identiteit §1 Flashcards
1
Q
referentiekader
A
een soort bril hoe iemand kijkt naar het leven. Alles wat hij/zij heeft ervaren of geleerd bepaalt ook de manier hoe iemand naar bepaalde situaties kijkt en handelt.
2
Q
framing
A
Nieuws dat uit een bepaalde invalshoek aan jou wordt gepresenteerd.
- Het kan negatief maar ook positief zijn.
3
Q
persoonlijke identiteit
A
Zelfbeeld. Hoe jij jezelf ziet.
4
Q
sociale identiteit
A
Hoe jij jezelf ziet als lid van een bepaalde groep. In welke groepen jij hoort.
5
Q
(externe) collectieve identiteit
A
Beeld van een bepaalde groep. Hoe de samenleving naar een bepaalde groep kijkt.
6
Q
Loyaliteitsconflict
A
Er is een negatief beeld over een bepaalde groep. Je wilt niet dat mensen jou als onderdeel van die groep zien.