Hoorcollege 6: Thomas Kuhn + wetenschappelijke revoluties Flashcards

1
Q

Leg het logisch empirisme uit?

A

De ‘Vienna Circle’ waren filosofen die zich focuste op de natuurwetenschappen. Ze maakte onderscheid tussen ‘context van ontdekking’ en ‘context van rechtvaardigheid’. Ze legde de focus op ‘context van rechtvaardigheid’, want daar vond de wetenschap plaats, niet in de geschiedenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom was Kuhn het niet met de logisch empiristen eens?

A

Hij vond dat ze een naïef en geïdealiseerd beeld van de wetenschap hadden ontwikkeld door de geschiedenis te negeren. Hij vond de context van de ontdekking juist essentieel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 3 stappen van Kuhns model?

A
  1. Normale wetenschap
  2. Crisis
  3. Revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ‘normale wetenschap’ in Kuhns theorie?

A
  • Tijdens een periode van normale wetenschap werken wetenschappers aan een paradigma.
  • Ze lossen puzzels op
  • Aannames worden niet ter discussie gesteld
  • De wetenschappers proberen het paradigma niet te veranderen/verwerpen maar uit te breiden
  • Als een resultaat inconsistent is met het paradigma, wordt het experiment verworpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn paradigma’s?

A

Theoretische aannames die alle wetenschappers accepteren. Wat je leert in een tekstboek.

/ Het is een samenhangend stelsel van modellen en theorieën waarbinnen de werkelijkheid beschreven wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ‘crisis’ in Kuhns theorie?

A

Er komen steeds meer anomalieën voor (experimentele uitkomsten die niet verklaard kunnen worden door het paradigma).
Die worden eerst genegeerd, maar uiteindelijk hopen ze op = crisis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ‘Revolutie’ in Kuhns theorie?

A
  • Nieuwe theorieën worden voorgesteld die niet binnen het paradigma passen om de anomalieën op te lossen.
  • Er ontstaat een nieuw paradigma onder jonge wetenschappers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt Kuhn over ‘waarheid’ in zijn theorie?

A
  • Objectieve waarheid bestaat niet, het is relatief aan het paradigma.
  • Er is geen extern, neutraal perspectief waarmee we kunnen bepalen of iets waar is.
  • Relativisme = alles is afhankelijk van elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt Kuhn over ‘de ontwikkeling van de wetenschap’ in zijn theorie?

A

De ontwikkeling van wetenschap is dus niet lineair en cumulatief, maar gaat schoksgewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 5 eisen van een paradigma volgens Kuhn?

A
  1. Paradigma’s zijn onvergelijkbaar (incommensurable)
  2. Een paradigma bepaalt het volledige wereldbeeld van de wetenschap
  3. Alle verworven “waarheden” worden verworpen tijdens een paradigma verschuiving
  4. Paradigma’s zijn zo verschillend dat ze niet op een zinvolle manier met elkaar vergeleken kunnen worden. Ze praten langs elkaar heen, het conceptuele repertoire is gewoon verschillend
  5. Bij elk nieuw paradigma begint een wetenschap weer opnieuw, in die zin is kennis niet cumulatief.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt bedoelt met ‘onvergelijkbaarheid is te sterk’ als het op paradigma’s aankomt?

A
  • Soms zijn concepten in verschillende paradigma’s wel te vergelijken. (zoals maan, zon, en aarde in Ptlomeische vs. Copernicaanse)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het probleem met ‘onvergelijkbaarheid’?

A
  • Onvergelijkbaarheid impliceert dat waarheid relatief is aan het paradigma
  • Vraag: is de claim dat waarheid relatief is aan het paradigma objectief waar of niet?
  • Als Kuhn met “ja” antwoord impliceert hij dat objectieve waarheid toch bestaat
  • Als Kuhn met “nee” antwoord dan ondermijnt hij zijn eigen positie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is theoriegeladenheid? Hoe denkt Kuhn hierover?

A
  • Experimentele data kan alleen geïnterpreteerd worden door de lens van een specifiek paradigma
  • Stel dat je een wetenschapper bent die moet beslissen tussen twee theorieën, je zoekt dan naar data of doet een experiment. Dit werkt alleen als er data/experimenten zijn die onafhankelijk te interpreteren zijn van de twee theorieën
  • Kuhn claimt dat dit onmogelijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn Kuhns ideeën over waarneming?

A

Waarneming is niet objectief en neutraal, maar wordt onbewust beïnvloed door:
1. Ideeën en concepten (zoals bij de vaas of de twee gezichten)
2. Kennis en training
3. Het paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn Kuhns ideeën over werkelijkheid?

A

De werkelijkheid wordt gezien en geïnterpreteerd door de lens van het paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 4 nadelen van Kuhns theorie?

A
  1. Paradigma’s worden niet altijd compleet vervangen
  2. Soms kunnen verschillende paradigma’s naast elkaar bestaan
  3. Relativistische notie van waarheid is onwerkbaar, dus concept van onvergelijkbaarheid is moeilijk te verdedigen
  4. Kuhn impliceert dat bepaalde aspecten van de wetenschap (bv. theorie keuze tijdens een revolutie) niet rationeel zijn. Hier zijn veel filosofen het niet mee eens.
17
Q

Wat is Kuhns nalatenschap?

A
  1. De wetenschapsfilosofie kan de wetenschapsgeschiedenis niet negeren
  2. Meer aandacht voor de sociale context van wetenschap:
    - Machtsverhoudingen tussen wetenschappers
    - Wetenschapsonderwijs
    - Publicatiestrategieën
  3. Het heeft geleid tot een meer empirisch adequaat beeld van de wetenschap, wetenschap is mensenwerk.
18
Q

Wat was de paradigma verschuiving in de gedragswetenschappen?

A

Behaviorisme > Cognitivisme
Van het gedrag, naar brein en geest

19
Q

Wat is het behaviorisme in het kort?

A

Het behaviorisme focust zich op waarneembare entiteiten en processen (bv. gedrag)

20
Q

Wat is het cognitivisme in het kort?

A

Het cognitivisme focust op leren en alle andere cognitieve processen waarbij het brein informatie verwerkt.

21
Q

Wat zijn de theoretische aannames van het behavioristisch paradigma?

A
  1. De geest, zowel menselijk als dierlijk, is niet direct waar te nemen en is daarom een “black box”
  2. Elk gedrag is geleerd d.m.v. interacties met de omgeving, dit is een vorm van conditionering.
22
Q

Wat zijn de problemen met het behaviorisme?

A
  1. Empirisch anomalie: het behaviorisme kan geen verklaring geven voor het ontstaan van taal en het productieve ervan, mensen produceren voortdurend nieuwe zinnen en redeneringen. Deze kunnen onmogelijk via operante conditionering worden verworven.
  2. Emperisch anomalie: het behaviorisme kan geen verklaring geven voor het ontstaan van bewustzijn
  3. Theoretische kritiek: het stimulus-respons-denken is te mechanistisch. Een mens is geen robot die programmeerbaar is en gekenmerkt door actie en reactie.
  4. Theoretische kritiek: cognitieve structuren (geheugen, representaties, mentale concepten) zijn nodig om de complexiteit van de menselijke geeft en gedrag te kunnen vatten.
23
Q

Wat zijn de theoretische aannames van het cognitivistisch paradigma?

A
  1. De geest werkt als een computer, als een informatie verwerkend systeem
  2. Het soort informatie die de geest verwerkt zijn representaties