hoorcolleges Flashcards
grip 1
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure, bron bestrijding, hoe hoger de grip hoe grootschaliger het probleem
sitrep
situation report, melding van wat je hebt gezien (soort SBAR), en melden hoe de patiënt er aantoe is
SBAR
Situation, Background, Assessment, Recommendation
wat zijn de inzet criteria van de MMT
- Vitale functie: bedreigde vitale functie (probleem in de ABCD)
- Ambulance doet sitrep (eerste terplekken doet evaluatie) bepaald of MMT nodig is
- Bovengemiddeld afwijkende situatie (explosies, slag- steek – schiet wonden, baby’s, verdrinking, grote brand)
- Patiënten die ergens liggen waar je niet kan komen met de ambulance
- Als er geen ambulances zijn
waaruit bestaat de MMT?
piloot, urgentie anesthesioloog of traumatoloog, verpleegkundige van de ambulance of SEH
wat zijn de eisen van de MMT urgentie anesthesioloog of traumatoloog?
o Extra training gevolgd: brandwonden, extricaties, kan echo’s maken, peri-mortem thoracotomie, CRM
CRM
crew resort management, communicatie onder crewmembers van de MMT (je let allemaal op de situatie en benoemd alles wat je ziet en waarneemt, zonder dat er belediging gevoeld wordt
wat doet de MMT vepleegkundige
o In de helikopter is help die de piloot met de weg vinden en alles regelen
o Zijn ze bij de plaats van patiënt dan assisteert die de arts
o Chauffeur als de auto wordt genomen
waarom is er ook een MMT auto
als er niet gevlogen kan worden, avonds in de stad, met slecht weer
wat zijn de voordelen van de MMT ten opzichten van de ambu’s
- Opleiding (diagnose in plaats van symptomen) –
- Skills
- Bevoegd voor medicamenten – anesthesie kun je geven, om patiënt weer in balans te brengen
- Inzicht in ziekenhuiszorg – wie zijn er aanwezig in het ziekenhuis in perifeer is niet altijd de benodigde zorg, daarom is welk ziekenhuis je doet belangrijk
- Veel ervaring (je doet veel meer omdat je met minder mensen bent)
- heli
wat zijn de twee opties voor de MMT bij behandeling?
Scoop and run – meenemen meteen naar het ziekenhuis
Stay and play – op straat behandelen
t’s
toxines, tamponade, tension pneumothorax, trombo-embolisme
h’s
hypoxy, hypovolemie, hypokaliemie, hypothermie
actilyse
ruimt trombo embolismes op, tromblolyse
inotropica
dobutamine, versterken pompkracht van het hart
hoe kan een tamponade worden uitgesloten
door echo te doen
perimortem sectio
zwangere die meer dan 24 weken zwanger is, probeer je vrouw 2 min te reanimeren, je haalt kind uit de moeder, hiermee probeer je het kind te redden en verbeter je veneuze return van de moeder
thoracotomie
borst open maken
clam shell
manier om borst open te maken, horizontale incisie over hele borst
wat doe je bij een inwendige bloeding?
scoop and run
wat doe je bij een uitwendige bloeding?
stay and play
wat zijn de belangrijke dingen die je moet controleren bij neurotrauma
saturatie omhoog halen, hypertoon zout geven, intuberen, zorgen dar er geen hypotensie of hypoxie optreed, vitale functies stabiliseren
waarom kijken we naar de 4 h’s en t’s?
bij niet traumatische reanimatie
omdat dit de meest voorkomende reversibele oorzaken zijn die tot reanimatie toestand leiden
wat doet de anesthesioloog?
- Perioperatief
- Pijn geneeskunde
- Intensive care
- Urgentie geneeskunde
wat is het hoofddoel van de reanimatie
- Doorbloeding van de hersenen (zuurstof naar brein, patiënt blijft daar)
Heeft grootte bloed bondigheid en heeft geen opslagmogelijkheden
ATLS
wereldwijde standaard voor de gestructureerde opvang van ongevalsslachtoffers.
treat first what kills first
cABCDE
HOTT
bij traumatische reanimatie
Hypovolemie, Oxygenatie, Tension pneumothorax, Tamponade
Airway
obstructie (oxygenatie probleem)
look: thorax excursies, cyanose, zit er wat in de mond
listen: naar ademhaling geluid
feel: warme lucht uit de mond
hoe maak je de A vrij?
veld: head tilt chin lift, hoofd draaien, stabiele zijligging, jaw thrust
ziekenhuis: mayo, nano, luchwegverwijders, intuberen, laatste stap is tracheotomie
oxygenatie
opname van zuurstof in het bloed
ventilatie
CO2 het lichaam uit
hoe kan je de B oplossen
O2 suppletie
beademen
opname oppervlakte vergroten
door welke dingen krijg je een te klein longoppervlakte om zuurstof uit te wissele?
- Spanningspneumothorax
- Haemathorax (bloed in de thorax)
- Open pneumothorax
- Longcontusie
thoracosynthese/ thoracostomie
gaatje in de borstkas maken –> spanning pneumothorax op te losse
thorax drainage
pneumothorax oplossen, vocht uit halen
haemorrhagische shock
bloeding, bloed on the floor and 4 b’s more
niet-heamorrhagische shock
cardiogeen, obstructief, neurogeen, distributief
wat is de behandeling bij shock
niet lullen maar vullen
permissieve hypotensie
als patient bewust is met lage bloeddruk, prima zo, bloed ook minder hard dan
wat doet noradrenaline
vasopressie en inotropie
breathing
look: diepte, symmetrie en snelheid van de ademhaling
listen: ademgeruis
feel: crepiteren, afwijkingen
circulation
look: kleur huid, capillary refil
feel: hartslag (regelmaat, snelheid, kracht), temperatuur, klam of droog
dissabilities
neurologisch (AVPU), glucose
welke neurale problemen let je op bij trauma?
brein, hersenstam (vitale functies) –> zuurstof en niet te hoge druk, liquor
waar kijk je naar bij de D?
pupilreflex
hoe wijken de pupillen af bij neurologische schade
- Eerst asymmetrie (point of decompensation)
- Dan pinpoint
- Wijd staande pupillen, zonder reflex reactie(dan doet het brein het niet meer, herniation)
wat kunnen de oorzaken zijn van cardiogene shock
ischaemisch, ritme problematiek, hartfalen, klepdysfunctie
wat kunnen de oorzaken van een obstructieve shock zijn
long embolie, tamponade, spanningspneumo
wat kunnen de oorzaken van een neurologische shock zijn?
dwarslaesie
wat kunnen de oorzaken van een distributieve shock zijn?
sepsis of infectie
cushings respons
reflex bij verhoogde intercraniale druk
bradycardie, hypertensie
shock
klinische toestand van circulair falen: stoornis van weefsel perfusie, disbalans zuurstof en voeddingssuply
wat zijn de kenmerken van hypovolemische shock
versnelde ademhaling, verlaagde bloeddruk, tachycardie, verminderd bewust zijn, oligurie
hoe wordt hypovolemie geklassificeerd
o Categorie 1 <15% verlies
o Categorie 2 15-30%: tachycardie, bloeddruk omlaag
o Categorie 3 31-40%: tachycardie, alle andere parameters gaan ook wisselen
o Categorie 4 >40%: respiratoire versnelling
wanneer doe je bloedsuppletie
bij 3 of hoger
lethal triad
acidose (veminderde cardiac performance)–> hypothermie (halt stollingscascade) –> coagilopathie (verergering lactaat acidose) –>
hoe onstaat verzuring door bloedverlies?
bloedverlies –> verminderd bloedvolume –> verminderde cardiac output –> verminderde weefselperfusie. –> hypoxy –> anaerobe verbranding –> verzuring/ acidose
wat is de behandeling om lethal triad te stoppen?
bloeding stoppen, beademen, bloedsuppletie, patiënt warm houden
cardiac output
slagvolume x hartfrequentie
wat doe je om binnenlichaamse bloeding te stoppen
proeflaparotomie / thoracotomie
coiling (bloeding in de lever)
reboa (ballon opblazen voor tijd winnen)
wat doe je als bij trauma patiënt vocht in de buik voelt
meteen proeflaparotomie/ thoracotomie
hoe herstel je bloedvolume
kristalloïden geven –> water met kristallen
colloïden geven –> water met kristallen en eiwitten
[verwarmt geven]
wat zijn de 3 bloedproducten?
RBC, plasma (stollingsfactoren), plaatjes
bloedplasma op lettten!!
bevat antistoffen
bloedcellen op letten!!
bloedcellen bevatten antigenen
4-5-6 regel bloedtransfusie
Deze regel houdt in dat men een Hb-afkapwaarde van 4,0 mmol/l hanteert voor een bloedtransfusie bij voorheen gezonde personen (ASA-klasse I), een waarde van 6,0 mmol/l voor patiënten met comorbiditeit (ASA-klasse IV) en voor de rest een waarde van 5,0 mmol/l
ASA klassificatie
ASA 1: Normale, gezonde patiënt.
ASA 2: Patiënt met een milde systemische ziekte.
ASA 3: Patiënt met een ernstige systemische ziekte.
ASA 4: Patiënt met een ernstige systemische ziekte die een constante bedreiging is voor het leven.
ASA 5: Patiënt die, ongeacht de ingreep, verwacht wordt binnen 24 uur te overlijden.
ASA 6: Hersendode patiënt (orgaandonor).
primaire hemostase
uit kappotten endotheelcellen komen factoren die trombocyten omzetten en aantrekken, factor 8 en von willebrand zetten de trombocyten vats.
trombocyten produceren factoren die tot secundaire hemostase leiden
secundaire hemostase
fibrine wordt uit fibrinogeen omgezet door factor 10 en trombine, via de intrinsieke en extrinsieke pathway
initiatie fase (stollingscascade)
maken van trombine
amplificatie fase (stollingscascade)
trombine blijven maken in een soort loop
propagatie fase (stollingscascade)
trombine zet fibrinogeen om naar fibrine for stabiele crosslinks en fibrine draden
hoe verloopt de remming van de stollingscascade
Endotheel zet factoren vrij om stolling te remmen: op verschillende punten
- PAI1 –> maakt plasmine aan en die knipt de fibrine draden los
welke metingen zijn er voor de stolling ?
- Aantallen van factoren of stoffen te meten
- aPTT : intrinsieke pathway stoffen
- PT: kalium afhankelijke stoffen
INR
PT patient / PT normaal
PT
tussen 11-14 seconde
extrinsieke routen van secundaire hemostase (7,5,10, of protrombine)
aPTT
tussen 30-40 seconde
gebruikt voor meting van bepaalde bloed verdunners
ROTEM
rotational trombo elastogram
kijkt hoe een stolsel zich vormt en op basis hiervan kan bepaald worden wat voor factoren er missen
welke producten kunnen gegeven worden om de stolling te ondersteunen?
- Plasma, maar in trauma vaak niet genoeg
- Trombocyten concentraat
- Factoren VII/VIII bijna nooit
- Fibrinogeen
- Calcium (ook goed voor het hart)
tranexaminezuur
remt plasminogeen omzet naar plasmine
–> stolsel blijft intact
masaaltransfusie protocol (MTP)
pakket 1 (bij trauma patient altijd klaargezet
- 2 erytrocyten
- 2 plasma (omiplasma
- 2gr fibrinogeen
- 2gr calciumgluconaat
pakket 2
- 2x erytrocyten concentraat
- 2x omiplasma
- 1x 5-donoren trombocyten concentraat
waardoor kan je in de lethal triad belanden?
hemorrhage, fluid loss, burns
symptomen van shock
- Tachycardie, lage lichaamstemperatuur, klam, lage bloeddruk, tachypnoe, oligurie, verstoorde perifere circulatie, angst of onrust, dorst
waardoor is een patient met shock zich tachypnoe
om hogere negatieve intrathoracale druk te creëren om meer bloed naar het hart te krijgen
waarom krijgt een patient met shock een lage lichaam temperatuur?
door vasosupressie
waar moet je op letten als een patient zich met shock lijkt te presenteren
zijn dit compensatiemechanisme van de circulatie of symptomen van inflammatie
DO2/VO2 balans
balans tussen het zuurstof aanbod en zuurstof aanvraag
cardiogene shock
probleem in de hartfrequentie, of probleem in de contractiliteit
wat zijn problemen in de hartfrequentie
ritmestoornissen: aritmien, langzame ritme of versnelt etc.
wat zijn problemen in de contractiliteit
verlaagd slag volume door: hartinfarct
obstructieve shock
preload probleem, afterload probleem,
wat zijn de dingen die preload probleem kunnen veroorzaken?
tamponade (gestuwde halsvene), spanningspneumothorax
wat kan een afterload probleem veroorzaken?
long embolie
hoe los je een long embolie op?
trombolyse
ruiterstolsel
embolus in beide takken van arterie pulmonalis
neurogeen, drug, sepsis shock
probleem in vaatreactie: venomotore tonus
wat gebeurt er met vaten bij een dwarslaesie
vaten onder de dwarslaesie gaan open s taan
hoe los je een probleem met de venomotore tonus. op?
vasoconstrictie stimuleren met noradrenaline, perifere weerstand verhogen en veneuze systeem samen laten trekken
sepsis
micro-organisme (van buiten het lichaam) aanwezig die voor inflammatie en ontsteking zorgen
hypo dynamische shock
lage totale bloedflow van het gehele lichaam (shock waarbij totale lichaamsbloedflow laag is en dus de cardiac output verlaagd is, hypovolemisch, cardiogeen, obstructief)
hyperdynamische shock
hoge totale bloedflow van het gehele lichaam (shock waarbij cardiac output normaal tot verhoogd is, distributief)