How to talk about crowdsourcing and crowdfunding Flashcards
1
Q
een gemeenschap
A
a community
2
Q
een koor
A
a choir
3
Q
een meute, een lawaaierige menigte
A
a mob
4
Q
samenkomen, zich verzamelen
A
to gather
5
Q
collectief,gemeenschappelijk
A
collective
6
Q
crowdfunding
A
crowdfunding
7
Q
crowdsourcing
A
crowdsourcing
8
Q
een deelnemer <-> een toeschouwer
-> participeren,deelnemen
A
a participant <-> a bystander
-> to participate
9
Q
een vrijwilleger
-> zich vrijwillig aanbieden
A
a volunteer
-> to volunteer
10
Q
samenwerken
-> samenwerking
A
to collaborate
-> collaboration
11
Q
bijdragen
-> een bijdrage
A
to contribute
-> a contribution
12
Q
verslavend
A
addictive