Hulpwerkwoorden en andere regels Flashcards
1
Q
Hulpwerkwoord voor: Nous
A
avons
2
Q
Hulpwerkwoord voor: Vous
A
avez
3
Q
Hulpwerkwoord voor: Ils, Elles
A
Ont
4
Q
Hulpwerkwoord voor: Il, elle, on
A
a
5
Q
Hulpwerkwoord voor: Je
A
J´ai
6
Q
Hulpwerkwoord voor: Tu
A
as
7
Q
Grande: Voor of achter?
A
voor
8
Q
Wat is het femenine voor vieux?
A
vielle
9
Q
wat is feminine voor Nouveau?
A
Nouvelle
10
Q
wat is feminine voor Curieux
A
curieuse