IBPZ AFP10 Urinewegstelsel

Question 1

Renes/ren

Answer 1

Nieren/nier

Question 2

Glandulae suprarenales

Answer 2

Bijnieren

Question 3

Perirenaal vet

Answer 3

Steunvet

Question 4

Fascia renalis

Answer 4

Stevig bindweefsel

Question 5

Nierhilum

Answer 5

Centrum van de holle zijde (nierpoort)

Question 6

Cortex

Answer 6

Schors

Question 7

Medulla

Answer 7

Merg

Question 8

Pyelum/pelvis

Answer 8

Nierbekken

Question 9

Ureter

Answer 9

Urineleider

Question 10

a.renalis

Answer 10

Nierslagader

Question 11

v.renalis

Answer 11

Nier ader

Question 12

Calix

Answer 12

Nierkelk

Question 13

Urethra

Answer 13

Urinebuis

Question 14

Arteriae arcuatae

Answer 14

Boogarterien

Question 15

Interlobulaire arterien

Answer 15

Kleinere bloedvaatjes

Question 16

Nefron

Answer 16

Functionele niereenheden
Elk nefron draagt zijn steentje bij aan de urineproductie

Question 17

Kapsel van Bowman

Answer 17

Ingedeukt dubbelwandig zakje van eenlagig plaveiselepitheel

Question 18

Glomerulus

Answer 18

Filtertje in de nieren
Capillair in kapsel van Bowman dat als kluwentje opgerold is

Question 19

Vas afferens

Answer 19

Toevoerende vat
Naar kapsel van Bowman

Question 20

Vas efferens

Answer 20

Afvoerende vat
Van kapsel van Bowman en bevat dus zuurstof

Question 21

Malpighilichaampje

Answer 21

Kapsel van Bowman met daarin de glomerulus

Question 22

Podocyten

Answer 22

Grote cellen

Question 23

Pedikels

Answer 23

veel uitlopers

Question 24

Proximale tubulus/tubulus contortus I

Answer 24

Kronkelig kanaaltje
Gekronkeld buisje van de eerste orde

Question 25

Juxtaglomerulaire cellen

Answer 25

Produceren bepaalde hormonen die de nierwerking beïnvloeden

Question 26

Tubuli

Answer 26

Buizenstelsel waar de urine afgemaakt wordt. Als hier iets fout gaat kan er geen goede urine worden gemaakt

Question 27

Nier wordt aangestuurd door:

Answer 27

-autonome zenuwstelsel
-hormoonstelsel met oa.
*ADH) antidiuretisch hormoon
*Aldosteron

Question 28

Diurese

Answer 28

Urinevorming

Question 29

Vesica urinaria

Answer 29

Blaas

Question 30

Bij urinebuis “urethra” liggen 2 kringspringen, welke?

Answer 30

• m.sphincter vesicae “inwendige sluitspier”
• m. sphincter urethrae” uitwendige sluitspier”

Question 31

Pars prostatica

Answer 31

Gedeelte urinebuis dat door prostaat loopt

Question 32

Pars spongiosa

Answer 32

Deel urinebuis in zwellichaam van de penis

Question 33

Mictie

Answer 33

Urinelozing

Question 34

Enuresis

Answer 34

Onvrijwillige urinelozing

Question 35

Enuresis nocturna

Answer 35

Onvrijwillige urinelozing ‘s nachts

Question 36

Nycturie

Answer 36

Frequente nachtelijke urinelozing

Question 37

Dysurie

Answer 37

Pijnlijke urinedrang en urinelozing

Question 38

Cystitis

Answer 38

Ontsteking van de urineblaas en komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen

Question 39

Enuresis diurna

Answer 39

Onvrijwillige urinelozing overdag

Question 40

Incontinentie

Answer 40

Onvermogen om de urine en ontlasting in te houden

Question 41

Hematurie

Answer 41

Bloed

Question 42

Bacteriurie

Answer 42

Bacterien

Question 43

Cystitis

Answer 43

Blaasontsteking

Question 44

Cytoscopie

Answer 44

Kijkoperatie

Question 45

Anurie

Answer 45

Als iemand niet meer kan plassen

Question 46

Prostaathypertrofie

Answer 46

Vergroting van de prostaat

Question 47

Dialyse/hemodialyse

Answer 47

Proces waarbij bloed weer zuivert van afvalstoffen

Question 48

Nierinsufficientie

Answer 48

Nieren werken onvoldoende
Dan hemodialyse of dialyse

Question 49

Recidiverende nefrolithiases

Answer 49

Herhaaldelijke nierstenen

Question 50

Peristerende cystitis

Answer 50

Voortdurende blaasontsteking

Question 51

Craniaal

Answer 51

Richting het hoofd

Question 52

Caudaal

Answer 52

Richting het stuitbeen

Question 53

Uterus

Answer 53

Baarmoeder

Question 54

Symhysis pubica

Answer 54

Botbeen wat linker en rechter heup net elkaar verbind

Question 55

Trigonum vesicae

Answer 55

Blaasdriehoek