HRM Flashcards
- Horizontale integratie (interne fit)
Alle HR-werkterreinen zijn op elkaar afgestemd of versterken elkaar!
(Als je wordt beoordeelt waarop je bent aangenomen)
Verticale integratie (externe fit)
alle HR-werkterreinen ondersteunen de strategie van de organisatie.
Binnen het model van Fombrun spreek je over ?
HR- werkterreinen
Om te werven en selecteren heb je een … nodig, dit bestaat uit.
Functieprofiel.
Het bestaat uit: Wat moet je doen en wat moet je kunnen
Binnen de HR werkterreinen heb je –>
HR- activiteiten en die worden gedaan door middel van HR instrumenten (zoals een solllicitatiebrief)
Noem een voorbeeld van een HR instrument en van een activiteit binnen Werven en selecteren
HR instrument: Sollicitatiebrief of CV
HR activiteit: Sollicitatiegesprek
HR is van een …. naar een … gegaan
HR is van een reactieve beheersmatige afdeling naar een proactieve adviserende afdeling gegaan.
Kenmerken van het Taylorisme
1: Verticale arbeidsindeling (sterke hiërarchie)
2: Horizontale arbeidsindeling (Werk in stukjes verdelen)
3: Prestatieloon ( Betaald op basis van prestatie)
4: Tijd- en bewegingsstudie (efficiëntie)
Het Taylorisme is… en het gaat uit van…
Het Taylorisme is het scheiden van hand en hoofdwerk. Dit ging gepaard met minachting voor het personeel. (werden gezien als vervangbaar) Het Taylorisme gaat er vanuit dat een mens functioneert als machine.
Belangrijk uitgangspunt Taylorisme
Het werk moet zo georganiseerd zijn dat de natuurlijke luiheid van de mens weinig kans krijgt.
Vijf verschillen tussen Traditioneel en modern personeelsbeleid
1: Voorheen Geïsoleerd, nu geïntegreerd
2: Voorheen one size fits all, nu aangepast aan de onderneming
3: Voorheen reactief en aanpassend, Nu proactief en sturend
4: Voorheen beheren en controleren, Nu Stimuleren en begeleiden
5: Voorheen specialist, nu generalist
HR niveaus volgens spencer maakt onderscheid in drie niveaus waarop de HR-functie toegevoegde waarde kan leveren:
Strategische planning, dienstverlening en administratie oftewel; Strategisch, tactisch en operationeel.
Wat is HRM
- Het idee geven dat mensen geen kostenpost vormen, maar juist baten zijn. Voor het succes van de organisatie zijn de Human Resources van essentieel belang. Een betere benutting van hun mogelijkheden leidt tot betere prestaties van de organisatie.
- Er is sprake van een langetermijnvisie en niet van een kortetermijnvisie op het personeelsbeleid.
- Het beleid op personeelsgebied is geïntegreerd in het lijnmanagement, en de personeelsfunctionaris is vooral een adviseur over en uitvoerder van dit beleid.
- Het opnemen van het personeelsbeleid in het strategisch beleid van de organisatie. Deze twee terreinen beïnvloeden elkaar wederzijds.
- Personeelsinstrumenten staan niet los van elkaar en moeten ook niet zo worden gebruikt. Werving & Selectie is geen los instrument, maar hangt samen met andere instrumenten.
Het HRM-beleid wordt beïnvloed door twee belangrijke factoren
situationele factoren (wetgeving, arbeidsmarktpositie, strategie) en belanghebbenden (aandeelhouders, overheid, samenleving etc.)
Harvard-model; belangrijkste opgaven voor personeelsbeleid volgens Harvard:
- Het ontwikkelen van een strategische visie voor beleid op personeelsgebied
- De integratie tussen de personeelsactiviteiten onderling en met strategische ondernemingsplanning
- Een proactieve benadering
Europese benadering
Het HRM-beleid heeft als doel een aantal resultaten te behalen, namelijk:
- Betrokkenheid van medewerkers
- Competentieontwikkeling van medewerkers
- Overeenkomen van de eigen doelstelling en die van de organisatie
- Effectiviteit op kostenvermindering
Het Michigan-model benadrukt vooral de ‘…. de term HRM
resources, Dit betekent dat medewerkers zo voordelig mogelijk moeten worden geworven, spaarzaam moeten worden gebruikt en zo verregaand mogelijk moeten worden ontwikkeld.
Het Michigan-model
(bedrijfskundig, meer Amerikaans): heeft vooral aandacht voor de externe belangen. Richt zich vooral op de lange termijn en heeft via prestaties van medewerkers effect op de organisatie. Er is weinig aandacht voor de arbeidsrelatie.
Het Harvard-model
(psychologisch, meer Europees): heeft aandacht voor zowel interne als externe belangen. Het beleid richt zich op de korte en lange termijn en heeft direct effect op de organisatie. Het invloed van de medewerker is belangrijk.
Ulrich onderscheidt in zijn model vier rollen voor HR die allen van wezenlijk belang zijn en in de juiste samenhang en intensiteit uitgevoerd moeten worden:
- Strategisch partner: HR- strategieën en -activiteiten op één lijn brengen met de ondernemingsstrategie (Strategieën uitwerken (beleidsplannen).
- Change agent: Is betrokken bij het doorvoeren van veranderingen binnen de organisatie (nieuwe organisatievormen uitbouwen (overnames, krimpen, fusies).
- Employee champion: luistert naar medewerkers en hun problemen om er vervolgens adequaat op te reageren zodat de betrokkenheid van werknemers bevorderd wordt (betrokkenheid van en bekwaamheid van medewerkers verhogen (motiveren, begeleiden).
- Administratief expert: zorgt ervoor dat de dagelijkse HR processen goed verlopen. Deze taak is het best vergelijkbaar met de traditionele HR rol: processen zoals werving en selectie, beoordeling en opleiding efficiënt en effectief laten verlopen.
(efficiënte administratie uitbouwen (loon uitbetalen)
Invloeden op ontwikkeling HRM
Techniek en natuurwetenschappen = Ontwikkeling en ICT
Overheid = wet- en regelgeving
Gedragswetenschappen = Hoe organiseer je mensen binnen een organisatie?
Werkgevers- en werknemersorganisatie= Vakbonden etc.
Personeelsselectie van oudsher kern van personeelsbeleid, want:
- Organisatie kan niet zonder mensen bestaan
- Kwaliteit van het personeel bepaalt grotendeels het succes en de overlevingskansen van een organisatie
Organisatieattractiviteit
employer branding (merk of organisatie; wie wil je zijn als organisatie?)
Krappe arbeidsmarkt =
Ruime arbeidsmarkt =
veel vraag, weinig aanbod van werknemers.
weinig vraag, veel aanbod van werknemers.
Verschillende strategieën om personeelsstroom te beheersen
- Lifelong employment; Een lange periode werkzaam zijn binnen een organisatie. (gemeente, onderwijs, provincie, waterschappen)
- Up-or-out; Promoveren of de organisatie verlaten. (Advocaat, accountant, adviesbureau’s)
- In-or-out ; Functies die minder belangrijk zijn. (Supermarkt, horeca)
- Een mix van deze drie
Bij een …. arbeidsmarkt heeft het individu
Bij een …. arbeidsmarkt heeft de organisatie meer macht
krappe meer macht
Ruime meer macht
Fasen in werving en selectie:
• Voorbereidingsfase (behoefte van organisatie bepalen, functie analyseren)
• Wervingsfase (doelgroep bepalen, locatie doelgroep bepalen)
• Sollicitatiefase (informatie uitwisselen)
• Selectiefase (toekomstig gedrag van de kandidaten voorspellen)
• (aanstelling & introductie)
Employer branding (imago
Techniek om werkgeversidentiteit op te bouwen en een band te creëren tussen de werkgever en het talent dat de werkgever wil rekruteren en behouden. Dit wordt steeds belangrijker omdat werknemers vaker afgaan op merken en imago’s van het bedrijf, zeker nu de arbeidsmarkt krap is.
- Binding van de medewerkers met jouw bedrijf door het trots zijn op het product en identificatie met de waarden van je bedrijf
- Is een langetermijninvestering
- Intern en extern effect
Tools bij een selectie:
Open sollicitatiegesprek CV
Arbeidsproef Referenties
Motivatiebrief STARR-interview
Flexibilisering;
arbeidsvoorwaarden worden afgestemd op wensen van zowel werknemers als werkgevers (soort aanstelling, werktijden, arbeidsinhoud, werkplekken etc.)
ASA-model
verschillende typen organisaties trekken een bepaald type medewerker aan.
Attractie (instroom), Selectie, Attritie (uitstroom) Cultuur
Bij de gemeente werken een ander soort mensen dan bijv. Apple, Ikea, Gas unie etc
Homogeen personeelsbestand:
veel dezelfde type personen binnen een bedrijf.