Ijstijden Flashcards

1
Q

Regressie

A

Zeebodem wordt land: verwerving en erosie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Transgressie

A

Land wordt zeebodem: sedimentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Glaciaal

A

Een lange, koude periode binnen een ijstijd, met uitgebreide ijskappen en gletsjers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intergraciaal

A

Een lange, warmere periode tussen twee glaciale perioden, waarin ijskappen en gletsjers zich terugtrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stadiaal

A

Een korte, koudere periode binnen een (inter)glaciale periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Interstadiaal

A

Een korte, warmere periode binnen een (inter)glaciale periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gevolgen

A

Rotsblokken meegenomen en afgeglad, u-vormige valleien ipv v-vormige, waterval/stroomversterking door afgesneden zijvalleien, enkel heel harde gesteente blijft over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kouder, hoe lager de zeepeil

A

Hoe meer neerslag valt onder de vorm van sneeuw, hoe meer sneeuw er blijft liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Plantenrijk

A

Jaarringen en pollenanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Jaaringen: dendroklimatologie

A

Dik: warm en nat, dun: koud en droog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pollenanalyse

A

Pollen: stuifmeelkorrels van planten die worden bewaard in afzettingen. Geven een beeld van de aanwezige vegetatie. Eik: droog, den: warm vochtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kouder klimaat: meer 18O

A

16O is lichter en verdampt beter waardoor 18O achterblijft. Het verdampte water verandert in sneeuw (in de ijskappen) en gaat niet terug in de oceaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kalksteen: 18O en 16O

A

Koude periode: vooral 18O in kalksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 indicatoren boring ijskap

A

Isotoop v zuurstof (verhouding: 16O en 18O), CO2-concentratie door lucht gevangen in ijs, zeespiegel reconstrueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Varven: def

A

Gelaagde sedimenten, afgezet in glaciale meren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Varven winter

A

Koud weer -> water vh meer bevriest -> bezinking vd kleine deeltjes -> donkere laag

17
Q

Varven zomer

A

Warm weer -> veel beweging ih water -> bezinking vd grote deeltjes -> lichte laag

18
Q

Afwijking vd baan vd aarde rond de zon ve perfecte cirkel

A

Excentriciteit

19
Q

Verandering vd hoek tussen rotatieas vd aarde en de loodlijn op haar baanvak

A

Obliquiteit

20
Q

Geleidelijke verandering vd rotatieas vd aarde

A

Precessie