Huidspieren Flashcards
Halshuidspieren
M. platysma: sterker ontwikkeld, longitudinaal lopende spiervezels, op te delen in m. cutaneus colli en m. cutaneus faciei (reikt tot mondhoeken).
M. sfincter colli: door m. platysma opgedeeld in superficialis (dun, bedekt ventraal deel hals, eindigt op platysma) en profundus (zwak, kruipt bij kop onder platysma).
Innervatie: n. facialis.
m. cutaneus trunci
Dunne, bleke spier met horizontaal vezelverloop. Bij KHD tot op achterhand, bij GHD beperkt tot romp. Innervatie door n. thoracis lateralis. Verschillende spiervezels gaan aparte huidspieren vormen:
m. cutaneus omobrachialis (innervatie n. intercostobrachialis): verticale vezelrichting, bij GHD deel naar schouder, bij Eq sterk ontwikkeld (loopt van schoft naar elleboog).
m. preputialis: vormt lus in voorhuid die preputium naar voor trekt.
m. supramammarius: zwak, in streng boven melklijst.
Laatste 2 spieren geïnnerveerd door ventrale takken thoracale en lumbale zenuwen en beide op te delen in cran. en caud. deel.