Hoorcollege 7: Signaaltransductie Flashcards
Noem manieren van cel-celcommunicatie?
- Via zenuwstelsel: netwerk van cellen met uitlopers die contact maken
- Endocrien systeem: hormonen via bloedsomloop contact via receptoren
- Contact afhankelijk van signaal: speelt zich af in membranen, er is direct contact tussen cellen, ze moeten dus bij elkaar liggen.
- Paracrien: naburige cellen die bij elkaar in de buurt liggen scheiden ligand uit en hebben effect via receptor op cel
Benoem de typen liganden:
- Ionen: Ca2+
- Aminozuren: adrenaline, schildklierhormoon
- peptide: CRH, GnRH, TH
- Eiwit: ACTH, TSH en insuline
- Suiker: glucose
- Cholesterol: steroïdhormonen (zoals cortisol en oestrogeen)
- Lipide: Vitamine A en vrije vetzuren
Hoe bepaalt de chemie van het ligand het type receptor?
- Als ligand lipofiel is en celmembraan kan passeren (klein) : kernreceptoren, zoals steroïdhormonen en niet-steroïdhormonen (thyroxine, Vitamine A) en lipiden zoals vrije vetzuren.
- Als ligand hydrofiel is: membraan receptoren. Glycoproteïne hormonen (TSH, LH, FSH), insuline, adrenaline, ACTH, CRH, Ca2+
Wat zijn de effecten van liganden op de 2 mechanismen?
- Kernreceptoren: directe beïnvloeding
- Membraanreceptoren: signaalcascade, second messengers
Wat zijn de kernreceptoren domeinen?
- Hormoonbindingsdomein: bepaalt de affiniteit en specificiteit
- DNA bindingsdomein: herkent hormoon respons element in promotor van gen
- Dimerisatiedomein: herkent partner
- Co-activator/co-repressor interactie domein:
herkent factoren die rol spelen bij versterken of remmen van een signaal
Hoe werkt en wat doet een glucocorticoid receptor?
Bindt cortisol, is een steroïdhormoon. Het hormoon-receptor complex werkt als een transcriptie factor. Ook werkt het als dimmer, 2 glucocorticoid receptoren vormen een complex. Bij te veel cortisol kun je stress ervaren, maar het wordt ook gebruikt om ontstekingen tegen te gaan.
Wat zijn de 3 types membraanreceptoren?
- Ion gekoppelde receptoren; membraanreceptoren binden ionen om andere ionen de cel in te transporteren
- G-protein-coupled receptors; receptoren die in het membraan zitten en signaal doorgeven mbv G-eiwit
- Enzym gekoppelde receptoren, vormen een dimeer. Hebben een kinase domein aan de binnenkant van de cel wat het signaal doorgeeft.
De gemeenschappelijke domeinen van membraanreceptoren zijn:
- Hormoonbindingsdomein bepaalt de affiniteit en specificiteit
- Transmembraan domein: verankering
- Transductie domein: geeft signaal door
Ze maken allemaal gebruik van second messengres
Kenmerken en voorbeeld van GPCR?
- Meer dan 1000 verschillende, bevatten 3% van het genoom
- Invloed op zicht, reuk, smaak
- Neurotransmitters en Hormonen werken ook vaak via GPCR
- werken snel
- VB: adrenaline: neurotransmitter (catecholamine), wordt door bijniermerg en zenuwcellen geproduceerd. Is hydrofiel, bindt aan transmembraanreceptor = adrenerge receptoren
Hoe werken GPCR’s?
Er bestaan alfa-adrenerge en beta-adrenerge receptoren:
- Via G-eiwit
- Bestaande uit 3 subunits: alfa, beta, gamma.
- Alfa geeft signaal door, ligand bindt aan GPCR receptor, dissociatie van alfa, beta en gamma. Alfa heeft GDP gebonden en wisselt het voor GTP, laat los van beta unit. Alfa unit = geactiveerd. Door GTPase wordt deze weer inactief.
Het geactiveerde alfasubunit activeert een effector moleculen zoals adenylyl cyclase –> ATP wordt weer omgezet in cyclisch AMP, zorgt voor activatie PKA om de kern in te gaan, wat een transcriptiefactor kan activeren
Welke type G-eiwitten zijn er?
- Gas (stimuleert adenylyl cyclase), cAMP omhoog
- Gai (remt adenylyl cyclase), cAMP omlaag
- Gaq (stimuleert fosfolipase C), Ca 2+ en DAG –> activeert PKC
-Galfa12/13 - rho activatie
Wat zijn enzym gekoppelde receptoren?
- Receptor tyrosine kinase (RTK), werken als dimeer. Door dimerisatie activeren de receptoren elkaar en kan kinase geactiveerd worden. Het geactiveerde domein heeft fosfaat gebonden en kan andere moleculen activeren.
- Receptor serine/threonine kinase