Hoorcolleges Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat komt eerst, chronische ziekte of mentale stoornis?

A

Bidirectionale relatie. Met een chronische ziekte 3 keer zoveel kans op depressie en omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de gedeelde risicofactoren van een mentale stoornis en een chronische ziekte?

A

Stress, lage SES, problemen in de kindertijd. Leiden ook tot een slechte leefstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is de comorbiditeit tussen chronische ziekten en een mentale stoornis een probleem?

A

De mentale condities kunnen zelf management gedrag belemmeren en de oorzaak van de symptomen is moeilijker te onderscheiden, wat de behandeling moeilijker maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de verklaring van de ontwikkeling van stress in de algemene stress theorie?

A

Stress-sensitisatie = gevoeliger worden voor stress door toename in stress mediators. Adaptief of maladaptief.

Allostatic load = herhaalde blootstelling aan stress verandert het setpoint van homeostase. Te hoge setpoint zorgt voor een te zware lading op systemen.

Kindling = een hoge threshold nodig voor ontwikkeling mentale stoornis, wordt steeds lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat verklaart de cognitieve theorie over stress ontwikkeling?

A

Een blootstelling aan een stressvolle jeugd situatie kan leiden tot gevoeligheid. Als dit getriggerd wordt, ontwikkelt een negatieve cognitieve bias. Hier uit ontwikkelt een mentale stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn verschillende soorten bipolaire stoornissen?

A

Cyclothymia = wisseling tussen hypomania en dysthymia
Bipolaire stoornis 1 = wisseling van depressie tot manie
Bipolaire stoornis 2 = wisseling tussen hypomania, dysthymia en depressie (geen manie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de gevolgen van manie en derpessie?

A

De twee extremen zorgen beiden voor minder studiesucces, toegenomen dood-risico en minder vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe moet de diagnosering verbeteren?

A

Minder ja/nee, meer dimensionaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom plegen mensen met een psychose sneller zelfmoord?

A

Er is vaak comorbiditeit met middelengebruik. Middelengebruik zorgt voor meer impulsief gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt zelfmoord voorspeld met odds ratio?

A

Er zijn variabelen gerelateerd aan psychopathologie die geassocieerd zijn met een hogere odds ratio. Dit verhoogt het risico maar een beetje. Absoluut risico is al laag. De belangrijkste voorspeller is blootstelling aan zelfmoord gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de voornaamste motivatie voor zelfmoord?

A

Het ontsnappen van jezelf. Pijnlijk zelfbewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verklaart het diathese stress model zelfmoord?

A

Het is een interactiemodel. Meerdere variabelen werken samen voor een bepaalde uitkomst, waaronder predispositie (biologisch of psychologisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe verklaart het klinisch model van zelfmoordgedrag?

A

Het risico op zelfmoord neemt toe door de stressor van het hebben van een mentale stoornis in combinatie met de diathese/gevoeligheid van persoonlijkheid (impulsiviteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verklaart het arrested flight model zelfmoord?

A

Het risico neemt toe als gevoelens van verslagenheid en beknelling hoog zijn en de potentie van redding (sociale steun) laag is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verklaart het interpersoonlijke psychologische model zelfmoord?

A

Zelfmoord verlangens vinden plaats bij hoge levels van een laat en als het gevoel nergens bij hoort. Bij een hoog vermogen (enerfielevel om het te doen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is thin slicing?

A

Weinig info geven over iets en vervolgens een mening vragen. Korte beschrijving die beïnvloed.

17
Q

Waarom komt schizofrenie meer voor in steden?

A

Minder sociale cohesie en sociale controle.
Discriminatie en socio-economische ongelijkheid.
Meer drugsgebruik.
Meer blootstelling aan vervuiling en minder groen.

18
Q

Hoe zijn cannabisgebruik en psychoses aan elkaar gerelateerd?

A

Zelfmedicatie effect = psychose symptomen verzachten door cannabis.
Correlatie; genen zorgen voor gevoeligheid psychose en gevoeligheid voor cannabisgebruik.
Cannabis is een trigger voor psychose.

19
Q

Twee hypothesen over het risico op psychose door oude vader

A

Novo mutation hypothese: meer mutaties, die potentiële error veroorzaken die geassocieerd zijn met onset psychose
Selection in late fatherhood: oudere vaders zijn raar, waarschijnlijk waar omdat het geassocieerd is met eerste kind die is gekregen

20
Q

Theorieën over invloed van sociale factoren op gezondheid

A

Sociale cassatie hypothese: nadelige sociale economische condities verhogen risico op slechte mentale gezondheid
Sociale selectie drift hypothese: mensen driften in nadelige sociale economische condities door mentale gezondheid

21
Q

Wat is de reden dat Aziatische culturen minder comorbiditeit hebben tussen chronische ziekten en mentale stoornissen?

A

Het kan komen doordat Aziatische culturen collectivisme benadrukken, waardoor het minder belangrijk is om een mentale stoornis te hebben en ze vaker behandeling zoeken.

22
Q

Wat is de relatie tussen depressie en chronische ziekten?

A

Het is een bidirectionele relatie door dezelfde risicofactoren. De behandeling van chronische ziekten kan de depressie symptomen verergeren en de depressie kan de chronische symptomen vergroten.

23
Q

Een behandelmethode voor comorbide mentale stoornissen en chronische ziekten is geïntegreerde zorg, wat is dit en welke levels heeft dit?

A

Dit is een combinatie van verschillende behandelingen en services die aan de behoeften voldoen van een persoon
A. Macro level: populatie (kennis en financiering)
B. Meso; facilitair (zorg programma’s)
C. Micro: individu (behoeften omgeving)