Hoorcollege Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder verzien/maternal impression?

A

Overtuigingen dat aan het ongeboren kind een afwijking kan worden gegeven door een sterke emotie van de zwangere moeder, meestal door een waarneming. Welke een verklaring kan zijn voor geboortedefecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verstaan we onder de fetal programming hypothese van Barker?

A

Stelt dat de omgeving in de baarmoeder de ontwikkeling van de foetus kan beinvloeden tijdens bepaalde sensitieve periodes.
-> ontwikkeling door genen geleid, maar onder invloed van omgevingssignalen.
(onderzoek bij ondervoede moeders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke resultaten vond Barker bij zijn onderzoek naar ondervoede moeders?

A

Barker vond dat bij baby’s van moeders die ondervoed waren tijdens de zwangerschap allerlei problemen hadden op latere leeftijd. Zoals hart- en vaatziekten en diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verstaan we onder epigenetica?

A

Factoren van buitenaf zijn van invloed op de genen zelf (denk aan voorbeeld van muizen met voedsel: voeding van de moeder lijkt te bepalen welk gen actief wordt: wit of bruin).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Door welk fysiologisch regelsysteem wordt de stressreactie op lange termijn beinvloed?

A

De HPA-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat verstaan we onder de HPA-as?

A
  • Hypothalamus
  • Pituitary gland
  • Adrenal gland (fight or flight)

De hypothalamus stuurt signalen van de hersenen naar de bijnieren, de hypofyse en andere organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt de HPA-as?

A

Na een stressvolle gebeurtenis scheidt de hypothalamus CRH (corticotropin-releasing hormone) uit, dat er op zijn beurt voor zorgt dat de hypofyse ACTH (adreno-corticotroop hormone) uitscheidt. Deze stof zorgt ervoor dat de bijnieren glucocorticoiden gaan produceren, zoals coritsol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is de HPA-as een langzame of een snelle respons op stress?

A

Een langzame respons, het duurt ongeveer 30 minuten voordat cortisol in het bloed gemeten kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke defecten zien we die te maken hebben met de HPA-as?

A

Wanneer de moeder tijdens de zwangerschap dermate veel stress heeft gehad dat de placenta niet in staat was coritsol goed tegen te houden, dan kan het zijn dat de baby bloot is gesteld aan te veel cortisol. Met als resultaat een HPA-as bij de baby die niet goed afgesteld is. De HPA-as van het kind zorgt er dan voor dat er meer cortisol bij moeilijke of frustrerende situaties vrijgegeven wordt. Wat op de lange termijn schadelijk kan zijn.
Het stresssysteem van de baby wordt als het ware geherprogrammeerd door overmatig cortisol van de moeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke voordelen heeft het gebruik maken van dierstudies?

A
  • Zelf bepalen welke stressor toegediend wordt.

- Zelf bepalen wanneer de stressor toegediend wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was het effect van veel stress tijdens de zwangerschap bij dierstudies?

A

Nakomelingen lieten zien:

  • Vertraagde motorische ontwikkeling
  • Minder exploratief en adaptief gedrag
  • Sterkere emotionele en angstreacties in nieuwe situaties
  • Verstoorde cognitieve functies (aandacht, leren)
  • Veranderingen in sociaal en seksueel gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn nadelen van het gebruik van dierstudies?

A
  • Is het wel ethisch verantwoord?
  • Resultaten kunnen niet zomaar gegeneraliseerd worden naar mensen (andere gevoeligheden voor cortisol bij ratten dan bij mensen, en andere hersenontwikkeling).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren uitkomsten van mensstudies naar het effect van stress tijdens de zwangerschap?

A

Neonataal:

  • Miskraam
  • Vroeggeboorte
  • Zwangerschapsvergiftiging
  • Laag geboortegewicht

Peuter/kleuter:

  • Gedragsproblemen
  • Negatief temperament
  • Druk
  • Rusteloos
  • Moeite met aandachtregulatie

Puberteit:

  • Gedragsproblemen
  • Emotionele problemen
  • Aandacht en concentratieproblemen
  • Hyperactiviteit
  • Cognitieve problemen (meer moeite met leren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke problemen worden vanaf de baby tijd tot de adolescentie gezien bij blootstelling aan prenatale stress?

A

Sociaal-emotionele problemen (aandacht, ADHD, angst, temperament) en cognitieve problemen (motorisch en mentaal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zijn stress klachten van vaders tijdens de zwangerschap van hun partner relevant?

A

Ja, we zien dat vaders met prenatale klachten zoals depressie of stress gerelateerd zijn aan gedrags- en emotionele problemen van het kind rond het 3e levensjaar. Mogelijk komt dat doordat de stemming van de vader de stemming van de moeder beinvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Barker hypothese/fetal programming

A

Het idee dat gedurende kritieke periodes in de vroege ontwikkeling van de foetus er blijvende veranderingen gemaakt kunnen worden in de structuur en functie van delen van het lichaam door omgevingsfactoren.

17
Q

Welke andere verklaringen zijn er voor de uitkomsten van de barker hypothese?

A
  • Genetische aanleg
  • Roken tijdens de zwangerschap
  • Alcohol gebruik tijdens de zwangerschap
  • Rater-bias van de moeder
  • Minder optimale ouder-kind interactie
18
Q

Hoe verklaart genetische aanleg de uitkomsten van de barker hypothese?

A

Door de overdracht van genetische aanleg tot psychopathologie ontstaan er mogelijk ook klachten bij het kind. Klachten werden dan niet veroorzaakt door blootstelling aan prenatale stress.

19
Q

Hoe verklaart rater-bias van de moeder de uitkomsten van de barker hypothese?

A

Negatieve perceptie van de moeder kan een vertekend beeld geven van het daadwerkelijke functioneren van het kind. Vragenlijsten zouden daardoor niet valide ingevuld kunnen worden.

20
Q

Hoe verklaart roken tijdens de zwangerschap de uitkomsten van de barker hypothese?

A

Door roken tijdens de zwangerschap wordt zuurstof naar de foetus verminderd. Kinderen van moeders die rookten zijn vaak meer rusteloos, en vertonen storend gedrag. Ook zijn er meer externaliserende problemen en angst.

21
Q

Hoe verklaart alcohol gebruik tijdens de zwangerschap de uitkomsten van de barker hypothese?

A

Kinderen hebben problemen met aandacht, hyperactiviteit en onveilige hechting. Vaker leerproblemen en stemmingsstoornissen.

22
Q

Hoe verklaart een negatieve moeder-kind interactie de uitkomsten van de barker hypothese?

A

Depressieve moeders stellen zich meer teruggetrokken op ten opzichte van hun kinderen. Er is daardoor minder positieve interactie. Kinderen leren meer de focus op negatieve gedachten en emoties te leggen, en zijn daardoor meer kwetsbaar voor internaliserende en externaliserende problemen.

23
Q

Wat was het doel van het kempenonderzoek?

A

Verzamelen van prenatale gegevens en postnatale gegevens met betrekking tot emotionele klachten en gedragsproblemen.

24
Q

Wat vond de studie van het kempenonderzoek dat keek naar de relatie tussen prenatale klachten en gedragsproblemen?

A

Emotionele problemen in het 1e trimester:
- Internaliserende problemen bij het kind

Emotionele pronlemen tijdens het 3e trimester:
- Totale, internaliserende en externaliserende gedragsproblemen bij meisjes

25
Q

Wat verstaan we onder internaliserende problemen?

A

overcontrole over de emoties; ze worden naar binnen gericht en leiden tot innerlijke onrust. Angst, depressie, psychosomatische klachten.

26
Q

Wat verstaan we onder externaliserende problemen?

A

Gedrag waar de omgeving last van heeft bij het uiten van emoties. Agressie, overactiviteit etc.

27
Q

Wat vond de studie van het kempenonderzoek die keek naar prenatale stress en cortisol?

A
  • Meisjes van moeder met emotionele klachten tijdens de zwangerschap hadden hogere levels van cortisol tijdens het huisbezoek, jongens niet
  • Emotionele klachten van de moeder tijdens de zwangerschap lijken anders gerelateerd te zijn aan het functioneren van de HPA-as van jongens en meisjes.
28
Q

Wat vond de studie van het kempenonderzoek die keek naar de rol van de moeder-kind interactie na de zwangerschap?

A
  • De moeder-kind interactie modereert de relatie tussen prenatale maternale emotionele klachten en internaliserende gedragsproblemen bij de meisjes.
    Meisjes van moeders die veel klachten hebben gehad tijdens de zwangerschap laten meer gedragsproblemen zien, wanneer hun moeders op een minder goede manier met hen omgaan.
    –> geldt met name voor structuur en vijandigheid.
29
Q

Wie hebben een belangrijke rol bij preventie van prenatale stress?

A
  • Verloskundigen: hebben een signalerende functie
  • Psycholoog: hebben een begleidende functie.
  • Sociaal werker: ondersteuning bieden na zwangerschap
30
Q

Wat zijn beschermende factoren voor prenatale stress?

A
  • Steun van de partner
  • Steun van familieleden
  • Steun van hulpverleners
  • Steun van de werkgever
  • Inplannen van bewuste momenten van ontspanning
  • Sensitieve ouder-kind interactie na de bevalling