ICP begrippen Flashcards
Term
Definitie
Empirisme
Alle kennis komt voort uit ervaring.
Nativisme
Kennis is aangeboren en niet afhankelijk van ervaring.
Introspectie
Het naar binnen kijken om je eigen gedachten en gevoelens te analyseren.
Behaviorisme
Alle gedrag wordt aangeleerd door interacties met de omgeving.
Gestaltpsychologie
De geest is meer dan de som van zijn delen.
Dualisme
De geest en het lichaam zijn twee aparte entiteiten.
Neuron
Een cel die signalen ontvangt en doorstuurt via elektromechanische activiteit.
Dendrieten
Ontvangen signalen van andere neuronen.
Axon
Stuurt signalen door naar andere neuronen via synapsen.
Thalamus
Schakelpunt voor sensorische informatie naar de hersenschors.
Cerebellum
Reguleert coördinatie, precisie en timing van bewegingen.
Cerebrum
Het grootste deel van de hersenen, verantwoordelijk voor complexe cognitie.
Frontale kwab
Regelt motorische functies en hogere orde processen zoals planning.
Pariëtale kwab
Verwerkt ruimtelijke informatie en controleert aandacht.
Occipitale kwab
Bevat de primaire visuele gebieden.
Temporale kwab
Verwerkt geluiden, taal en geheugen via de hippocampus.
EEG
Meet elektrische activiteit in de hersenen via elektrodes.
MEG
Meet magnetische velden veroorzaakt door hersenactiviteit.
PET
Meet hersenactiviteit door gebruik van radioactieve tracers.
fMRI
Meet hersenactiviteit door zuurstofrijk bloed in kaart te brengen.
Perceptie
Het proces van het organiseren en begrijpen van zintuiglijke informatie.
Fotoreceptoren
Staafjes en kegeltjes in het oog die licht omzetten in neurale signalen.
Optisch chiasma
Het punt waar visuele informatie uit beide ogen kruist naar de hersenen.