IFD Flashcards

1
Q

Wat is belastbaar inkomen en hoe wordt dit verdeeld over de drie boxen?

A

Het inkomen waarover inkomensbelasting betaald moet worden, min eventuele aftrekposten en verrekenbare tarieven
box 1: inkomen uit werk en woning
box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang
box 3: inkomen uit sparen en beleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke drie pijlers bestaat de sociale zekerheid?

A
Pijler 1: alle uitkeringen, sociale voorzieningen, sociale verzekeringen (volksverzekeringen: AOW, ANW en Wlz / werknemersverzekeringen: WW en WIA) 
Pijler 2: Pensioenfondsen en -verzekeraars:
ouderdomspensioen
Pensioen DGA
AO-pensioen
Nabestaandenpensioen
Pijler 3: Private verzekeringen
Schadeverzekeringen
Levensverzekeringen
Sommenverzekeringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is AOW?

A
Pijler 1!
Algemene Ouderdomswet
- opbouw 2% per jaar, 50 jaar (tot AOW leeftijd) 
- Geen opbouw bij verblijf in buitenland
- gehuwden AOW 50% van minimumloon
- alleenstaand 70% van minimumloon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het omslagstelsel?

A

Dit is het financieringsstelsel van de AOW

  • premies worden nu betaald door niet-AOW-ers
  • Financiering huidige en toekomstige uitkeringen
  • problemen die AOW onbetaalbaar maken: ontgroening, vergrijzing en de verhoogde levensverwachting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is pijler 2 van het pensioenstelsel?

A
Dit is de werkgever. Er zijn verschillende soorten pensioenovereenkomsten:
- uitkeringsovereenkomst
Eindloonsysteem (laatst verdiend)
Middelloonsysteem (gemiddelde loon)
- premieovereenkomst
Beschikbare premiestelse
- kaptiaalovereenkomst
bepaald kapitaal opbouwen

Ouderdomspensioen

  • eindloon: Maximaal 1,657% opbouw per jaar
  • Middelloon: max 1,875% opbouw per jaar
  • beschikbare premie: max 75% gemiddeld pensioengevend salaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat valt er in box 1 en hoe wordt dit belast?

A

inkomen uit werk en woning:
loon, pensioen (uitgesteld loon), sociale uitkering, resultaat uit overige werkzaamheden, periodieke uitkeringen en verstrekkingen inkomsten uit eigen woning.

progressief tarief:
t/m 20,384 = 36,65%
t.m 34.300 = 38,10 %
t/m 68.507 = 38,10%
vanaf 68507 = 51.75%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat valt er in box 2?

A

Reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang
Vervreemdingsvoordelen

Vlaktaks tarief = 25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat valt er in box 3?

A

Spaargeld
Eventueel 2e woning

vlaktaks tarief = 30%, over forfaitair rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het forfairtair rendement?

A

forfairtair = fictief
De rendementsgrondslag is de waarde van de bezittingen minus die van de schulden.

Er is een heffingvrij vermogen: 2019: € 30.360. Over het vermogen minus het heffingvrij vermogen wordt belasting geheven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is verzekerd voor de AOW?

A

Iedereen die in NL woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de juiste omschrijving van het begrip heffingsvrij vermogen?

A

Bepaald bedrag dat je belastingvrij mag aanhouden in box 3. Het heffingsvrij vermogen is €30.360.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe bereken je de vermogensrendementsgrondslag in box 3?

A

Het vermogensrendementsgrondslag in box 3 bereken je als volgt:
Bezittingen -schulden-heffingsvrij vermogen = belastbaar inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rentevaste periode past het best bij de wens om een zo laag mogelijke hypotheekrente te betalen?

A

Een rentevaste periode van 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Paul en Marie zijn 2 jaar getrouwd. Marie heeft twee kinderen uit een vorige huwelijk. Van wie moet Paul het vermogen meenemen bij de belastingaangifte?

A

Marie, de kinderen en zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

We kennen de AOW en de ANW. Welke van deze is een volksverzekering?

A

Beiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de WW?

A

Een werknemersverzekering

17
Q

Welke sociale verzekeringen regelen een uitkering bij arbeidsongeschiktheid?

A

ZW en WIA

18
Q

Harry heeft een eigen woning en verblijft regelmatig bij zijn vriending. Harry verhuurt een paar kamers. Op welke AOW heeft hij recht?

A

AOW voor gehuwden, omdat hij kamers verhuurt

19
Q

Hoeveel verplichte UPO’s ken je?

A

4:

  1. Werknemer
  2. pensioengerechtigde
  3. Ex-partner
  4. Beëindiging opbouw pensioen werknemer