hormonen eilandjes van langerhans Flashcards

1
Q

glucagon

29az

A

A cellen
Hypoglycemie (te lage bloedsuikerspiegel)
–> stimuleert secretie glucagon

“glucoseverhoging in bloed door ^ glycogenolyse in lever en gluconeogenese in de lever en lipolyse in vetweefsel”

“zorgt voor omzetting glycogeen –> glucose”
“stimuleert secretie insuline door de beta cellen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

insuline

51az

A

B cellen

secretie gestim door :
hyperglycemie &
glucagon; secretine; gastrine; pancreozymine; GIP; az

secretie geremd door :
adrenaline (stijgt bij hypoglycemie= te hoge bloedsuikerspiegel)

“verlaging van glucosegehalte in bloed”
“verhoging glucose opname in de cel + in lever en spiercellen bevorderen van glycogenese + afbraak van glucose stimuleren + in lever gluconeogenese afremmen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

somatostatine

14 az

A

D cellen

“inhibeert de secretie van GH door de hypofyse”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pancreaspolypeptide

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly