ij - ee- r Werkwoorden betekenis Flashcards
aankijken
To look
Hebben aangekeken
aanwijzen
designate, point out
afwijken
To differ, deviate, depart from, diverge
Zijn afgeweken
afwijzen
Reject, refuse, dismiss, wave aside
Hebben afgewezen
Autorijden
Driving
Hebben/zijn gereden
Begrijpen
Understand
Hebben begrepen
Bekijken
To look at, look into
Hebben bekeken
beschrijven
Describe, label,
Hebben beschreven
Bestriden
To fight, combat, dispute
Hebben bestreden
Bewijzen
To prove, demonstrate evidence
Hebben bewezen
Bijten
To bite
Hebben beten
Blijken
Het blijk als het zo so, duidelijk to maken
Zijn gebleken
Blijven
Stay
Zijn gebleven
doorrijden
To drive through
Hebben/zijn doorgereden
drijven
To conduct
or float,
or drive like cattle drive
Hebben/ zijn gedreven
glijden
Slide, slip, glide
Hebben/zijn gegleden
grijpen
Grab, seize, grasp, grip
Hebben gegrepen
Ingrijpen
Intervene
Hebben ingegrepen
Inschrijven
Enroll, register, apply
Hebben ingeschreven
Kijken
Look
Hebben gekeken
Knijpen
Pinch or clip
Hebben geknepen
Krijgen
To get
Hebben gekregen
lijden
Suffer, ache, smart as in pain
Hebben geleden