HS3 - Ontwikkelingsstoornissen Flashcards
DSM-IV naar DMS-5 veranderingen
- Naamsverandering van pervasieve ontwikkelingsstoornis naar autismespectrumstoornis
- 5 DSM-IV subcategorieën/-types verdwijnen
- Symptomen in 2 domeinen ondergebracht (ipv 3)
- Hypo- en hypersensitiviteit voor zintuigelijke prikkels opgenomen als criterium, afwijkende taalontwikkeling vervalt als criterium
- 3 ernst niveau’s per symptoomgroep
- Comorbiditeit opgenomen
DSM-V criteria
A.Deficiënties in de sociale communicatie en sociale interactie
* Deficiënties in de sociaal-emotionele wederkerigheid
* Deficiënties in het non-verbale communicatieve gedrag
* Deficiënties in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
B.Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
* Stereotiep of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of gesproken taal
* Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routines of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
* Zeer beperkte, gefixeerde interesses
* Hyper- of hyporeactiviteit
Vroege kindertijd. Klinisch significante lijdensdruk of beperkingen. Niet beter verklaard door verstandelijke beperking of globale ontwikkelingsachterstand. Kenmerken van zowel A als B moeten aanwezig zijn.
DSM-V-TR
- Criterium A: alle kenmerken moeten aanwezig zijn
- Criterium B: 2 kenmerken moeten aanwezig zijn
DSM-V ernstgradaties
- Niveau 1: vereist steun
- Niveau 2: vereist substantiële steun
- Niveau 3: vereist zeer substantiële steun
Comorbide problematiek ADHD
- Verstandelijke beperkingen
- Ontwikkelingsstoornissen
- Angststoornissen
- Depressie en andere stemmingsstoornis
- Eetstoornissen
- Ticstoornissen
- Psychotische stoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
Differentiaaldiagnostiek
- OCD en ASS
- ADHD en ASS
- BPS en ASS
- Ticstoornis en ASS
- OCPD en ASS
- Schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis en ASS
Diagnostiek
- Psychiatrisch onderzoek
- Psychologisch onderzoek: klinisch luik en cognitief luik
- Multidisciplinair overleg
- Conclusiegesprek
Diagnostiek
Screeningsinstrumenten
- Autism Quotiënt
- Adult Asperger Asessment
- Autism Diagnostic Observation Schedule-2
- Social Responsiveness Scale
Verklaringsmodellen
Cognitieve modellen
- Theory of Mind
- Executief functioneren
- Centrale coherentie
Cognitief model
Theory of Mind
= vermogen om te begrijpen dat andere mensen mentale toestanden, overtuigingen, verlangens, bedoelingen en perspectieven hebben die verschillen van onszelf
ToM-vaardigheden, twee verwerkingsmechanismen
- Expliciet systeem: vaardigheid om op cognitieve wijze afleiding te maken over innerlijke ervaringen van zichzelf en anderen + hier expliciete verbale uitingen over te doen (geen uitval bij ASS)
- Impliciet systeem: capaciteit om non-verbale communicatie impliciet waar te nemen (uitval bij ASS)
Diagnostische instrumenten voor ToM
- Strange Story Test
- Faux-pas Test
- Dewey’s Story Test
- Empathy Quotient
- Thematic Appreciation Test
- Mijn Leven Als Dier
Cognitief model
Centrale coherentie
= tendens om coherentie/samenhang tussen waargenomen stimuli te zoeken + info hiervan te integreren, rekening houdend met context
- Resultaat = info op een snelle en flexibele manier tot betekenisvol geheel verwerken
- ASS heeft zwakke centrale coherentie -> focus op kleine details, geen/beperkt zicht op context, gefragmenteerde infoverwerking
Zwakke centrale coherentie verklaard
* Savant vaardigheden
* Motorische stereotypieën
* Aandringen gelijkheid
* Specifieke interesses
Diagnostiek
Centrale coherentie
- Complexe figuren van Rey
- Grondige observaties
- (Hetero)-anamnetische gegevens
- Perfomantietaken
- Wijze van vragenlijsten invullen
- Belevingsonderzoek
Cognitief model
Executieve functies
= besturingsfuncties, hogere orde functies die cruciaal zijn bij denkprocessen
* Planning en organisatie
* Mentale flexibiliteit
* Werkgeheugen
* Inhibitie
* Monitoring van gedrag
* Emotieregulatie
EF = functies die we flexibel inzetten voor dagelijks functioneren (ASS heeft hier moeite mee)
Moeilijkheden EF’s verklaart:
* Gedragssymptomen: routinematig gedrag, beperkte/specifieke interesses
* Moeilijkheden sociale situaties