HS 4: Maatschappelijke tendensen Flashcards

1
Q

Bespreek de visie op armoede

A
  • Brede waaier aan definities
  • De aanpak verschilt dan ook per definities
  • Beleidsmensen VS praktijkmensen
  • Eigen perspectief kennen (beleid of praktijks)
  • Zijn er goed of slechte armen?
  • Armoede is een bedreiging van de cohesie van onze maatschappij, de kloof wordt steeds groter.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek de oorzaken van armoede

A
  • Eigen perspectief
  • Verschillende niveaus
  • Individuele dimensie ( = microniveau)
  • Individueel schuldmodel
  • Individueel ongevalsmodel
  • Structurele dimensie (= macroniveau)
  • Maatschappelijk schuldmodel
  • Maatschappelijk ongevalsmodel
  • Maatschappelijke kwetsbaarheid: interactie tss individuele en structurele dimensie
  • Vaak negatieve sanctionerende ervaringen (cumulatief)
  • Mesoniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Armoede als multi-complexe problematiek

A
  • Is een on-ontwarbaar-web waar mensen over verschillende domeinen gaan sukkelen.
  • Van Regenmortel: Cumulatie vd 4 levensdomeinen (de 4W’s)
  • Werken, Wonen, Weten, Welzijn
  • Is het een te weinig, worden de andere drie ook geschaad.
  • Als je gaat werken op 1 domein kan de rest verstikken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Armoede schaadt:

Gezondheid:

A
  • Drempel om hulp te vragen, vangnet niet genoeg
  • Niet iedereen heeft hospitalisatie verzekering
  • Veel meer chronische problematiek
  • Sociale, psychische problemen!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Armoede schaadt:

Arbeid

A
  • Koninklijke weg om uit armoede te geraken is arbeid
  • Routine om geld te verdienen om verder te geraken
  • Maar toch groot hindernissenparcour
  • Communicatie loopt anders (sociaal wenselijk gedragingen, op tijd zijn,…)
    Valkuilen:
  • Snel-werk- valkuil
  • Ik ga snel werk aannemen dus dan geraak ik uit mijn problemen, maar omdat ze dan sociaal wenselijk niet goed staan, verliezen ze weer werk
  • Rechten en plichten valkuil
    *Vaak niet de properste of leukste jobs, dus komen in cirkel van ziekte uit.
    -> Bigmac jobs (vlug , snel veel geld , maar snel uitgeblust)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Armoede schaadt:

Onderwijs

A

Gratis tot 18j

Ongelijkheid van het begin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Armoede schaadt:
    Wonen
    +
    Omgevingsproblemen
A

Geringe sociale woonmarkt, waardoor mensen vaak in slechte woningen terecht komen. Vaak onvoldoende isolatie, geen CV.
Vaak ghetto’s, mensen met armoede samen gegroepeerd.

Criminaliteit in de omgeving (ghetto) door de moeilijke sociale huisvesting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Armoede schaadt:

Financiële stress

A
  • Onregelmatige betalingen, niet consequent brievenbus opendoen om de rekeningen te negeren. Eens dat je achterstallige betalingen hebt lopen de interesten heel hoog op. Kunne ze het zelf niet meer aan.
  • OCMW of CAW hulp nodig
  • Onverwachte kosten zijn dooddoeners
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Armoede schaadt:

Cultuur

A

Beperkte deelname aan culturele activiteiten, als je geen geld hebt voor eten ga je niet naar een toneel kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Armoede schaadt:

Psychologische aspecten

A
  • Generatie armen, nieuwe armen (owv omstandigheden in armoede terecht gekomen zijn, gemarginaliseerden (alle pech vd wereld en bijna op straat wonen)
  • Overlevingsenergie: positieve krachten en dynamiek
  • Elke keer opnieuw weer de dag doorkomen.
  • Communicatie en sociaal wenselijke gedragingen lopen mis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verklaar armoede is gekleurd

A
  • Ethnic reality, heel groot risico op armoede
  • De netwerken sociaal en cultureel kapitaal zijn vaak ontoereikend
  • De kennis v maatschappij, afspraken nakomen, op tijd geraken.
  • Sociaal netwerk is familie band (eco- + genogram)
  • Kennis Nederlands
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verklaar armoede is vrouwelijk !!

A
  • Meest voorkomende problemen
  • Echtscheiding
  • Lagere scholing / langdurige werkloosheid / zwakkere arbeidssituatie
  • Probleem met alimentatie / onderhoudsvergoedingen
  • Schuldenberg dat niet te overzien is
  • 1 of meerdere kids bij mama
  • Of thuisblijvende gehuwde vrouwen (komt minder voor)
  • Nu wel voor meewerkende echtgenoten recht kunnen opbouwen
  • Lagere lonen
  • Huurwaarborg niet kunnen betalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verklaar de term allochtonen

A
  • Groep mensen die een aparte positie innemen
  • Verschillen zich door:
  • Cultuur
  • Fundamentele verschillen
  • Migranten (1e generatie)
  • Arbeidsmigratie
  • Vluchtelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Universalisme

A
  • Een universeel gegeven waarbij er eenheid is achter de diversiteit
  • Het criteria dat voor iedereen geld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Relativisme

A
  • Accent op de verscheidenheid
  • Een verzet tegen universalisme
  • Machtselementen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Derde alternatief: pluralisme

A
  • Mix van universalisme en relativisme
  • Goede en slecht dingen manifesteren
  • Is een verzachting van de uiteenlopende visies
17
Q

Van passief naar actief pluralisme

A
  • Dit kan alleen door de autonomie vd autonomie vd persoon - Recht op godsdienstvrijheid = levensbeschouwelijk pluralisme

Voorwaarden:

  • Levensbeschouwelijke tolerantie (verdraagzaam zijn)
  • Respect voor uitstromers (binnen 1 geloofsovertuiging)
  • Anders is er een probleem en is er geen levensbeschouwelijk pluralisme

Opgelet:

  • Het mag geen inmenging hebben op politiek vlak
  • Religie en levensbeschouwing is verschillend van elkaar

Oorzaak Passief pluralisme:

  • Sociale rol is nodig
  • Risico: onverschilligheid, inhoudelijke debat wordt vermeden
  • Contrast met actief pluralisme: centrale rol van levensbeschouwelijke ideeën, dialoog is nodig, kritische reflectie, herbronning
18
Q

Cultuurrelativisme

A
  • Racisme is aangeleerd

Structuren theorie v Pinto

  • Onderliggende structuren v regels en gedragingen
  • F en G structuur
19
Q

Bespreek in grote lijnen het principe van fijnmazig en grofmazige structuren

A
  • F structuur : fijnmazig
  • G structuur: grofmazig
  • Cultuur zit er in verwoven en blijft veranderlijk
  • Patronen worden zichtbaar
  • Maslow!
  • Voorkomen dat men uitgesloten wordt
20
Q

Bespreek het principe van acculturatie

A

=Principe waarbij men zich moet aanpassen aan een cultuur

  • Migratie = Verlieservaring
  • Rouw VS toekomstperspectief
  • 4 vormen:
  • Assimilatie
  • Marginalisatie
  • Separatie
  • Integratie
21
Q

Bespreek de piramide van het ontstaan van middelenmisbruik

A

Weg naar verslaving: piramide

  1. Brede basis: eerste contacten
  2. Experimenteren
  3. Regelmatig gebruik
  4. Overmatig gebruik / gewenning
  5. Smalle top: Verslaving

Onderscheid tss misbruik en afhankelijkheid

  • Misbruik: niet meer kunnen functioneren
  • Afhankelijkheid: steeds meer moeten gebruiken voor hetzelfde effect (controleverlies)
  • Problematisch gebruik: product vervult een functie die zonder inname niet meer mogelijk is
22
Q

De oorzaken van druggebruik

A
  • 3M’s:
  • Mens: op zoek naar zelfwaarde gevoel en identiteit, zeker als jongere, moet dit positief zijn (meer mee doen met experimenten)
  • Middel: het effect ervan, verschillend v middel en persoon, doorzetten omdat het effect zo leuk is
  • Milieu: leeftijdsgenoten, gezin, maatschappij kan een belastende factor zijn
23
Q

Bespreek de gezinstypologie van Olson

A

Hoeveel kids geboren zijn, hoeveel traditionele gezinnen, of nieuw samengestelde gezinnen

2typen gezinnen:

  • Los-zand gezinnen
  • Kluwen gezinnen
  • Combinatiemodel