Identiteit en cultuur Flashcards
Intersectionaliteit
= caleidoscopisch denken; kruispuntdenken
Manier van denken – reflecteren over / kijken naar verschil
Kader om meer inclusief te werken
In vraag stellen van dominante ideeën / normen
kritieken- diversiteitsdenken
- Ongelijkheid verdwijnt uit beeld, enkel nog ‘verschil’
- Aandacht voor machtsverschillen verdwijnt
- Focus op ‘gelijkwaardigheid’
diversiteitsdenken - veronderstellingen
- Verschilcategorieën zijn dichotoom
- Verschilcategorieën zijn machtsneutraal
- Verschilcategorieën zijn eendimensionaal
- Verschilcategorieën zijn statisch
- Verschilcategorieën zijn onafhankelijk van elkaar en hiërarchisch te ordenen
Wat is intersectionaliteit
= dimensies of assen van maatschappelijke betekenisgeving waar ieder van ons op gesitueerd is
Cultuur
= de gemeenschappelijke wereld van betekenissen en gewoonten die een sociale groep kenmerkt
Elementen van cultuur
- Taal
- Kennis/wereldbeeld
- Waarden en normen
- Symbolen, rituelen en helden
Dimensies van culturen
- machtsafstand
- individualtistisch/collectivistisch
- masculien/feminien
- onzekerheidsvermijding
- termijngerichtigheid
De werking van cultuur
Cultuur als model van de werkelijkheid
Cultuur als model voor de werkelijkheid
Cultuur als zingevend kader
Cultuur als normaliteit en verbindend element
Enculturatie
= het verwerven van cultuur / een cultureel model binnen een collectief door er in op te groeien, samen te leven en te werken
Acculturatie
= beïnvloedings-/veranderingsproces ontstaan door (langdurige) contacten tussen groepen met verschillende culturele achtergronden
Acculturatiestrategieën
- integratie
- Assimilatie (eigen cultuur niet, enkel nieuwe cultuur
- separatie; enkel eigen cultuur
- marginalisatie; beiden niet
factoren cultuurshock
Mate van cultuurverschil
Mate van controle
Aanwezigheid van een ondersteunend sociaal netwerk
Kennis van de samenleving
Persoonlijke variabelen (kennis van de taal, leeftijd, opleiding, flexibiliteit…)
Fases cultuurshock
Fase 1 Opgetogenheid
Fase 2 Frustratie en woede
Fase 3 Opleven en doorzetten
Fase 4 Inleven en waarderen
Fase 5 Wennen aan thuis (bij terugkeer)