HST 2, begrippen 0-30 Flashcards
atmosfeer
de lucht om ons heen
aardkorst
dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van gemiddeld 8 km onder oceanen en 35 km onder continenten
aanslibbingskust
kust waarbij de afzetting van materiaal overheerst
afbraakkust
kust waarbij het wegslaan van materiaal overheerst
benedenloop
het laatste stuk van een rivier, dicht bij zee
biosfeer
het leven op aarde: planten, dieren en mensen
bovenloop
het eerste stuk van een rivier, dicht bij de bron
branding
de breking van golven in ondiep water (aan de kust)
breuk
barst of scheur in de aardkorst
chemische verwering
verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert
debiet
de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroom in m3 per seconde
delta
een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in veel rivierlopen
eindmorene
verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven en dat na het afsmelten van de gletsjer is blijven liggen
erosie
het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind
endogene kracht
kracht die de aardkorst van buitenaf verandert
exogene kracht
kracht die de aardkorst van buitenaf verandert
firn
korrelige, overjarige sneeuw, hoog in de bergen
firnbekken
verzamelbekken van overjarige sneeuw, hoog in de bergen
gemengde rivier
rivier die behalve regenwater ook smeltwater van gletsjers afvoert.
geofactor
factor die de vorming van het landschap mede bepaalt
gesteentekringloop
proces waarbij gesteenten door geologische processen telkens worden afgebroken en omgevormd
glaciaal
koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen
gletsjer
enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift
gletsjerpoort
de plek waar het smeltwater van een gletsjer uit gletsjer stroomt
gletsjertunnel
tunnel die onder een gletsjer ontstaat als zich daar veel smeltwater verzamelt
golf
rimpel in het water die meestal wordt veroorzaakt door wind die over het wateroppervlak waait
grondmorene
sediment dat onder het ijs ligt en dat achterblijft als de gletsjer smelt
heuvelland
gebied met een hoogteligging tussen 200 tot 500 m