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Henegouwen (Hainaut)

A

Bergen (Mons)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Namen (Namur)

A

Namen (Namur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Luik (Liege)

A

Luik (Liege)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Luxemburg (Luxembourg)

A

Aarlen (Arlon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Brugge

A

West-Vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Gent

A

Oost -Vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hasselt

A

Limburg

22
Q

Leuven

A

Vlaams-Brabant

23
Q

Waver (Wavre)

A

Waals-Brabant

24
Q

Bergen (Mons)

A

Henegouwen (Hainaut)

25
Q

Aarlen (Arlon)

A

Luxemburg (Luxembourg)

26
Q

A.

A

West-Vlaanderen

27
Q

B.

A

Oost-Vlaanderen

28
Q

C.

A

Antwerpen

29
Q

D.

A

Limburg

30
Q

E.

A

Luik

31
Q

F.

A

Luxemburg

32
Q

G.

A

Namen

33
Q

H.

A

Henegouwen

34
Q

I.

A

Vlaams-Brabant

35
Q

J.

A

Waals-Brabant

36
Q

Wat betekent scheiding der machten?

A

In een democratie is de maacht in drieen verdeeld. De drie machten houden elkaar in evenwicht en voorkomen misbruik door elkaar te conroleren.

37
Q

Wie heeft het wetgevende macht?

A

Het parlement. Het parlement maakt de wetten en controleert de werking van de regering.

38
Q

Wie heeft de uitvoerende macht?

A

De regering. De regering bestuurt het land en zorgt ervoor dat de wetten worden uigevoerd en toegepast.

39
Q

Wie heeft de rechterlijke macht?

A

De rechtbank. De rechtbanken oordelen over overtredingen van de wetten.

40
Q

Wat zijn de drie machten?

A

wetgevende, uitvoerende, rechterlijke

41
Q

1951

A

Europese Bemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) landen: Duitsland, Frankrijk, Belgie, Italie, Nederland, Luxemburg

42
Q

1957

A

Wordt Europese Economische Gemeenschap (EEG) of gemeenschappelijke markt opgericht (Euratom)

43
Q

1967

A

De EGKS, de EEG en de Euratom werden samengevoegd to de EG (Europese Gemeenschap)

44
Q

1993

A

De EG werd omgevormd tot de EU (Europese Unie)

45
Q

2002

A

De invoering van de Euro

46
Q

Europese Bemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) landen: Duitsland, Frankrijk, Belgie, Italie, Nederland, Luxemburg

A

1951

47
Q

Wordt Europese Economische Gemeenschap (EEG) of gemeenschappelijke markt opgericht (Euratom)

A

1957

48
Q

De EGKS, de EEG en de Euratom werden samengevoegd to de EG (Europese Gemeenschap)

A

1967

49
Q

De EG werd omgevormd tot de EU (Europese Unie)

A

1993

50
Q

De invoering van de Euro

A

2002